ECLI:NL:RBOVE:2023:4381

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
10545036 \ CV EXPL 23-2214
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en buitengerechtelijke incassokosten door NS Reizigers B.V.

In deze zaak vordert NS Reizigers B.V. betaling van een factuur die betrekking heeft op diensten die zijn afgenomen met een NS-Business Card, alsook betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gericht tegen een gedaagde die eerder getrouwd was met een vennoot van een vennootschap onder firma, welke in 2021 is ontbonden. De factuur, ter hoogte van € 304,85, is op 14 november 2021 verzonden, maar is tot op heden onbetaald gebleven. NS vordert in totaal € 350,58, inclusief buitengerechtelijke incassokosten van € 45,73.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de openstaande factuur en dat de gevorderde bedragen toewijsbaar zijn. De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen de buitengerechtelijke incassokosten, maar de kantonrechter oordeelt dat aan de wettelijke eisen voor vergoeding van deze kosten is voldaan. De gedaagde heeft ook geprobeerd een betalingsregeling te treffen, maar dit heeft niet geleid tot een overeenkomst.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 350,58, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 395,22. Het vonnis is uitgesproken op 31 oktober 2023 door mr. R.F. van Aalst.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10545036 \ CV EXPL 23-2214
Vonnis van 31 oktober 2023
in de zaak van
NS REIZIGERS B.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: NS,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon
Samenvatting
NS vordert betaling van een factuur die ziet op diensten waarvan met een NS-Business-card gebruik is gemaakt en betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De discussie tussen partijen concentreert zich op de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter wijst de gehele vordering toe.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] is getrouwd geweest met de heer [naam] (hierna: [naam]). [gedaagde] en [naam] waren beiden vennoten van de vennootschap onder firma [naam vof] V.O.F. (hierna: de vof). De vof is in 2021 ontbonden. [naam] is na een ernstige ziekte op [overlijdensdatum] overleden.
2.2.
[gedaagde] en [naam] hebben voor de vof een NS-Business Card aangeschaft. Op een NS-Business Card kan tegen betaling worden gereisd in het openbaar vervoer en kunnen diverse andere diensten worden afgenomen, zoals het huren van een OV-fiets of een Greenwheels- auto. NS factureert aan de klant de diensten waarvan met de NS-Business Card gebruik wordt gemaakt.
2.3.
Op 14 november 2021 heeft NS een factuur gestuurd naar [naam], ter hoogte van € 304,85 (incl. BTW). Die factuur ziet de op de huur van een Greenwheels-auto (€ 247,30 excl. BTW) en bus, tram en metroreizen (€ 5,16 excl. BTW). De factuur is niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
NS vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 350,58, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag bestaat uit de onbetaalde factuur (€ 304,85) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 45,73). Volgens NS heeft zij [gedaagde] meerdere keren aangemaand, maar is de factuur onbetaald gebleven. Ook na aanmaning door haar incassogemachtigde is de factuur niet betaald.
3.2.
[gedaagde] voert verweer tegen de gevorderde extra kosten en stelt voor om voor het bedrag van de openstaande factuur een betalingsafspraak te maken. [gedaagde] heeft naar voren gebracht dat zij na het overlijden van [naam] erachter is gekomen hoe ernstig ziek hij was. Hierdoor vergat hij veel, waaronder het betalen van rekeningen. Daarnaast heeft [gedaagde] aangevoerd dat ze op 16 juli 2022 het pand van de vof moesten verlaten, waardoor zij geen betalingsherinneringen hebben ontvangen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat partijen geen discussie hebben over de openstaande factuur. Het hiervoor gevorderde bedrag (€ 350,58) is dan ook toewijsbaar. Dat geldt ook voor de hierover gevorderde wettelijke handelsrente. [gedaagde] heeft voorgesteld een betalingsafspraak hiervoor te maken. Een betalingsafspraak is iets wat partijen met elkaar moeten regelen. De kantonrechter kan niet een betalingsafspraak opleggen in een vonnis. De kantonrechter heeft in de conclusie van repliek gezien dat NS na ontvangst van de conclusie van antwoord heeft geprobeerd met [gedaagde] in contact te treden over een betalingsregeling. Dat heeft niet geleid tot een betalingsafspraak. Misschien dat partijen naar aanleiding van dit vonnis alsnog een betalingsafspraak met elkaar kunnen maken.
4.2.
NS vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Daarvoor is niet nodig dat [gedaagde] de door NS verstuurde aanmaningen heeft ontvangen. Ook wanneer er begrijpelijke redenen voor zijn dat er niet op tijd is betaald – zoals ziekte – mogen buitengerechtelijke incassokosten in rekening worden gebracht. De hoogte van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt het gevorderde bedrag van € 45,73 toegewezen.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
304,85
- buitengerechtelijke incassokosten
45,73
+
totaal
350,58
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
350,58
4.4.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van NS als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
160,00
(2,00 punten × € 80,00)
Totaal
395,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan NS te betalen een bedrag van € 350,58, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 304,85, met ingang van 23 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van NS tot dit vonnis vastgesteld op € 395,22,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2023.