In de zaak van de verdachte, geboren in 1980 in Polen, heeft de Rechtbank Overijssel op 14 november 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het voorbereiden en plegen van zware mishandeling met voorbedachte rade op 7 december 2021 in Groningen. De rechtbank heeft het onderzoek gevoerd op de openbare terechtzittingen van 1 en 4 september 2023 en 7 november 2023. De officier van justitie, mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn, eiste een veroordeling, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.S. Jordan, pleitte voor vrijspraak.
De tenlastelegging omvatte zowel de poging tot zware mishandeling als de voorbereiding daarvan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen naar een bedrijfspand in Groningen is gegaan met de intentie om de heer [slachtoffer] te mishandelen. Echter, de rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte daadwerkelijk opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Er waren geen wapens aangetroffen en getuigenverklaringen gaven onvoldoende bewijs voor de intentie om zwaar letsel toe te brengen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen en heeft de verdachte integraal vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging. De overige verweren werden om die reden niet besproken. De uitspraak is openbaar gedaan door de rechtbank in Zwolle.