ECLI:NL:RBOVE:2023:4552

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
71.018610.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het invoeren en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

Op 14 november 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij het invoeren en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdachte, geboren in 1972 in Polen, werd beschuldigd van het samen met anderen invoeren van vuurwapens en munitie in Nederland zonder de vereiste toestemming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten op 21 januari 2022 in Nederland werd aangehouden met een automatisch vuurwapen, een pistool en munitie in hun voertuig. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de wapens en dat hij feitelijke macht over deze wapens had. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de rol van de verdachte in een georganiseerde criminele context, waarbij wapens werden gebruikt voor ernstige geweldsmisdrijven. De rechtbank achtte het noodzakelijk om een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen als reactie op de bedreiging die ongecontroleerd wapenbezit vormt voor de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.018610.22 (P)
Datum vonnis: 14 november 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1972 in [geboorteplaats] (Polen),
wonende aan de [woonplaats 2].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 1 en 4 september 2023 en 7 november 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. F. Visser, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met (een) ander(en) of alleen vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en munitie Nederland heeft binnengebracht, heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij in of omstreeks de nacht van 20 op 21 januari 2022 te Zwartemeer in de gemeente Emmen en/of te Utrecht en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een vuurwapen, geweer, kaliber .223 remington / 5,56 x 45, en/of
- veertien, althans een of meer patroonmagazijn(en) met kogelpatro(o)n(en), kaliber .223 remington / 5,56 x 45, en/of
- een vuurwapen, pistool Cz P-10 S, kaliber 9 x 19, en/of
- zes, althans een of meer kogelpatro(o)n(en), kaliber 9 x 19
(telkens) zijnde een of meer (vuur) wapen(s) en/of onderdelen van vuurwapens en/of munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie,
* zonder consent heeft/hebben doen binnenkomen, en/of
* heeft/hebben vervoerd en/of voorhanden heeft/hebben gehad.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
[verdachte] is één van de dertien verdachten die betrokken is bij het opsporingsonderzoek van de landelijke recherche genaamd ‘26Woltz’. De betrokkenen worden ervan verdacht dat zij in wisselende samenstellingen ernstige strafbare feiten pleegden. Het gaat onder andere om delicten als brandstichting, zware mishandeling, diefstal met geweld, het aanwezig hebben van een groot aantal wapens, deelname aan een criminele organisatie en poging tot moord.
Aanleiding van het grootschalige opsporingsonderzoek was informatie die doorgegeven werd door het Team Criminele Inlichtingen op 19 oktober 2021 waarna een huiszoeking plaatsvond aan de [adres] in [woonplaats 1] . Tijdens die doorzoeking werden wapens en telefoons aangetroffen waarna [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en enkele verdachten uit het onderzoek 26Woltz: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] werden aangehouden en later weer werden heengezonden. Naar aanleiding van informatie uit de inbeslaggenomen telefoons is vervolgens onderzoek 26Woltz gestart. Door vertrouwelijke communicatie in de woning aan de [adres] op te nemen, telefoons te tappen en stelselmatig te observeren, ontstond het beeld dat de verdachten zich actief bezighielden met het voorbereiden en het plegen van strafbare feiten. Daarbij kwamen ook andere verdachten in beeld en werden doorzoekingen verricht die leidden tot verdenkingen van specifieke strafbare feiten.
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] waren de officiële huurders van de [adres] in [woonplaats 1] . Naast hen verbleven ook [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] op dit adres. Het betreffen allen Poolse mannen. Sommigen kennen elkaar al vanaf hun kindertijd. De misdrijven waarvan deze Poolse mannen verdacht worden, lijken volgens het Openbaar Ministerie (OM) in opdracht van anderen te worden uitgevoerd. Een bedreigde getuige heeft verklaard dat [medeverdachte 1] in Nederland een Poolse maffia wilde opbouwen. Hij had volgens het OM een aansturende rol ten opzichte van de anderen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat het feit: het invoeren, vervoeren en voorhanden hebben van wapens en munitie, wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman vindt dat [verdachte] van het feit vrijgesproken moet worden.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1.
Vaststellen van de feiten
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het behandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 21 januari 2022 is een Opel Corsa met een Pools kenteken staande gehouden. In het voertuig werd in de kofferbak een automatisch vuurwapen, een patroonmagazijn met kogelpatronen, een geluiddemper, munitie, kogelpatronen, een pistool en een ‘jammer’ (stoorzender) aangetroffen. De voorwerpen waren verpakt in een vuilniszak, een jutezak en een bigshopper en zijn inbeslaggenomen. [medeverdachte 3] was de bestuurder van de auto. Voor de Opel Corsa reed een Volkswagen Polo waar [verdachte] in reed. De mannen waren samen vanuit Duitsland onderweg naar Nederland en zijn beiden staande gehouden.
3.4.2.
De bewijsoverwegingen
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij samen met [medeverdachte 3] in één auto van Nederland naar Duitsland is gereden. In Duitsland haalde hij een ander voertuig op en samen reden ze, ieder in een andere auto, weer terug naar Nederland. [verdachte] haalde de auto op als vriendendienst en op verzoek van kennissen van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] reed achter hem om de route naar huis te volgen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op 20 januari 2022 verlaten [medeverdachte 3] en [verdachte] samen de woning aan de [adres] in [woonplaats 1] . [verdachte] belt die dag om 11:12 uur met [medeverdachte 6] (hierna: [medeverdachte 6] ). [medeverdachte 6] is de schoonzoon van [verdachte] . [medeverdachte 6] zegt dat het goed zou zijn als [verdachte] nog even naar de winkel gaat voor handschoenen voor het overladen. [medeverdachte 6] zegt dat alles achterin of in de bagageruimte ligt “het kleintje, de lange en die korte”. [verdachte] zegt dat hij weet welke drie dingen het zijn. [verdachte] belt om 14:04 uur nog een keer met [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] vraagt of [verdachte] alles nog weet. [verdachte] zegt dat hij alles nog weet omdat hij het heeft opgeschreven. [medeverdachte 6] zegt dat [verdachte] met de Volkswagen Polo terug kan komen als er wat is. [medeverdachte 6] vraagt tot slot of zij niet vergeten om alles over te laden.
[medeverdachte 2] belt een dag eerder, op 19 januari 2022 om 21:14 uur, met een persoon die [medeverdachte 5] wordt genoemd. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] praten over het ophalen van “ijzer” [1] in een ander land. [medeverdachte 2] informeert vervolgens bij [medeverdachte 5] wat voor geldbedrag ze voor de klus kunnen vragen. [medeverdachte 2] zegt verder dat ze in een noodsituatie zitten en dat ze rekening moeten houden met het geval dat ze zich moeten verdedigen als ze aangehouden worden. Ook als ze met twee auto’s gaan rijden, bestaat het risico dat de politie bij de [adres] zal binnentreden. [medeverdachte 3] staat namelijk op hetzelfde adres ingeschreven. Als ze met twee auto’s gaan, zal de ander dertig of vijftig meter achter [medeverdachte 3] rijden. Om 21:41 uur hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] weer een gesprek. [medeverdachte 2] zegt dat [medeverdachte 3] erheen moet gaan en dat alles in orde is. Er zou een wapen met een verrekijker bij zitten, dat maar één keer gebruikt is. De rechtbank stelt vast dat deze beschrijving overeenkomt met het Remington geweer dat in de auto is aangetroffen. Dit geweer was voorzien van een richtkijker.
Na het aantreffen van de wapens op 21 januari 2022, voert [medeverdachte 2] op 3 februari 2022 een gesprek in de woning aan de [adres] . De rechtbank stelt vast dat door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] over het vervoer van de wapens en de aanhouding wordt gesproken. Daarbij worden steeds de (bij)namen [bijnaam] en [bijnaam 2] genoemd. De rechtbank concludeert op basis van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, dat met [bijnaam] [medeverdachte 3] en met [bijnaam 2] [verdachte] wordt bedoeld.
[medeverdachte 2] beëindigt op 3 februari 2022 een gesprek met [medeverdachte 3] en praat verder met [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] weet dat de politie informatie heeft gekregen over een witte Opel met een bepaald kenteken die wapens zou vervoeren. [medeverdachte 2] zegt tegen [medeverdachte 6] dat het waarschijnlijk een anonieme tip was. Het is onmogelijk dat iemand wat wist. Alleen hijzelf, [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] wisten ervan. Ze praten over de observatie van de auto van [medeverdachte 3] en [verdachte] vanaf de grens. [medeverdachte 2] zegt dat hij nog weet dat [medeverdachte 6] instructies gaf aan [medeverdachte 3] en [verdachte] voordat ze weggingen. Ze moesten de voorwerpen overpakken en het in één zak stoppen. [medeverdachte 3] vroeg nog waar het in zat, het zat in een grote zak. Uit het dossier volgt dat de wapens in een zak zijn aangetroffen.
De rechtbank concludeert op basis van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, dat de hierboven genoemde gesprekken gaan over het invoeren van de op 21 januari 2022 aangetroffen wapens en munitie door [medeverdachte 3] en [verdachte] .
[verdachte] heeft verklaard dat de gesprekken die hij op 20 januari 2022 met [medeverdachte 6] heeft gevoerd gaan over het overladen van bouwgereedschap. Het gereedschap is vies waardoor werkhandschoenen nodig zijn. Het gaat over een hamer (de lange) een boormachine (de korte) en een slijpmachine. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij dit al eerder wilde verklaren, maar hij zich niet veilig voelde bij de politie. De rechtbank acht die verklaring van [verdachte] , in het licht van de bewijsmiddelen en hiervoor genoemde overwegingen, echter ongeloofwaardig. De rechtbank stelt vast dat de beschrijving van de voorwerpen met “het kleintje, de lange en die korte” overeenkomt met wat is aangetroffen in de auto. Er is een lang vuurwapen met richtkijker aangetroffen, de .223 Remington, een kort wapen, het CZ-pistool en er zijn voorwerpen aangetroffen, zoals een geluiddemper en patroonmagazijn, die kleiner zijn dan de .223 Remington en het CZ-pistool.
Voorhanden hebben
Verdachte wordt verweten dat hij wapens en munitie voorhanden had. In de rechtspraak is verder ingekleurd wat het ‘voorhanden hebben’ van een wapen of munitie inhoudt.
Voor een veroordeling van het voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat de verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had. Die bewustheid hoeft niet te betekenen dat de verdachte zich bewust is van specifieke eigenschappen of kenmerken van het wapen of de munitie of van de exacte locatie van het voorwerp.
Daarnaast is voor het ‘voorhanden hebben’ vereist dat de verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie kan uitoefenen; hij moet over het wapen of de munitie kunnen beschikken. In bijzondere gevallen is de mogelijkheid dat een verdachte feitelijke macht uitoefent over het wapen of de munitie niet voldoende om te kunnen spreken van het ‘voorhanden hebben’. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer iemand onverwacht of ongewild, kort een wapen van een ander in handen krijgt of onverwacht een wapen van een ander in zijn buurt heeft terwijl hij daarvan niet direct afstand kan nemen.
Namens [verdachte] is aangevoerd dat hij niet wist dat de wapens en munitie in de auto van [medeverdachte 3] lagen.
De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk. Uit het dossier volgt dat deze ‘klus’ voorbereid was. [medeverdachte 6] heeft [medeverdachte 3] en [verdachte] instructies gegeven voordat ze naar Duitsland vertrokken. Nadat [verdachte] en [medeverdachte 3] de woning aan de [adres] verlieten, belde [medeverdachte 6] nog met [verdachte] om te checken of hij alles goed onthouden had, en om hem eraan te herinneren dat ‘jullie’ niet vergeten om alles over te laden. Daarbij geeft [medeverdachte 6] [verdachte] ook nog de opdracht om handschoenen aan te schaffen voor het overladen. De wapens zijn uiteindelijk aangetroffen in de kofferbak van de auto van [medeverdachte 3] . De beschrijving van de drie voorwerpen die overgeladen moesten worden, komt overeen met de aangetroffen wapens. Tot slot zegt [medeverdachte 6] later nog dat iemand vermoedelijk de politie een tip heeft gegeven, waardoor [medeverdachte 3] en [verdachte] aangehouden zijn. Alleen hijzelf, [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] wisten van het vervoer van de wapens af. De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 3] en [verdachte] de wapens bewust aanwezig hadden en dat ze er feitelijke macht over konden uitoefenen. Ze voerden de ‘klus’ samen uit en verkeerden steeds in elkaars nabijheid. Ze hebben de wapens dus voorhanden gehad.
Zonder consent doen binnenkomen
Een onderdeel van het verwijt dat [verdachte] wordt gemaakt, is het zonder consent doen binnenkomen van wapens en munitie. Met binnenkomen wordt bedoeld het binnen het grondgebied van Nederland brengen. Voor het doen binnenkomen en doen uitgaan van wapens en munitie van categorie II en III is altijd een consent/toestemming vereist, tenzij er een vrijstelling van toepassing is. De verlening van consenten vindt plaats door de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer te Groningen.
Op basis van de bewijsmiddelen en het voorgaande staat vast dat [medeverdachte 3] de wapens en munitie van Duitsland naar Nederland heeft vervoerd. [verdachte] begeleidde hem daarbij. Zij hebben de goederen dus in Nederland doen binnenkomen. Namens [verdachte] is aangevoerd dat het dossier geen bewijs bevat dat de goederen ‘zonder consent’ ingevoerd werden in Nederland. Voor de rechtbank staat niet ter discussie dat de wapens en munitie zonder consent Nederland zijn ingevoerd. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] niet gesteld of aangetoond heeft dat hij een vergunning of toestemming had om wapens en munitie te vervoeren.
Medeplegen
In het geval van ‘medeplegen’ moet vaststaan dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking door de verdachte met een of meer anderen die was gericht op het invoeren/voorhanden hebben van de wapens. De eisen van bewustheid en feitelijke macht gelden hier voor verdachte en zijn mededader(s).
[medeverdachte 3] is samen met [verdachte] naar Duitsland gereden en weer terug. [medeverdachte 3] en [verdachte] hebben de wapens in de auto van [medeverdachte 3] geladen en [verdachte] reed op de terugweg steeds voor of in de buurt van de auto van [medeverdachte 3] waar de wapens in lagen. De rechtbank is van oordeel zij zich allebei bewust waren van de aanwezigheid van de wapens. Zij hadden gezamenlijk ook de beschikking over de wapens in de auto. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het voorhanden hebben en het doen binnenkomen van de wapens en munitie, niet alleen tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] , maar ook met de personen die deelnamen aan de gesprekken die in de dagen voor hun aanhouding zijn gevoerd.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] samen met anderen wapens en munitie heeft vervoerd, voorhanden gehad en in Nederland heeft ingevoerd zonder consent.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de nacht van 20 op 21 januari 2022 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
- een vuurwapen, geweer, kaliber .223 remington / 5,56 x 45, en
- een patroonmagazijn met kogelpatronen, kaliber .223 remington / 5,56 x 45, en
- een vuurwapen, pistool Cz P-10 S, kaliber 9 x 19, en
- zes kogelpatronen, kaliber 9 x 19
zijnde vuurwapens en/of onderdelen van vuurwapens en munitie in de zin van categorie II en III van de Wet wapens en munitie,
zonder consent heeft doen binnenkomen en
heeft vervoerd en voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De rechtbank stelt vast dat de bewezenverklaring meerdere strafbare gedragingen betreft met betrekking tot wapens en munitie in de zin van categorie II en III van de Wet wapens en munitie (WWM), te weten: het zonder consent doen binnenkomen, het vervoeren en het voorhanden hebben.
Het vervoeren van wapens en munitie van categorie II en III is enkel verboden zonder vergunning of verlof tot vervoer (artikel 22 lid 1 WWM), maar dit is niet op deze manier ten laste gelegd.
De rechtbank ontslaat [verdachte] daarom op het onderdeel ‘vervoeren’ van alle rechtsvervolging.
Het bewezenverklaarde “zonder consent heeft doen binnenkomen” is strafbaar gesteld in de artikelen 14 en 55 WWM. Het bewezenverklaarde “voorhanden hebben” is strafbaar gesteld in de artikelen 26 en 55 WWM. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: medeplegen van
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en begaan met betrekking tot een wapen van categorie II onderdeel 2º.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert [verdachte] te veroordelen tot een gevangenisstraf van 27 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman verzoekt de rechtbank te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf aangevuld met een werkstraf. Bij het opleggen van een gevangenisstraf zal [verdachte] zijn inkomen en huis kwijtraken, zijn partner is ziek en heeft zijn hulp nodig. Hij heeft geen relevant stafblad.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Aard en ernst van het strafbare feit
[verdachte] heeft samen met [medeverdachte 3] wapens en munitie in Nederland ingevoerd en voorhanden gehad. Zij zijn hiervoor benaderd door mannen die gelinkt worden aan een groep Poolse mannen die in opdracht van anderen gewelddadige klussen uitvoerde. Daarbij werd het gebruik van wapens en fors geweld niet geschuwd. De klussen werden voorbereid en de uitvoerders ontvingen instructies van de opdrachtgevers. Het invoeren en voorhanden hebben wapens, waaronder een lang geweer met richtkijker en bijhorende accessoires, zoals een geluiddemper, kan naar algemene ervaringsregels in verband worden gebracht met het uitvoeren van zeer ernstige geweldsmisdrijven. Ongecontroleerd wapenbezit is een bedreiging voor onze samenleving en moet krachtig worden bestreden.
De rechtbank ziet de rol van [verdachte] als die van uitvoerder. De rol van [verdachte] is in vergelijking met de andere verdachten in dit dossier weliswaar kleiner, maar de rechtbank rekent [verdachte] zijn rol en de bijdrage die hij daarmee leverde aan de georganiseerde criminaliteit zwaar aan. Hij is wapens gaan ophalen die, als zij niet onderschept zouden zijn door de politie, voor geen enkel ander doel gebruikt zouden worden dan het plegen van ernstige geweldsfeiten. Met grote regelmaat wordt de maatschappij opgeschrikt door ernstig vuurwapengeweld, waarbij de maatschappij zich telkens geschokt uit over het feit dat daders over wapens konden beschikken. [verdachte] heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daad, noch laten zien dat hij er spijt van heeft. De rechtbank is van oordeel dat vanwege de ernst van het strafbare feit en wat zij hiervoor heeft overwogen, het opleggen van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende reactie is.
Persoon van verdachte
[verdachte] heeft de rechtbank geen inzicht gegeven op welke manier en waarom hij betrokken was bij het door hem begane misdrijf, waardoor de rechtbank daar bij het bepalen van de straf geen rekening mee kan houden.
Strafoplegging
De landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting vormen voor de rechtbank een uitgangspunt van denken bij het bepalen van de hoogte van de straf. Het oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van een automatisch wapen in de openbare ruimte, daaronder valt een voertuig op de openbare weg, is vijftien maanden gevangenisstraf. Voor een pistool is dat acht maanden gevangenisstraf. In totaal komt dit neer op 23 maanden gevangenisstraf. Voor kogelpatronen gelden geldboetes als uitgangspunt, maar omdat deze in combinatie met de wapens en onder de genoemde feiten en omstandigheden werden aangetroffen, zal de rechtbank de gevangenisstraf vermeerderen. De rechtbank weegt het georganiseerde karakter en het in opdracht van anderen plegen van het feit in strafverzwarende zin mee. Omdat het misdrijf in een georganiseerd verband is gepleegd, is er sprake van vrees voor het opnieuw plegen van strafbare feiten. De rechtbank zal daarom een gedeeltelijk voorwaardelijke straf opleggen, onder meer als waarschuwing voor [verdachte] om geen strafbare feiten meer te plegen.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 27 maanden waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar passend en geboden.
De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart dat het bewezen verklaarde “vervoeren” geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
- verklaart het overige bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het overige bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 1, het misdrijf:
medeplegen van
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en begaan met betrekking tot een wapen van categorie II onderdeel 2º;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
zevenentwintig maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
zeven maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Landelijke Eenheid, onderzoek 26Woltz, LERBB21002. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 6 tot en met 10
Op woensdag 19 januari 2022 omstreeks 21.14 uur (T4002) wordt [medeverdachte 2] gebeld door de gebruiker van het mobiele nummer [telefoonnummer] , vermoedelijk de persoon die [medeverdachte 5] wordt genoemd. Het gesprek is vanaf 00.00.19 letterlijk uitgewerkt en wordt hier onder integraal weergegeven.
[medeverdachte 2] : Je weet.. Nou ja, je weet waarvoor... daarnaartoe gereden zou moeten worden, nietwaar?
Naar die.. daar achter.. naar dat andere land, nietwaar?
[medeverdachte 5] : Nou, ik weet het niet echt, ik weet het niet, want je hebt het niet tegen mij gezegd. Nou?
[medeverdachte 2] : Nou, zoiets wat wordt gedaan.. wat Lucky Luke had..
[medeverdachte 5] :Wie, wie? Wat [ntv]?
[medeverdachte 2] : Nou.. ijzer. Nou, niet om een (l) [te halen], om een aantal [te halen]. En vertel me nou welk geld[bedrag] er van hem gevraagd kan worden. Want wij zijn aan het nadenken over het geld[bedrag] voor het vervoeren van iets daarvandaan hiernaartoe.
[medeverdachte 5] : Nou.. ik weet het niet.. [dat is] verschillend.. nou, vijf, tien duizend.. het ligt aan hoe iemand jou respecteert, ja..
[medeverdachte 2] : Nou, goed, maar je weet dat [het] vijf - tien duizend [is].. Nou, vijfduizend is een schijntje voor zoiets
[medeverdachte 5] : Ja hoor, ik weet het, ik weet het.. Nou nee, ik zou niet eens ergens naartoe rijden, weet je wel..
[medeverdachte 2] : Nou, jij niet, maar wij zijn in een noodsituatie. God verhoede dat een van ons zal rijden.. stel dat ik rijd en dat ik bijvoorbeeld.. Nou, er moet ook rekening gehouden worden met een doemscenario, van zich verdedigen in het geval dat ik word aangehouden, dus dan zal [bijnaam] op het terras moeten wachten met zijn handen omhoog, zelfs als hij met een tweede auto zal rijden, zal hij waarschijnlijk op het terras moeten slapen, want ze zullen hoe dan ook binnentreden, ze zullen waarschijnlijk met een helikopter het huis binnenkomen. Hij is op hetzelfde adres ingeschreven. We zijn aan het nadenken welk geld[bedrag]we moeten noemen, voor het geval dat.. We dachten: op zijn minst tien.. Het is geen vriendendienst, het is een klus. Het is goed dat wij met twee maten zijn. Dus zelfs als een zal rijden, zal de ander 30 - 50 meter achter hem rijden. In geval van aanhouding, God verhoede, zal ik komen en hij komt in de auto.
Aan de hand van camerabeelden kon worden vastgesteld dat op donderdag 20 januari 2022 omstreeks 09.20 uur de persoon van [verdachte] , bijgenaamd [bijnaam 2] , de woning aan de [adres] te [woonplaats 1] binnen ging. Vijf minuten later wordt waargenomen dat [verdachte] in het gezelschap van [medeverdachte 3] , bijgenaamd [bijnaam] , de woning verlaten
Op donderdag 20 januari 2022 omstreeks 14.04 uur belt [medeverdachte 6] (005) met [verdachte] (010)
005: Sorry dat ik stoor
010: Je stoort niet.
005: ja, ja. Weet je alles nog?
010: ja ik heb het opgeschreven. [ntv]. Dank je.
005: en als er wat is, dan kom je met [naam] [VW polo] terug, oke
010: dat zal ik doen en als ik ergens in de buurt ben, bel ik je en dan wacht je er op ons.
005: vergeten jullie niet om alles te overladen...en...
010: ja. zo zal het zijn. goed.
2.
Het proces-verbaal zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 11
Vervoersbewegingen vastgesteld aan de hand van ANPR (Automatic Number Plate Recognition) leerde dat het genoemde voertuig van het merk Opel, type Corsa voorzien van het Pools kenteken [kenteken 1] op donderdag 20 januari 2022 omstreeks 23.08 gesignaleerd is op de Rijksweg A37 ter hoogte van Zwartemeer.
Omstreeks 23:48 uur werd het voertuig door een observatieteam waargenomen op de Provinciale weg N340 ter hoogte van de plaats Ommen, rijdende in de richting van Zwolle. Het voertuig werd vooraf gegaan door een ander voertuig van het merk Volkswagen, type Polo voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Op vrijdag 21 januari 2022 omstreeks 00:24 uur is waargenomen dat beide genoemde voertuigen de snelweg verlieten naar verzorgingsplaats Hendriksbos. De beide voertuigen reden echter weer door, waaruit het observatieteam opmaakte dat beide voertuigen bij elkaar hoorden.
Op vrijdag 21 januari 2022, omstreeks 01.00 uur is op de Rijksweg A12 ter hoogte van
hectometerpaal 60.0 als bestuurder van het voertuig van het merk Opel, type Corsa, voorzien van het Pools kenteken [kenteken 1] , aangehouden als verdachte de persoon van [medeverdachte 3] , bijgenaamd [bijnaam] , geboren op [geboortedatum 2] -1994 en als bestuurder van het voertuig van het merk Volkswagen, type Polo, voorzien van het kenteken [kenteken 3] , als verdachte de persoon van [verdachte] , bijgenaamd [bijnaam 2] , geboren op [geboortedatum 3] -1972.
In het voertuig van het merk Opel, type Corsa voorzien van het Poolse kenteken [kenteken 1] werd in de kofferbak, verpakt in een vuilniszakzak, een jutezak en een bigshopper, een automatisch vuurwapen, een patroonmagazijn met kogelpatronen, een geluiddemper, munitie, kogelpatronen, een pistool en een zgn. ‘jammer’ (stoorzender) aangetroffen en inbeslaggenomen.
3.
Het proces-verbaal van onderzoek wapens, munitie en geluiddemper, zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 51 tot en met 61
Op vrijdag 21 januari 2022 zijn in een voertuig, voorzien van het Poolse kenteken [kenteken 1] , goederen inbeslaggenomen. Na onderzoek van deze goederen is het volgende naar voren gekomen.
Object : Vuurwapen (Geweer)
Kaliber : 5,56x45mm (=.223 Remington)
Ik zag dat dit geweer was voorzien van een wegklapbare telescopische tweepoot (geweersteun), extra voorgreep en een optische richtkijker.
Derhalve is dit geweer een automatisch vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2, lid 1, categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie.
Object : Munitie (Kogelpatroon)
Kaliber : 5,56x45mm (=.223 Remington)
Bij mijn onderzoek zag ik dat in het patroonmagazijn 14 kogelpatronen aanwezig waren. Deze 14 kogelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 líd 2 categorie III van de WWM
Object : Geluiddemper
Derhalve is deze geluiddemper een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie 1 onder 3 van de Wet wapens en munitie.
Object : Vuurwapen (Pistool)
Merk/model : Ceská zbrojovka (CZ) / P-10 S
Kaliber : 9x19mm
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Object : Munitie (Kogelpatroon)
Kaliber : 9x19mm
Deze 6 kogelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de WWM.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 85 tot en met 99
Ik was naar Duitsland gereden. Ik was daar ook niet alleen. Die auto waarin ik werd aangehouden, die werd gehuurd op mijn naam.
5.
het proces-verbaal zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 7, 8
Op diezelfde avond, woensdag 19 januari 2022 omstreeks 21.41 uur (T4002) belt [medeverdachte 2] (002) met de persoon die [medeverdachte 5] (008) wordt genoemd.
002: Ik sprak hem zojuist. Want ze moesten vandaag [ntv] rijden.
002: Ik sprak hem en hij zei dat ze erheen moesten gaan, weet je? En ik vroeg of alles in orde was. Hij zei van wel en ik zei dat het betekent dus 'vooruit' ? En hij zei dat ik niet moest vragen omdat alles in orde was.
008: aha. [ntv]
002: oude...hij zou minimaal 2,00 [twee, nul nul] krijgen...
008: Het is jouw leven, verdomme, jouw beslissing ik zeg je alleen dat ik zou niet eens voor
10 duizend gaan
002: Verdomme, ik zou ook niet gaan, maar [medeverdachte 7] gaat. Ik heb het aan [bijnaam] gezegd: [bijnaam] stel het aan iemand voor. eeeh....10 duizend zodat men er mee komt. En dat het alleen tussen ons blijft. Er zou nog een ding zijn dat men alleen maar een (1) keer gebruikt. Snap je? Zo 'n 'cyf’ van veraf. Weet je wat ik bedoel? Met een verrekijker.
002: Ik ga niet met de oude rijden. Dat zal [bijnaam] doen. Ik ga in een hele andere auto rijden.
Op die zelfde dag, donderdag 20 januari 2022 omstreeks 11.12 uur belt [medeverdachte 6]
(005) met [verdachte] (010).
005: Maar het zou goed zijn als je nog even naar een winkel gaat om voor de handschoenen
010: ehe
005: want als jullie gaan overladen
010: jaja
005. Ja. dat kleintje... dat ...alles ligt achterin. Laat hem de lange nemen en die korte. Die ligt ook ergens in de bagageruimte en 'zagluszac' [lett; stoorzender, kan demper zijn]
010: Het zijn 3 dingen, ik weet welke drie dingen het zijn
005: Ja, alles ligt in de bagageruimte
6.
Het proces-verbaal van bevindingen, OVC in woning [adres] [woonplaats 1] d.d. 03-02-2022, zaaksdossier 3.06, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 62 tot en met 69
OVC-gesprek d.d. 03 februari 2022 tijdstip 13:52 - 17:23 uur
131257 14:12 [medeverdachte 2] beëindigt het gesprek met [bijnaam] en hij zegt tegen [medeverdachte 6] dat het waarschijnlijk een anonieme tip was. [medeverdachte 2] zegt tegen [medeverdachte 6] dat het onmogelijk is dat iemand wat wist.
[medeverdachte 6] : Ik ben de enige persoon, [bijnaam] , [verdachte] en jij. [medeverdachte 2] vraagt zich af wie aan de politie een tip heeft gegeven. [medeverdachte 6] weet dat politie een info kreeg dat er in een witte Opel met een bepaalde kenteken wapen vervoerd wordt, dat iemand dit verklaard moet hebben.
[medeverdachte 6] : Iemand heeft gebeld, verdomme.
[medeverdachte 6] zegt dat [bijnaam 2] net achter [bijnaam] reed en dat de hele route en hun handelingen gedetailleerd beschreven zijn.
16:38 [medeverdachte 2] praat met [medeverdachte 6] over de observatie van de auto van [bijnaam] en [bijnaam 2] vanaf de grens. [medeverdachte 6] praat in het Nederlands met een NNM.
NNM ja dat begrijp ik wel. Nee maar als jij vinger afdruk. Ze gaan je in de gaten houden bro. Ze komen kankerhard binnen vallen.
NNM Jij hebt niet zo vol aangeraakt.
[medeverdachte 6] : Jawel man.
NNM: Ja weet je het zeker. Heb je niet een beetje snel doekje beetje snel schoon bro...ammoniak.
[medeverdachte 6] : Ik heb die spullen allemaal schoon gemaakt. Behalve die tassen waar het in zat bro. Maar die ding was zo gekomen die, hoe heet het met mijn handen zonder handschoen op straat moest pakken en in kofferbak slaan snap je. Op dat moment sws vingers.
[medeverdachte 2] voegt zijn commentaar in het Engels [16:30:04 - 16:41:41]
[medeverdachte 2] zegt dat hij nog weet dat [medeverdachte 6] instructie aan [bijnaam] en [bijnaam 2] gegeven had voordat ze weggingen.
[medeverdachte 2] : Je zei: Jullie moeten onthouden, jullie moeten de zaken overpakken en het in één zak stoppen. En [bijnaam] vroeg nog: En waar zit het in? In een grote zak.

Voetnoten

1.Straattaal voor vuurwapen(s)