Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair) in de periode van 5 juni 2020 tot en met 15 september 2020 als feitelijk bestuurder van het failliet verklaarde [bedrijf 1] B.V., samen met natuurlijke en/of rechtspersonen, althans alleen, bedrieglijke bankbreuk heeft gepleegd door onder andere meerdere geldbedragen aan de boedel te onttrekken en/of buitensporig middelen van voornoemde rechtspersoon te verbruiken dan wel (
subsidiair) dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan het door [bedrijf 2] B.V., als bestuurder van voornoemde rechtspersoon, plegen van voornoemd strafbaar feit;
primair) in de periode van 27 juni 2019 tot en met 4 juni 2020 als feitelijk bestuurder van het failliet verklaarde [bedrijf 1] B.V., samen met natuurlijke en/of rechtspersonen, althans alleen, buitensporig middelen (tot een totaalbedrag van € 230.543,60) van voornoemde rechtspersoon heeft verbruikt dan wel (
subsidiair) dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan het door [bedrijf 2] B.V. plegen van voornoemd strafbaar feit;
primair) in de periode van 27 juni 2019 tot en met 15 september 2020 als feitelijk bestuurder van het failliet verklaarde [bedrijf 1] B.V. opzettelijk niet heeft voldaan aan de administratie-, bewaar- en/of afgifteplicht door niet de (volledige) administratie aan de curator te overleggen en/of niet de (gehele) administratie te voeren en/of bewaren dan wel (
subsidiair) dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan het door [bedrijf 2] B.V. plegen van voornoemd strafbaar feit.
primair)
subsidiair)
primair)
subsidiair)
primair)
subsidiair)
Ten aanzien van onderdeel 5 (overboekingen naar [bedrijf 2] ) heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat uit het dossier niet kan blijken dat sprake is van buitensporige bestedingen, en in het bijzonder niet dat deze gelden zijn vergokt.
€ 34.700,00. Hiervan is € 2.000,00 opgenomen na 5 juni 2020. In de ten laste gelegde periode is dus een totaalbedrag van € 32.700,00 opgenomen. [11]
€ 45.200,00. Hiervan is € 1.900,00 overgeboekt na 5 juni 2020. Een bedrag van € 11.000,00 is weer teruggeboekt. Dit brengt met zich dat in de periode van 12 juni 2019 tot en met 5 juni 2020 een totaalbedrag van € 32.300,00 is overgeboekt naar verdachtes privérekening. [12]
€ 37.324,60. Dit bedrag moest, blijkens de overeenkomst, in 60 maandelijkse termijnen worden betaald. [18]
€ 229.766,20) heeft verbruikt, uitgegeven en/of vervreemd, ten gevolge waarvan schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld, zoals onder 2 primair ten laste is gelegd.
€ 1.000,00, dus in totaal € 2.000,00, had opgenomen bij vestigingen van Holland Casino. [29]
€ 1.900,00 overgeboekt. [30] Tot slot heeft hij na 5 juni 2020 ook nog € 14.667,40 overgeboekt naar een andere privérekening, met rekeningnummer [rekeningnummer 3] . Hiervan heeft hij € 4.130,00 weer teruggeboekt. Daarmee komt het totaal overgeboekte bedrag uit op € 10.547,50. [31]
omstreeks’’ is aan te merken, spreekt de rechtbank verdachte vrij van het verwijt dat hij niet aan zijn afgifteplicht, als bedoeld in artikel 344a lid 2 sub 1 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), heeft voldaan.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
als bestuurder van een rechtspersoon, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd;
als bestuurder van een rechtspersoon voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, buitensporig middelen van de rechtspersoon verbruiken, uitgeven of vervreemden, ten gevolge waarvan een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld, meermalen gepleegd;
als bestuurder van een rechtspersoon, voor het faillissement van de rechtspersoon, terwijl dit is gevolgd opzettelijk niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling wordt bemoeilijkt.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
€ 100.000,00) en verslavingsgevoeligheid vormen een risico op delictgedrag. De reclassering adviseert in het geval van een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden. Zij raadt, vanwege de financiële situatie van verdachte, het opleggen van een geldboete af. Een eventuele gevangenisstraf zou er volgens de reclassering voor zorgen dat de (ziekelijke) vrouw van verdachte alleen staat in de opvoeding van de kinderen en het huishouden. Hij is wel in staat om een taakstraf uit te voeren.
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
als bestuurder van een rechtspersoon, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd;
als bestuurder van een rechtspersoon voor de intreding van het faillissement, terwijl dit is gevolgd, buitensporig middelen van de rechtspersoon verbruiken, uitgeven of vervreemden, ten gevolge waarvan een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld, meermalen gepleegd;
als bestuurder van een rechtspersoon, voor het faillissement van de rechtspersoon, terwijl dit is gevolgd opzettelijk niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling wordt bemoeilijkt;
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;