ECLI:NL:RBOVE:2023:448

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
10168909 \ EJ VERZ 22-339
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer

In deze zaak heeft Teleperformance Netherlands B.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De werknemer is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2023, terwijl Teleperformance wel aanwezig was en haar standpunt heeft toegelicht. De kantonrechter heeft op 2 februari 2023 uitspraak gedaan. De werknemer was sinds 31 augustus 2022 ziek, maar heeft zich met terugwerkende kracht per 4 september 2022 beter gemeld, zonder verdere communicatie met Teleperformance. Teleperformance heeft herhaaldelijk geprobeerd contact te leggen, maar de werknemer bleef onbereikbaar en verscheen niet op uitnodigingen voor gesprekken. Teleperformance heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gebaseerd op artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW, wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor ontbinding, aangezien de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen en onvindbaar was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 2 februari 2023 en heeft bepaald dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, gezien het verwijtbare handelen. Tevens is de werknemer veroordeeld in de proceskosten van Teleperformance, die zijn begroot op € 626,00.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10168909 \ EJ VERZ 22-339
Beschikking van de kantonrechter van 2 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap
TELEPERFORMANCE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zoetermeer,
verzoekende partij, hierna te noemen Teleperformance,
vertegenwoordigd door P.G.H.J. Hegeman en A.M.J.E. Koch,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij, hierna te noemen [verweerder] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Teleperformance heeft een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verweerder] .
1.2.
Op 5 januari 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Teleperformance is verschenen. [verweerder] is niet verschenen. Teleperformance heeft haar standpunt nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken. De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat vandaag beschikking zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1987, is op 16 augustus 2021 in dienst getreden bij Teleperformance. [verweerder] was laatstelijk werkzaam als Contact Center medewerker op basis van een arbeidsomvang van 32 uur per week en voor een salaris van € 1.425,50 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Per 16 maart 2022 is [verweerder] voor onbepaalde tijd in dienst.
2.2.
Op 23 augustus 2022 heeft [verweerder] een verzoek ingediend voor verlof vanaf 4 september 2022. Omdat het verzoek te laat was ingediend, heeft Teleperformance het verzoek afgewezen.
2.3.
Per 31 augustus 2022 heeft [verweerder] zich ziek gemeld.
2.4.
Op 12 september 2022 heeft Teleperformance [verweerder] schriftelijk opgedragen om het protocol bij ziekteverzuim na te leven. Ook heeft Teleperformance medegedeeld dat zij de loonbetaling van [verweerder] zal opschorten per 4 september 2022 als [verweerder] niet reageert.
2.5.
Op 14 september 2022 heeft de verzuimbegeleidende instantie van Teleperformance laten weten dat [verweerder] sinds 1 september 2022 niet bereikbaar is geweest. Teleperformance heeft daarna schriftelijk aan [verweerder] verzocht om binnen drie werkdagen contact op te nemen. Bij gebreke daarvan zal de loonbetaling worden opgeschort per 31 augustus 2022 en zal daarna een loonstop volgen, zo laat Teleperformance weten.
Op 15 september 2022 heeft Teleperformance aan [verweerder] medegedeeld dat zij tot opschorting van de loonbetaling overgaat.
2.6.
Op 15 september 2022 heeft [verweerder] zich per e-mail aan de verzuimbegeleidende instantie met terugwerkende kracht per 4 september 2022 beter gemeld. [verweerder] gaf daarbij aan dat hij niet bereikbaar was omdat hij met vakantie was.
2.7.
Op 20 september 2022 heeft Teleperformance [verweerder] schriftelijk laten weten dat zij de loonopschorting omzet in een loonstop. Teleperformance heeft [verweerder] uitgenodigd voor een gesprek met haar HR-advisors op 22 september 2022. [verweerder] is niet verschenen. Daarop is [verweerder] nogmaals uitgenodigd voor een gesprek op 28 september 2022. Ook daar is [verweerder] niet verschenen. Op 30 september 2022 heeft Teleperformance [verweerder] schriftelijk verzocht om contact op te nemen, dan wel ontslag te nemen. Teleperformance heeft tot op heden niets van [verweerder] vernomen.

3.Het verzoek

3.1.
Teleperformance verzoekt op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op de korst mogelijke termijn te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, dan wel onderdeel g BW, zonder toekenning van een transitievergoeding.
3.2.
Aan dit verzoek legt Teleperformance ten grondslag dat er een redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat – kort gezegd – sprake is van verwijtbaar handelen van [verweerder] .

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden en motiveert dat oordeel hierna als volgt.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is, indien er geen opzegverbod geldt en indien herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
4.3.
Teleperformance heeft primair verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW (ernstig verwijtbaar handelen of nalaten) en subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3, onderdeel g BW (verstoorde arbeidsverhouding). Teleperformance heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat [verweerder] zich ziek heeft gemeld, dat hij tijdens zijn ziekteverlof onbereikbaar was voor de verzuimbegeleidende instantie en dat hij zich vervolgens met terugwerkende kracht beter heeft gemeld. Nadat [verweerder] zich beter heeft gemeld, heeft hij niets meer van zich laten horen. Hij heeft, ondanks meerdere sommaties daartoe en ondanks een loonstop, zijn werk niet hervat en is meerdere malen niet verschenen op uitnodigingen van Teleperformance om in gesprek te gaan. Volgens Teleperformance is [verweerder] onvindbaar en heeft hij geen enkele inspanning gedaan om met Teleperformance in contact te komen. Van Teleperformance kan redelijkerwijs niet worden gevergd om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] nog langer te laten voortduren, aldus Teleperformance.
4.4.
[verweerder] is in deze procedure niet verschenen en heeft de voormelde door Teleperformance aangevoerde feiten en omstandigheden niet weersproken. Die staan dan ook vast. Op basis hiervan oordeelt de kantonrechter dat [verweerder] verwijtbaar heeft gehandeld en nagelaten. Dit levert een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW en zoals Teleperformance primair heeft verzocht.
4.5.
Gesteld noch gebleken is dat een opzegverbod van toepassing is.
4.6.
Gelet op het verwijtbaar handelen en nalaten door [verweerder] ligt herplaatsing in een andere passende functie niet in de rede.
4.7.
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek om ontbinding niet is gegrond op het zonder deugdelijke grond door [verweerder] niet nakomen van – kort gezegd – zijn re-integratieverplichtingen. [verweerder] heeft zich immers beter gemeld per 4 september 2023 en de feiten en omstandigheden op grond waarvan ontbinding wordt verzocht, liggen dan ook in de periode ná zijn betermelding. De eisen uit artikel 7:671b lid 5 BW zijn dan ook niet van toepassing.
4.8.
Aan alle vereisten voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is voldaan. De kantonrechter zal het verzoek van Teleperformance tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toewijzen.
4.9.
De kantonrechter kwalificeert het – ten tijde van het indienen van het verzoekschrift al anderhalve maand – onbereikbaar en onvindbaar zijn voor Teleperformance als ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van [verweerder] . Daarom zal de kantonrechter geen rekening houden met de geldende opzegtermijn (artikel 7:671b lid 9, aanhef en onder b BW). Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van vandaag, 2 februari 2023.
4.10.
Omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder] , is Teleperformance aan [verweerder] geen transitievergoeding verschuldigd (artikel 7:673 lid 7, aanhef en sub c BW).
4.11.
[verweerder] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de proceskosten van Teleperformance betalen. Die worden tot op heden begroot op:
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigden
€ 498,00
totaal € 626,00
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Teleperformance en [verweerder] met ingang van vandaag,
5.2.
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Teleperformance begroot op € 626,00;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.C.M. Manders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2023. (SB)