ECLI:NL:RBOVE:2023:4442

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
10733670 CV EXPL 23-3610
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling van achterstallige huur in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.A.G. Warfman, vorderde ontruiming van de gehuurde woonruimte en betaling van achterstallige huur. Gedaagde was niet verschenen en had geen bekende woon- of verblijfplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestond tussen partijen, waarbij gedaagde regelmatig te laat met de huurbetalingen was. Eiseres had gedaagde meerdere keren gesommeerd om de huur tijdig te betalen, maar dit leidde niet tot betaling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft gedaagde veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning leeg en ontruimd ter beschikking te stellen aan eiseres. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van € 7.400,00 voor achterstallige huur en in de proceskosten, die zijn begroot op € 901,86, met nakosten van € 132,00. De rechtbank heeft de vordering tot ontruiming en betaling van de huur toegewezen, met de bepaling dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10733670 CV EXPL 23-3610
Vonnis in kort geding van 3 november 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,
gemachtigde: mr. G.A.G. Warfman, advocaat te Enschede,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen noch vertegenwoordigd.

1.De procedure

1.1.
Aan [eiseres] is door de kantonrechter toestemming verleend om [gedaagde] te dagvaarden op verkorte termijn voor een zitting op 30 oktober 2023, op voorwaarde dat de dagvaarding wordt betekend uiterlijk 20 oktober 2023.
1.2.
Op 5 oktober 2023 is betekend de dagvaarding met producties waarbij [eiseres] een vordering heeft ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en [gedaagde] heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen in Enschede, op 30 oktober 2023, 13.30 uur.
1.3.
Omdat van [gedaagde] op dit moment geen adres bekend is in binnen- en buitenland is het exploot gedaan aan het parket van het OM bij de Rechtbank Overijssel. Op 9 oktober 2023 is dit bekendgemaakt in de Staatscourant onder nummer 27977.
1.4.
Voorafgaand aan het betekenen van de dagvaarding heeft [eiseres] op 3 september 2023 de concept dagvaarding doorgestuurd aan [gedaagde] , per e-mail en whatsapp, gebruikmakend van de contactgegevens waarop zij herhaaldelijk met [gedaagde] heeft gecommuniceerd.
1.5.
De vordering is behandeld ter zitting van 30 oktober 2023. [eiseres] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Tegen de niet verschenen [gedaagde] is verstek verleend.
1.6.
[eiseres] heeft haar standpunt laten toelichten door haar gemachtigde.
1.7.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en [gedaagde] hebben een huurovereenkomst gesloten, op basis waarvan [eiseres] aan [gedaagde] verhuurt de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] . De huurprijs bedraagt € 1.850,00 per maand.
2.2
Sinds het begin van de huurovereenkomst op 10 januari 2018 is [gedaagde] regelmatig te laat met het betalen van de huur. In de loop der jaren heeft [eiseres] [gedaagde] herhaaldelijk verzocht en gesommeerd om tijdig en voor de eerste van de maand de huur te voldoen.
2.3.
De gemachtigde van [eiseres] heeft [gedaagde] op 8 juni 2023 gesommeerd om de op dat moment openstaande maanden maart, april, mei en juni 2023 (bij elkaar € 7.400,00) te betalen, alsmede de toekomstige termijnen tijdig te voldoen.
2.4.
Op 22 juni 2023 heeft [gedaagde] € 7.700,00 betaald. De huur voor de maanden juli, augustus, september en oktober 2023 is onbetaald gebleven.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen.
3.2.
[eiseres] vordert - samengevat – om
I [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] te ontruimen en ontruimd te houden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 ineens en € 100,00 per dag, te betalen aan [eiseres] indien [gedaagde] niet aan het vonnis voldoet, alsmede om [eiseres] te machtigen om [gedaagde] , indien hij niet binnen zeven dagen na betekening aan het vonnis voldoet, zelf op kosten van [gedaagde] te laten ontruimen, desnoods met hulp van de sterke arm der wet;
II [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 7.400,00 als (voorschot op) achterstallige huur;
III [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, en in de nakosten, vermeerderd met rente over de kosten en de nakosten indien niet tijdig betaald.
Ter onderbouwing stelt [eiseres] dat [gedaagde] de woning in al die jaren nauwelijks heeft gebruikt. Hij heeft kennelijk ook elders woonruimte, maar een adres is haar niet bekend. Het laatste contact is geweest begin september 2023. [eiseres] heeft toen laten weten dat zij in kort geding ontruiming en betaling van de huur zou vorderen. Daarna reageerde [gedaagde] helemaal niet meer. Hij heeft de huur vanaf juli niet meer betaald.
3.3.
De relatieve bevoegdheid van de kantonrechter volgt uit artikel 264Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat het gaat om een huurwoning gelegen binnen het rechtsgebied van de kantonrechter Enschede.
3.4.
De vordering tot ontruiming komt de kantonrechter vooralsnog niet onrechtmatig of ongegrond voor en behoort daarom te worden toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingstermijn wordt bepaald op twee weken na betekening van dit vonnis. De bevoegdheid voor een deurwaarder om op grond van een vonnis te ontruimen volgt uit de wet. De vordering om te bepalen dat ontruiming kan gebeuren met de sterke arm der wet is daarom overbodig en zal niet worden toegewezen. Ook de gevorderde dwangsom is niet nodig en zal worden afgewezen.
3.5.
De vordering tot betaling van € 7.400,00 (vier maanden huur) voor achterstallige huur komt de kantonrechter vooralsnog niet onrechtmatig of ongegrond en behoort te worden toegewezen. Weliswaar heeft [gedaagde] op 22 juni 2023 € 300,00 meer betaald dan hij op dat moment verschuldigd was, inmiddels is hij inclusief de maand november vijf maanden huur verschuldigd. Het gevorderde bedrag zal daarom worden toegewezen.
3.6.
[gedaagde] zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld, begroot op € 129,86 voor exploot, € 244,00 griffierecht en € 528,00 voor salaris gemachtigde (2 punten), alles bij elkaar € 901,86. De nakosten zijn € 132,00 (half salarispunt). Tevens is de wettelijke rente verschuldigd over de kosten en de nakosten, indien niet binnen veertien dagen na betekening betaald.

4.De beslissing in kort geding

I Veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de gehuurde woonruimte aan de [adres] te Enschede leeg en ontruimd en in goede staat ter beschikking te stellen aan [eiseres] , deze te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden;
II Veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 7.400,00 voor achterstallige huurpenningen;
III Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 901,86, en begroot de nakosten op € 132,00; over de proceskosten en de nakosten is [gedaagde] rente verschuldigd indien deze niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis zijn betaald;
III Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
IV Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2023.
(RS(O)