ECLI:NL:RBOVE:2023:4438

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
10510980 \ CV EXPL 23-1807
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en bijkomende kosten in het kader van een Licentie software-overeenkomst

In deze zaak heeft Minox B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een Licentie software-overeenkomst met Minox is aangegaan. De gedaagde heeft een factuur van 3 januari 2022 niet tijdig betaald, waarop Minox betaling heeft gevorderd. De gedaagde stelt dat hij geen herinneringen heeft ontvangen omdat deze naar zijn oude adres zijn gestuurd, terwijl hij een adreswijziging had doorgegeven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom van € 452,54 moet betalen, evenals de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelt dat het voor risico van de gedaagde komt dat de aanmaningen hem niet hebben bereikt, omdat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij zijn adreswijziging aan Minox heeft doorgegeven. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 764,36. Het vonnis is uitgesproken op 24 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10510980 \ CV EXPL 23-1807
Vonnis van 24 oktober 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MINOX B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Veenendaal,
eisende partij, hierna te noemen Minox,
gemachtigde: M.P. Karreman,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam [bedrijf],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 mei 2023,
- de conclusie van antwoord van 20 juni 2023,
- de conclusie van repliek houdende een wijziging (vermindering) van eis van
29 augustus 2023.
1.2.
[gedaagde] heeft hierna, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

Waar gaat de zaak over?

2.1.
Minox verleent diensten aan ondernemers. [gedaagde] is op 8 september 2008 een Licentie software-overeenkomst (voor onbepaalde tijd) aangegaan met Minox. Minox stuurde [gedaagde] hiervoor facturen. De factuur van 3 januari 2022 is niet (tijdig) betaald door [gedaagde].
Wat wil Minox?
2.2.
Minox heeft bij dagvaarding betaling gevorderd van [gedaagde] van de factuur van
3 januari 2022 voor een bedrag van € 452,54. Daarnaast vordert Minox de wettelijke handelsrente (tot 4 april 2023 € 8,80) en de buitengerechtelijke incassokosten (€ 67,88). Omdat betaling, ondanks aanmaning, uitbleef, is Minox deze procedure gestart en vraagt zij tevens [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten. Bij conclusie van repliek heeft Minox haar vordering verminderd met een bedrag van € 452,54, zijnde een betaling van [gedaagde] op 20 juni 2023.
Wat vindt [gedaagde]?
2.3.
[gedaagde] heeft naar voren gebracht dat Minox een machtiging had voor een automatische incasso om de facturen te incasseren. Blijkbaar is het niet gelukt om de factuur waar het hier overgaat te incasseren. Echter heeft [gedaagde] nooit een herinnering of aanmaning hierover ontvangen, aldus [gedaagde]. Volgens [gedaagde] zijn de brieven, die als producties achter de dagvaarding zitten, naar zijn oude adres gestuurd, terwijl [gedaagde] wel aan Minox een adreswijziging heeft gestuurd. Daarnaast is zijn huidige adres ook op te vragen via de Kamer van Koophandel. [gedaagde] wil dan ook de hoofdsom wel betalen, maar is het niet eens met de bijkomende kosten.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] heeft niet betwist dat zij de hoofdsom moet betalen. Echter is [gedaagde] het niet eens met de extra bijkomende kosten, omdat de aanmaningen naar het oude adres van hem zijn gestuurd. Minox heeft in reactie hierop naar voren gebracht dat zij geen adreswijziging van [gedaagde] heeft ontvangen en dat het voor zijn risico komt dat de brief/brieven hem niet hebben bereikt. Nu de betaling van de factuur is gestorneerd, was het aan [gedaagde] om binnen 14 dagen na de factuurdatum alsnog te betalen, aldus Minox.
3.2.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Allereerst merkt de kantonrechter op dat het voor risico van [gedaagde] komt als een automatische incasso wordt gestorneerd. Het is [gedaagde] die verantwoordelijk is en blijft voor (tijdige) betaling van de factuur.
Minox heeft [gedaagde] een aanmaning gestuurd, maar deze zijn naar het oude adres gestuurd van [gedaagde]. Nu [gedaagde] heeft gesteld dat hij een adreswijziging heeft doorgegeven aan Minox en Minox dit betwist, lag het op de weg van [gedaagde] om aan te tonen dat hij wel een adreswijziging heeft doorgeven althans dat Minox op de hoogte is gebracht door [gedaagde] van het nieuwe adres. [gedaagde] heeft niet meer gereageerd op de betwisting van Minox. De enkele stelling van [gedaagde] dat hij zijn adreswijziging heeft doorgegeven, is niet voldoende. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat niet voldoende is komen vast te staan dat [gedaagde] zijn adreswijziging aan Minox heeft doorgegeven. Het komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] dat de aanmaningen hem (mogelijk) per post niet hebben bereikt.
Wat betekent dit voor [gedaagde]?
3.3.
[gedaagde] moet de hoofdsom van € 452,54 betalen. Daarnaast moet hij ook de wettelijke handelsrente (tot 4 april 2023 berekend op € 8,80) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 67,88) betalen, omdat [gedaagde] de factuur niet op tijd heeft betaald. [gedaagde] heeft op 20 juni 2023 een bedrag van € 452,54 betaald, welk bedrag in mindering strekt op de vordering. Het bedrag zal conform artikel 6:44 BW eerst in mindering strekken op de kosten en daarna op de hoofdsom. De kantonrechter zal dan ook [gedaagde] veroordelen om nog aan Minox te betalen een bedrag van € 76,68, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals na te melden.
3.4.
Omdat betaling uitbleef, is de kantonrechter is van oordeel dat Minox in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [gedaagde] te dagvaarden. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Minox worden begroot op:
- dagvaarding € 111,46
- griffierecht € 322,00
- salaris gemachtigde € 264,00 (2 punt x tarief € 132,00)
- nakosten
€ 66,00
Totaal € 764,36.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Minox te betalen een bedrag van € 76,68, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 452,54 vanaf 1 mei 2023 tot de dag van betaling van € 452,54 (20 juni 2023) en daarna over € 76,68 tot de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Minox tot de datum van dit vonnis begroot op € 764,36, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023. (ak)