ECLI:NL:RBOVE:2023:4590

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
71-257284-21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelde na gevangenisstraf

Op 1 november 2023 heeft de politierechter van de Rechtbank Overijssel het bezwaar van de veroordeelde tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie om de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) uit te stellen, gegrond verklaard. De veroordeelde was eerder op 25 april 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest. Het Openbaar Ministerie had op 7 september 2023 besloten dat de v.i. op 20 oktober 2023 zou ingaan, maar dit werd op 19 oktober 2023 uitgesteld vanwege zorgen over de huisvesting en veiligheidsrisico's. De veroordeelde had bezwaar aangetekend, omdat hij meende dat de informatie die leidde tot het uitstel onterecht was en dat hij zich positief had opgesteld tijdens zijn detentie.

Tijdens de zitting op 1 november 2023 heeft de politierechter de argumenten van de veroordeelde en het Openbaar Ministerie gehoord. De veroordeelde stelde dat hij niet meer welkom was bij zijn ex-vrouw en dat hij bereid was om in de algemene opvang van Exodus te verblijven. De reclassering had eerder een positief advies gegeven over de v.i., maar het Openbaar Ministerie had dit advies later ingetrokken. De politierechter oordeelde dat het Openbaar Ministerie onvoldoende concrete informatie had verstrekt om de beslissing tot uitstel te rechtvaardigen. De misdrijven waarvoor de veroordeelde was bestraft, hadden geen betrekking op zijn ex-partner, en de voorwaarden die aan de v.i. waren verbonden, boden voldoende waarborgen.

De politierechter heeft besloten dat de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld, met inachtneming van bepaalde voorwaarden, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 1 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
parketnummer : 71-257284-21
v.i. nummer : 89-000065-28
EK-zaaknummer : 23-026677
datum : 1 november 2023
beslissing van de enkelvoudige kamer op het bezwaar op grond van artikel 6:6:8 van het Wetboek van Strafvordering van:

[de veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] ,
adres: [adres] ,
uit hoofde van deze zaak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein,
mr. M.H.H. Meulemeesters, advocaat te Zeist,
hierna te noemen: de veroordeelde.

Feiten

De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft de veroordeelde bij vonnis van 25 april 2023 een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van drie jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Het vonnis is onherroepelijk.
Naar aanleiding van het rapport van de Reclassering d.d. 25 augustus 2023 inhoudende het advies ten aanzien van voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) heeft het Openbaar Ministerie op 7 september 2023 beslist dat de v.i. van veroordeelde op 20 oktober 2023 ingaat, aan welke invrijheidstelling twee bijzondere voorwaarden zijn verbonden.
Het Openbaar Ministerie heeft op 19 oktober 2023 beslist het verlenen van v.i. voor een periode van 60 dagen uit te stellen, gerekend vanaf 20 oktober 2023.

Procedure

Het bezwaar tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie op 25 oktober 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De politierechter heeft op 1 november 2023 het bezwaar in openbare raadkamer behandeld.
De politierechter heeft de veroordeelde, zijn raadsman en de officier van justitie op zitting gehoord.

Bezwaar

De veroordeelde kan zich niet verenigen met de beslissing van het Openbaar Ministerie om de beslissing over het verlenen van v.i. in te trekken en het nemen van een nadere beslissing uit te stellen.
Door en namens de veroordeelde is aangevoerd dat hem ten onrechte wordt verweten de reclassering in het gesprek wat mede heeft geleid tot het positieve advies van 25 augustus 2023, van valse informatie te hebben voorzien omtrent zijn huisvesting. Pas later bleek veroordeelde dat zijn ex-vrouw zich niet aan de gemaakte afspraken hield, waardoor hij niet op het adres [adres] terecht kon. In plaats daarvan is veroordeelde akkoord gegaan met een verblijf bij Exodus. Uit het besluit van de advocaat-generaal de beslissing van v.i. in te trekken, maakte veroordeelde op dat hij bij Exodus niet meer welkom is. Dit besluit was genomen naar aanleiding van informatie dat veroordeelde zich dreigend zou hebben opgesteld ten opzichte van zijn ex-vrouw. Het citaat van veroordeelde dat is opgenomen, zou op een strafzitting echter geen bedreiging opleveren.
Het bevel tot voorlopige hechtenis ten aanzien van veroordeelde werd van 8 februari 2023 tot en met 2 mei 2023 geschorst. Tijdens die schorsing heeft veroordeelde op het adres in [adres] verbleven en is er niets tussen hem en zijn ex-partner voorgevallen. Veroordeelde is steeds positief en meewerkend geweest. Het Openbaar Ministerie heeft niet duidelijk gemaakt naar welke risico’s onderzoek zou moeten worden gedaan. De reclassering concludeerde eerder dat er geen sprake was van een aanwijsbaar slachtoffer en dat er geen causaal verband bestaat tussen zijn ex-vrouw en de bewezenverklaarde strafbare feiten waarvoor veroordeelde gevangenisstraf is opgelegd. Nu veroordeelde niet meer op afspraak naar Exodus kan, is hij bereid om te verblijven in de algemene opvang van Exodus.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de v.i. van veroordeelde dient te worden uitgesteld, omdat hij niet beschikt over een geschikt adres en omdat er alsnog onvoldoende zicht is op de veiligheidsrisico’s.

Beoordeling

De politierechter overweegt als volgt.
In het rapport van 25 augustus 2023 heeft de reclassering na behoorlijk onderzoek een positief advies gegeven met betrekking tot de v.i. van veroordeelde. In het rapport zijn de risico’s besproken en er zijn bijzondere voorwaarden geformuleerd. De advocaat-generaal heeft op 7 september 2023 beslist het positieve advies van de reclassering te volgen en de datum van v.i. op 20 oktober 2023 gesteld. Op 18 oktober 2023 brengt de reclassering een aanvullend advies uit, te weten: uitstel van de v.i. De advocaat-generaal neemt op 19 oktober 2023 het advies over en trekt de beslissing van 7 september 2023 tot v.i. in, welke beslissing voor de duur van 60 dagen wordt uitgesteld.
De politierechter is van oordeel dat het Openbaar Ministerie bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen, omdat de informatie op basis waarvan het advies tot uitstel van de v.i. werd gegeven, onvoldoende concreet is. De misdrijven waarvoor veroordeelde is bestraft hebben geen betrekking op de ex-partner van veroordeelde en als hij niet in de woning aan de [adres] terecht kan, vervoegt hij zich bij de algemene opvang van Exodus. De bij de beslissing tot v.i. gegeven voorwaarden bieden voldoende handvatten om in te grijpen als dat nodig mocht zijn.

Beslissing

De politierechter verklaart het
bezwaar gegronden bepaalt het moment waarop de
veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteldop
2 november 2023 te 10.00 uur.
De politierechter adviseert het Openbaar Ministerie om de volgende voorwaarden te stellen:
  • de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 365 dagen niet schuldig zal maken aan het plegen van een strafbaar feit;
  • de bijzondere voorwaarden dat veroordeelde zich binnen drie werkdagen na invrijheidstelling bij Reclassering Nederland, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG
  • dat veroordeelde zal deelnemen aan een cognitieve vaardigheidstraining als en zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de instelling die de gedragsinterventie verzorgt, zal geven.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A. van Holten, politierechter,
in tegenwoordigheid van P.A. Feenstra, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2023.