10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
feit 2, het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
2 (twee) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich ambulant laat behandelen bij de polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling. Verdachte zal zich houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- meewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek;
- zich in het kader van de maatregel van Toezicht en Begeleiding, waarvan zes
maanden zullen bestaan uit de maatregel van ITB Harde Kern, zich
daarna gedurende een door de gecertificeerde instelling te bepalen periode en
op door de gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden, zo
frequent en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht
en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken;
- dagbesteding heeft in de vorm van school en/of werk;
- draagt de gecertificeerde instelling, te weten Samen Veilig Midden Nederland te Utrecht, op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit werkstraf voor de duur van
80 (tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de werkstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- bepaalt dat de benadeelde partij, [slachtoffer 1], in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. S.H. Peper en mr. C.H. Dijkstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.
Buiten staat
Mr. C.H. Dijkstra is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON1R022091 (onderzoek Maretak) van
6 maart 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. de bekennende verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van
2. het proces-verbaal van bevindingen uitwerken beelden [locatie 1]/[locatie 4] van 30 december 2022 (pagina’s 42 tot en met 45).
3. het proces-verbaal van de minderjarige verdachte [verdachte] d.d. 14 december 2022 (pagina’s 234 tot en met 239), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
A: (…)We waren in de trein aangekomen.(…) Toen schreeuwden ze kom uit de trein, kom uit de trein.(…)
4. het proces-verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 2] d.d. 6 januari 2023 (pagina’s 218 tot en met 221), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
A:(…) Zij waren aan het schreeuwen. Ik zei tegen hen kom naar buiten. De jongen met de iets donkere huidskleur zei tegen mij wat wil jij gaan doen broertje.(…) Op de trap hebben wij over en weer getrapt en geslagen.(…)
A: Het was echt gewoon vechten. Niet wat duwen/stoeien.(…)
5. het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] d.d. 13 december 2022 (pagina’s 58 tot en met 62), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)Ik was op dinsdagavond 13 december 2022, aan het werk als hoofdconducteur bij de Nederlandse Spoorwegen op het hoofdstation in Zwolle.(…)
Aan de overzijde, perron 5, zag ik in mijn ooghoeken vier jongens ruzie maken in het balkon van de trein. De trein was opgedeeld in twee treinstellen. Ter hoogte van de ingang van treinstel 4022 was deze vechtpartij gaande. Ik zag deze vier jongens slaan en schopbewegingen maken. (…) Ik hoorde veel geschreeuw en dacht dit is menens. (...) Ik hoorde: “kom dan.” Ik zag bij alle vier een agressieve blik. (...) Ik had het idee dat het twee groepen waren van twee personen.(...) Ik zag dat ze op elkaar aan het slaan en inschoppen waren. (…) Ik kan het meer omschrijven als een kroeggevecht. De vuistslagen gingen over en weer.(…).