1
hij op of omstreeks 19 maart 2022 te Hengelo in de gemeente Hengelo (O), als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Seat), komende uit de richting van het centrum van Hengelo, gaande in de richting van Enschede, daarmede rijdende over de weg de Enschedesestraat en roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl verdachte een beginnend bestuurder was,
zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
terwijl op de kruising van de Enschedesestraat, de laan van Driene en de Kuipersdijk de aldaar geplaatste, voor hem, verdachte, van toepassing zijnde en in zijn richting gekeerde verkeerslichten reeds ongeveer 327,1 seconden rood licht uitstraalden, inhoudende: "Stop", in strijd met artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is hij niet gestopt voor dat driekleurig verkeerslicht maar is hij (met onverminderde snelheid) doorgereden, en/of
aldaar heeft gereden met een snelheid van ongeveer (tenminste) 97 km/uur, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 50 km/uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde voertuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van ander voertuig (personenauto, merk Opel) en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat andere voertuig (personenauto, merk Opel),
terwijl hij op dat moment verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;