ECLI:NL:RBOVE:2023:4705

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
10749539 \ CV EXPL 23-3706
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedragsaanwijzing voor huurders na politie-inval en vondst van gestolen goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting WBO Wonen en twee gedaagden, die als huurders van een woning in Oldenzaal worden beschouwd. WBO vorderde primair de ontruiming van de woning, maar heeft zich tijdens de mondelinge behandeling neergelegd bij een subsidiaire vordering tot het opleggen van een gedragsaanwijzing aan de gedaagden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden zich niet als goede huurders hebben gedragen, onder andere door de aanwezigheid van gestolen goederen in de woning, wat leidde tot een politie-inval. De rechtbank heeft de primaire vordering tot ontruiming afgewezen, maar heeft de gedaagden wel een gedragsaanwijzing opgelegd. Deze houdt in dat zij zich als goede huurders dienen te gedragen, het gehuurde moeten bewonen, en ervoor moeten zorgen dat een bepaalde persoon niet meer in de woning intrekt zonder toestemming van WBO. Bij overtreding van deze voorwaarden zijn de gedaagden verplicht om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10749539 \ CV EXPL 23-3706
Vonnis in kort geding van 20 november 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING WBO WONEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Oldenzaal,
eisende partij,
hierna te noemen: WBO,
gemachtigde: mr. R.F.A. Rorink,
advocaat te Hardenberg,
tegen

1.[gedaagde 1] ,wonende te Oldenzaal,

hierna te noemen: [gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te Oldenzaal,
hierna te noemen: [gedaagde 2]
gedaagde partij,
hierna gezamenlijk (in meervoud) te noemen: [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. J. Pearson,
advocaat te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de van de zijde van WBO overgelegde producties;
- de van de zijde van [gedaagden] overgelegde producties;
- de aantekeningen van de griffier van de op maandag 20 november gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
WBO verhuurt met ingang van 1 juni 1986 aan [gedaagden] , het woonhuis met aanhorigheden, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] . Tot voor kort hadden in de woning [gedaagden] en hun beide zoons [naam 1] en [betrokkene] [gedaagde 1] hun hoofdverblijf.
2.2.
Blijkens een uittreksel Basisregistratie Personen van de gemeente Oldenzaal is [betrokkene] niet meer woonachtig in het woonhuis aan de [adres] .
2.3.
[gedaagden] verblijven normaliter in de periode mei – oktober in Turkije, zo ook in het jaar 2023.
2.4.
In juli 2023 heeft de politie te Oldenzaal een inval gedaan in het gehuurde, in het kader van een grootschalig onderzoek naar fietsendiefstallen in Oldenzaal. In het woonhuis werden een groot aantal gestolen (elektrische) fietsen aangetroffen, die door de politie in beslag zijn genomen. In de woning is één persoon aangetroffen, genaamd [betrokkene] en als verdachte aangemerkt.

3.Het geschil

3.1.
WBO vordert - samengevat - dat de kantonrechter, op basis van de in de dagvaarding en hier als ingelast te beschouwen gronden, [gedaagden] primair veroordeelt om het woonhuis te ontruimen, dan wel dat de kantonrechter subsidiair, bij wijze van ordemaatregel, aan [gedaagden] een gedragsaanwijzing oplegt zoals in het petitum van de dagvaarding onder 2. omschreven.
3.2.
[gedaagden] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ter mondelinge behandeling hebben [gedaagden] zich uitdrukkelijk verweerd tegen de primair gevorderde ontruiming van het woonhuis door WBO. Nadat [gedaagden] zich niet tegen de toewijzing van de door WBO subsidiair gevorderde oplegging van een gedragsaanwijzing hebben verzet, heeft WBO aangegeven niet langer te zullen volharden bij haar primaire vordering. De subsidiaire vordering van WBO zal dan ook door de kantonrechter worden toegewezen. Partijen hebben daarbij afgesproken dat als WBO de woning wenst te controleren WBO daarvoor contact zal opnemen met mevrouw [naam 2] , de dochter van [gedaagden] omdat zij voor haar ouders als contactpersoon optreedt.
4.2.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren als hierna te vermelden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de primaire vordering af;
5.2.
legt aan [gedaagden] , bij wijze van orde maatregel, een gedragsaanwijzing op en wel dat zij:
zich als een goed huurder dienen te gedragen;
het gehuurde dienen te bewonen;
er voor zorg dienen te dragen dat [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] , niet meer in het woonhuis aan de [adres] intrekt;
geen persoon of personen in het gehuurde laten inwonen, anders dan met voorafgaande schriftelijke toestemming van WBO;
5.3.
veroordeelt [gedaagden] , bij het overtreden van de randnummers 5.2. a t/m d. van het petitum, om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woonruimte, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] , met al hetgeen daartoe behoort en met wie of wat daarin of daarop aanwezig is, te ontruimen, in goede staat en onder afgifte van de sleutels aan WBO op te leveren en deze vervolgens ontruimd te houden;
5.4.
compenseert de proceskosten des dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
(PHR(O)