9.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 3,telkens het misdrijf: feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht (2 dagen), bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van
€ 1.884,94(bestaande uit materiële schade en immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 3): van een bedrag van
€ 1.884,94(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2022);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.884,94, (zegge: duizend achthonderdvierentachtig euro en vier en negentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
28 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het meer of anders gevorderde
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en
mr. C.E. Vording, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023.
Buiten staat
Mr. S.H. Peper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2022384670, onderzoeksnummer ONRBC2251/Malaga. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 oktober 2023, voor zover inhoudende als de verklaring van verdachte:
Ik ben de enige mannelijke medewerker in mijn kledingzaak [bedrijf] aan de [adres 2] . Ik herinner mij de jurk.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] bladzijde 45 tot en met 48, voor zover inhoudend als verklaring van aangeefster, zakelijk weergegeven:
Vorig jaar was ik in de winkel [bedrijf] aan de [adres 2] . Ik ging met mijn moeder en mijn zus op zoek naar een jurk. Wij hadden een beiden een aantal jurken gevonden en gingen deze passen om te laten vermaken. Dit is in september 2021 gebeurd. Ik stond voor de spiegel bij de paskamers. Ik stond met mijn gezicht naar de spiegel zodat ik mee kon kijken. Hij stond naast mij aan de rechter kant. Hij stond met zijn gezicht naar mij toe, half gedraaid naast mij. Terwijl hij naast mij stond deed hij de cups van de bovenkant achter mijn jurk. Ik droeg geen bh omdat het een strapless jurk was. Hij gaf aan dat hij cups had om dat op te vullen. Die had hij inmiddels gepakt. Ik wist niet dat hij die cups achter mijn jurk zou doen. Dat deed hij automatisch. Voor dat ik het wist deed hij dat al. Hij had het niet aangekondigd dat hij de cups achter mijn jurk zou doen. Met twee handen ging hij achter mijn jurk en met een hand tilde hij mijn blote borst op en met de andere hand deed hij de cup onder mijn borst. Hij bleef frunniken bij mijn borst om de cup zogenaamd goed te doen. Vervolgens deed hij dat bij de andere borst op de zelfde manier. Voor mijn gevoel deed hij dat ook onnodig lang.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , bladzijde 55 tot en met 57, voor zover inhoudend als de verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven:
Ik ben met mijn dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] naar de winkel [bedrijf] aan de [adres 2] gegaan. De dames hebben meerdere jurken uitgezocht die ze wilden passen. [slachtoffer 2] kwam uit het hokje. Toen kwam hij tot de conclusie dat er iets onder haar borsten moest dat vulde de jurk mooi af. Hij haalde van achteren een stukje op om het onder haar borsten te zetten. Hij vroeg niets. Hij deed het gewoon. Hij deed zijn hand achter haar jurk aan de zijkant boven en stopte die vulling onder haar borst waarbij haar borst aanraakte. Hij streek een paar keer over haar billen. Ik ben op [datum] getrouwd. lk denk wij een week 4 a 5 daarvoor in de winkel waren.
4.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , bladzijde 50 tot en met 53, voor zover inhoudend als verklaring van aangeefster, zakelijk weergegeven:
Ik was vorig jaar met mijn moeder en mijn zusje [slachtoffer 2] in de winkel [bedrijf] aan de [adres 2] . Mijn zusje [slachtoffer 2] , mijn moeder en ik waren op zoek naar een jurk. Uiteindelijk zijn wij, mijn zus en ik, elk een paskamer ingegaan. Op een gegeven moment had ook zus een jurk uitgekozen. Hij was wel tien minuten aan het prutsen bij haar billen. Ik zag dat hij steeds met zijn hand over haar billen streek. Hij streek echt over de hele bil. Van de onderrug tot aan haar bil. De jurk was bij haar borsten veel te wijd. Hij heeft toen vulling opgehaald. Die heeft hij zelf bij haar achter de jurk geplaatst. Zonder iets aan haar te vragen pakte hij met wijsvinger en duim haar borst en met de andere hand ging hij van boven achter haar jurk en drukte de vulling onder haar borst. Hij stond met zijn hand achter haar borsten friemelen. Hij verplaatste het kussentje iedere keer van onderen naar de zijkant van haar borsten. Hij deed dit bij beide borsten en hij keek steeds achter haar jurk naar haar borsten. Met de hand waarmee hij aan de bovenkant haar borst vasthield wreef hij ook langs haar tepel. Dit is begin september 2021 gebeurd.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 oktober 2023, voor zover inhoudende als de verklaring van verdachte:
Ik herinner mij aangeefster zeer goed. Zij had meerdere jurken gepast. Een van de jurken was een jurk die tot aan de zoom open was en die je zonder bh moest dragen. Tijdens het passen van de jurken was zij aan het bellen met haar man. De laatste jurk betrof een model dat hoger op de dij doorzichtig was. Zij had een fietsbroek aan. Het was niet mooi om een korte broek onder de jurk te zien. Misschien heb ik de korte broek aan een kant opgetild. De laatste jurk had een rits op de rug die zij zelf niet dicht kon doen.
6.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , bladzijde 14 tot en met 17, voor zover inhoudend als de verklaring van aangeefster:
Op 20 augustus 2022 was ik aan de [adres 2] bij de kledingwinkel [bedrijf] . Ik had een jurk uitgezocht. Hij gaf op dat moment aan dat ik deze jurk zonder mijn bh moest passen. Ik had een fietsbroekje aan en die heb ik gelaten. Mijn bh was ook nog aan. De achterzijde van de jurk was helemaal open nog. Er zit een rits in vanaf het staartbotje tot aan de nek. Toen ik uit het pashok kwam ging hij bij me staan en ging met zijn hand achter de jurk aan de boven-/voorzijde van de jurk. Hij ging met zijn rechterhand naar mijn linkerborst toe en pakte mijn borst aan de onderkant vast en haalde mijn borst omhoog. Hij stond achter mij en ging met zijn linkerhand ook achter de jurk aan de voorkant en pakte mijn andere borst vast. Deze haalde hij ook omhoog. Terwijl hij achter mij stond ding hij vanaf de achterkant de jurk in, pakte weer mijn beide borsten vast, haalde deze omhoog en wreef over mijn tepels. Hij raakte met zijn handen ook mijn billen en heupen aan.
Hij deed alles zonder of toestemming aan mij te vragen. Hij deed vervolgens zonder te vragen, de jurk aan de onderkant omhoog zodat hij bij het fietsbroekje kon en haalde de pijpjes van het broekje omhoog. Hierbij ging hij met zijn handen ook aan de binnenkant van mijn benen, eerst het ene been en toen het ander been. Hij streek hierbij met zijn handen over mijn billen heen en ging ook met zijn handen aan de binnenkant van mijn benen en streek hierbij met de binnenkant van zijn handen over mijn vagina heen. Dit deed hij bij beide pijpjes van het fietsbroekje. Ik ging terug het pashokje in. Ik was in paniek en zocht een uitweg. Ik vroeg hem of ik kon pinnen. Ik kreeg de rits niet alleen toen. Ik moest hem dus om hulp vragen. Hij trok de gehele rits open. Ik heb met mijn vriend gefacetimed nom 10:48 uur. Ik wilde ook dat mijn vriend wist waar ik was, dit voelde voor mij als veilig aan op dat moment. Ik ben de winkel uitgerend en heb direct mijn vriend gebeld.
7.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina 21 tot en met 23, voor zover inhoudend als de verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1] is een jurk gaan passen bij [bedrijf] in [adres 2] . [slachtoffer 1] belde mij. Ze zat op dat moment in een pashokje. Ze belde mij via Facetime. Ze had een jurk gevonden. Ze was een beetje vaag. Ze zei dat ze moest gaan pinnen. Ze was anders dan normaal. Even later kwam ze thuis. Ze was helemaal van slag. Zij vertelde dat zij min of meer de zaak uit is gevlucht met de smoes dat ze moest pinnen. Ze vertelde dat hij haar betast had bij haar benen en bij haar borsten. Ze moest haar bh en haar broekje uit doen. [slachtoffer 1] was helemaal van slag, huilen. Hij zou haar aan de borsten en tussen de benen, schaamstreek en billen aangeraakt hebben. Dit was op 20 augustus 2022. Wij hebben via facetime contact gehad tussen 10:30 en 11:30 uur.