In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 6 november 2023 een vonnis gewezen in kort geding. De eiser, de stichting Woningstichting De Woonplaats, heeft gedaagden, waaronder gedaagde 1 en gedaagde 2, opgeroepen om te verschijnen in verband met een vordering tot ontruiming van een woning en betaling van huurachterstand. Gedaagde 1 heeft een huurachterstand van € 2.347,72 en verblijft niet meer in de woning, terwijl gedaagde 2 zonder recht of titel in de woning verblijft en geen verblijfsvergunning heeft. De eiser vordert ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand, inclusief buitengerechtelijke kosten.
De procedure is gestart met dagvaardingen op 19 en 20 oktober 2023, waarna de zaak op 3 november 2023 is behandeld. Gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser beoordeeld en geoordeeld dat de ontruimingsvordering en de vordering tot betaling van de huurachterstand niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de gedaagden veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en heeft gedaagde 1 veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke kosten.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de gedaagde partijen zijn ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 6 november 2023.