ECLI:NL:RBOVE:2023:4675

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
10564507 \ CV EXPL 23-2125
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling openstaande factuur voor dierenartsbehandeling en de onderbouwing van verweer door gedaagden

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, staat de vraag centraal of de gedaagden verplicht zijn een openstaande factuur van Dierenziekenhuis te betalen voor een operatie aan hun hond. De kantonrechter heeft op 7 november 2023 geoordeeld dat de gedaagden de factuur van € 1.198,48 moeten voldoen. Dierenziekenhuis had de gedaagden op 9 mei 2022 een factuur gestuurd en hen op 5 juni 2023 gesommeerd tot betaling. Gedaagden voerden als verweer aan dat de operatie niet goed was verlopen, maar dit verweer werd door de kantonrechter als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden hun stellingen niet konden staven en dat de dierenarts een inspanningsverplichting had, niet een resultaatsverplichting. De kantonrechter heeft de vordering van Dierenziekenhuis toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De totale te betalen som bedraagt € 1.378,25, te vermeerderen met rente vanaf 15 juni 2023. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 932,87. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10564507 \ CV EXPL 23-2125
Vonnis van 7 november 2023
in de zaak van
DIERENZIEKENHUIS [vestigingsplaats 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: Dierenziekenhuis,
gemachtigde: G.H. Menderink,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 augustus 2023;
- de mondelinge behandeling op 10 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Dierenziekenhuis is ter zitting verschenen, vertegenwoordigd door
[naam] (behandelend dierenarts), bijgestaan door haar gemachtigde.
[gedaagden] zijn niet ter zitting verschenen, noch vertegenwoordigd.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Inleiding

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagden] een openstaande factuur van Dierenziekenhuis moeten betalen voor de operatie aan hun hond.
2.2.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat [gedaagden] de openstaande factuur moeten betalen. Het verweer van [gedaagden] , inhoudende dat de operatie niet goed zou zijn verlopen, wordt als zijnde niet onderbouwd gepasseerd.
3. De feiten
3.1.
Dierenziekenhuis heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagden] diergeneeskundige hulp verleend aan hun hond [naam hond] . Meer specifiek betrof het een operatie aan de rechter voorpoot.
3.2.
Dierenziekenhuis heeft [gedaagde 1] hiervoor een factuur d.d. 9 mei 2022 gestuurd voor een bedrag van € 1.198,48.
3.3.
Dierenziekenhuis heeft [gedaagde 1] op 5 juni 2023 gesommeerd tot betaling van de openstaande factuur.
3.4.
In de patiëntinformatie-kaart van Dierenziekenhuis van de hond is het volgende opgenomen:
“12-07-2022telefoongesprek - : tcp: eigenaar heeft ons gebeld.eigenaar laat weten dat de hond nog kreupel is en dat hij hem in de [bedrijf] laat fotograferen.
dan beoordelen en pas betalen als hij vind dat wij niets fout hebben gedaan.ik heb aangegeven dat wij alle kosten duidelijk hebben gecommuniceerd en dat zij toestemming hiervoor hebben gegeven.
dat de hond lege artis is geopereerd zie de beelden ook na zorgvuldige afweging vanwege de CT scan eigenaar moet dus de operatie betalen. hij moet namelijk betalen voor de ingreep en niet voor het resultaat. dat de hond nog kreupel is vind ik natuurlijk erg en zou dit ook wel willen bekijken. maar dat staat los van de reeds gemaakte kosten. (…)”
11-07-2022telefoongesprek - tcp: eigenaarresse gebeld. voicemail.
heb ingesproken dat ik niet begrijp waarom er niet betaald wordt.
of eigenaaresse mij terug belt.
nummer meneer gebeld.
blijkt dat het 2e nummer van de moeder van mevrouw [gedaagde 1] is.
nu heb ik die ook gesproken en aangegeven dat [gedaagde 1] de hond mee heeft gekregen na de ingreep omdat ze mij kent. dit is volledig tegen ons beleid in. oma gaat dit bespreken met [gedaagde 1].
19-05-2022notitie- ik heb mevrouw aangesproken op de openstaande rekening.
Zzij is verantwoordelijk.
zij heeft getekend.
ze verteld dat ze vanmorgen ruzie heeft gehad dat de rekening nog niet betaald was.
ik heb aangegeven dat we indien de rekening niet voldaan wordt deze gelijk naar het incasso gaat.
geen coulance. (…)”
3.5.
De gemachtigde van Dierenziekenhuis heeft [gedaagde 2] op 23 augustus 2022 per e-mail als volgt bericht:
“(…) De vordering staat nog steeds open. Wij hebben de opdracht om nu door te pakken.
Indien u de rechtsmaatregelen wilt voorkomen dient het verschuldigde ad € 1398,95 binnen 5 dagen in ons bezit te zijn. (…)”
3.6.
[gedaagden] hebben de factuur onbetaald gelaten, waarna zij door Dierenziekenhuis in rechte zijn betrokken.

4.Het geschil

4.1.
Dierenziekenhuis vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan Dierenziekenhuis te betalen een bedrag van € 1.405,40, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.198,48 vanaf 20 januari 2023 tot aan de dag van volledige betaling, met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten.
4.2.
Aan haar vordering legt Dierenziekenhuis de hiervoor opgenomen feiten ten grondslag. Verder vordert Dierenziekenhuis veroordeling van [gedaagden] tot betaling van wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
4.3.
[gedaagden] voeren verweer tegen de vordering van Dierenziekenhuis.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig voor de beoordeling, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die in deze procedure voorligt is of [gedaagden] hoofdelijk moeten worden veroordeeld tot betaling van de openstaande factuur van 9 mei 2022, vermeerderd met rente en kosten.
5.2.
[gedaagden] hebben als meest verstrekkende verweer tegen de vordering van Dierenziekenhuis aangevoerd dat de operatie niet goed is verlopen. Volgens [gedaagden] hebben zij een andere dierenarts, [bedrijf] te [vestigingsplaats 2], naar hun hond laten kijken. Ook deze was van mening dat de operatie beter had gekund. Na de operatie ging hun hond hard achteruit en kon deze niet meer op de behandelde poot staan. [gedaagden] hebben daarom voorgesteld een bedrag van € 500,00 te betalen, maar dit was met Dierenziekenhuis onbespreekbaar. Dierenziekenhuis heeft ook geen moment naar het welzijn van hun hond gevraagd. [gedaagden] maken verder bezwaar tegen de gevorderde buitengerechtelijke- en proceskosten.
5.3.
Dierenziekenhuis heeft deze stellingen van [gedaagden] ter zitting gemotiveerd weersproken. Volgens Dierenziekenhuis is de operatie juist uitgevoerd en dienen [gedaagden] de factuur daarom te betalen. Bovendien hebben [gedaagden] aanvankelijk ook nooit geklaagd, dan wel Dierenziekenhuis in de gelegenheid gesteld de hond te bekijken. Pas nadat [gedaagden] zijn gesommeerd om tot betaling van de openstaande factuur over te gaan, stelden zij zich op het standpunt dat de operatie niet juist zou zijn uitgevoerd. Dierenziekenhuis heeft contact opgenomen met [bedrijf]. [gedaagden] hebben daar diverse afspraken gehad, maar zijn nooit komen opdagen.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagden] hun stelling dat de operatie niet juist zou zijn uitgevoerd, niet hebben onderbouwd. Dit blijkt verder nergens uit. Ook is niet gebleken dat [gedaagden] daarover tijdig, eerder dan na sommatie, hebben geklaagd. Dat had toch voor de hand gelegen indien de operatie niet juist zou zijn uitgevoerd. Verder is de stelling van [gedaagden] , dat een andere dierenarts, [bedrijf], de hond zou hebben bekeken, evenmin onderbouwd. Hiertegenover staat dat de stellingen van Dierenziekenhuis worden ondersteund door de door haar overgelegde patiënteninformatie-kaart. Daarbij komt dat een dierenarts in beginsel geen resultaatsverplichting maar een inspanningsverplichting heeft. Nu [gedaagden] hun stellingen niet hebben onderbouwd, zal de kantonrechter hun verweer passeren. Dit betekent dat [gedaagden] de factuur van 9 mei 2022 moeten betalen.
5.5.
Over de gevorderde wettelijke rente wordt het volgende overwogen. Zoals volgt uit de specificatie van de vordering onder randnummer 5 van de dagvaarding van 15 juni 2023, stelt Dierenziekenhuis dat zij een totaalbedrag van € 1.394,80 (€ 1.198,48 aan hoofdsom,
€ 16,55 aan wettelijke rente en € 179,77 aan buitengerechtelijke incassokosten) opeisbaar van [gedaagden] te vorderen heeft. Onder het petitum van de dagvaarding vordert Dierenziekenhuis echter een totaalbedrag van € 1.405,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Hiermee heeft Dierenziekenhuis de door haar gevorderde verschenen wettelijke rente onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Dit gedeelte van haar vordering zal daarom worden afgewezen. De wettelijke rente zal aldus worden toegewezen vanaf 15 juni 2023 tot aan de dag van volledige betaling.
5.6.
Dierenziekenhuis maakt verder aanspraak op een bedrag van € 179,77 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Dierenziekenhuis heeft een veertiendagenbrief gestuurd die aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW voldoet. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vermelde tarief. De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is daarmee toewijsbaar.
5.7.
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagden] hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.378,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.198,48 vanaf 15 juni 2023 tot aan de dag van volledige betaling.
5.8.
[gedaagden] zullen, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Dierenziekenhuis als volgt vastgesteld:
- dagvaarding € 113,37
- griffierecht € 322,-
- salaris gemachtigde € 398,- (2 punten x tarief van € 199,-)
- nakosten €
99,50+
totaal € 932,87

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagden] , hoofdelijk, om aan Dierenziekenhuis te betalen een bedrag van € 1.378,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.198,48 vanaf
15 juni 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagden] , hoofdelijk, in de proceskosten, aan de zijde van Dierenziekenhuis vastgesteld op een bedrag van € 932,87;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.M. Fluttert en in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. Marsman op 7 november 2023.