Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten en het geschil, in conventie en in reconventie
3.De beoordeling door de kantonrechter, in conventie en in reconventie
99,50
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen partij A en partij B. Partij A, vertegenwoordigd door EBL Incasso, vorderde betaling van een bedrag van € 1.785,58 van partij B, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op onbetaalde facturen voor ICT-diensten, waaronder het verzorgen van zakelijke e-mail, die door partij A aan partij B waren geleverd. Partij B had in het verleden wel enkele facturen betaald, maar had de betalingen voor de maanden november 2022 tot en met april 2023 stopgezet. Partij B voerde aan dat de contracten onder misleiding tot stand waren gekomen, omdat partij A had verzekerd dat de contracten maandelijks opzegbaar waren, wat volgens partij B niet het geval was. Daarnaast vorderde partij B in reconventie schadevergoeding van € 8.250,00 wegens omzetverlies door het afsluiten van de zakelijke e-mail door partij A.
De kantonrechter oordeelde dat de contracten rechtsgeldig waren afgesloten en dat partij B in verzuim was door de onbetaalde facturen. De vordering van partij A werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering in reconventie van partij B werd afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat partij A gerechtigd was om de diensten op te schorten vanwege de betalingsachterstand. De proceskosten werden toegewezen aan partij A, en partij B werd veroordeeld tot betaling van deze kosten.