In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting De Woonplaats en de besloten vennootschap Beschermingsbewind Twente B.V., die optreedt als bewindvoerder van de onderbewindgestelde [betrokkene]. De Woonplaats vorderde de ontruiming van de woning die aan [betrokkene] was verhuurd, omdat hij zich niet hield aan de aanvullende huurvoorwaarden en overlast veroorzaakte. De huurovereenkomst was voor bepaalde tijd aangegaan en eindigde op 14 september 2023. De Woonplaats had de huurovereenkomst rechtsgeldig opgezegd en de Bewindvoerder was op de hoogte gesteld van deze opzegging. De kantonrechter oordeelde dat de Woonplaats voldoende spoedeisend belang had bij de vordering tot ontruiming, aangezien [betrokkene] zonder recht of titel in de woning verbleef. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe en veroordeelde de Bewindvoerder tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 585,93 per maand, evenals de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de bewindvoerder in het geval van overlast door de onderbewindgestelde.