ECLI:NL:RBOVE:2023:4151

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
ak_23_1869
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van omgevingsvergunning voor het kappen van 31 bomen in Zwolle

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, gericht tegen een besluit van 16 augustus 2023, behandeld. Dit besluit verleende aan Enexis B.V. een omgevingsvergunning voor het kappen van 31 bomen, waarvan 29 vergunningplichtig en 2 vergunningvrij. Verzoekster heeft op 15 september 2023 bezwaar gemaakt tegen dit besluit en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 oktober 2023 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en de derde-partij Enexis.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat de bomen mogelijk al gekapt zouden worden voordat er een beslissing op het bezwaarschrift is genomen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de belangen van verzoekster op dit moment zwaarder wegen dan die van Enexis. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en schorst de omgevingsvergunning, waardoor Enexis geen gebruik kan maken van de vergunning totdat op de bezwaren is beslist. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.674,- en moet het betaalde griffierecht van € 184,- aan verzoekster worden vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/1869

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. S. Maakal),
en

het college van burgemeester en wethouders van Zwolle

(gemachtigde: S. Raab)
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Enexis B.V. uit ’s-Hertogenbosch (gemachtigde: M. Wignand).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster gericht tegen het besluit van 16 augustus 2023, waarbij verweerder aan de derde-partij een omgevingsvergunning heeft verleend voor het kappen van 31 bomen waarvan 29 vergunningplichtig en de rest vergunningvrij.
Verzoekster heeft hiertegen op 15 september 2023 bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
Op 21 september 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, vergezeld door haar dochter [dochter van verzoekster] , de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigde van verweerder, vergezeld door
[naam 1] en [naam 2] en de gemachtigde van de derde-partij, vergezeld door [naam 3] , bouwkundige.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

De voorlopige voorzieningenprocedure
1.1
Als tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter,
die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningen-rechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Dit staat in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De beoordeling die de voorzieningenrechter hierin maakt is voorlopig van aard. De rechtbank die in een later stadium op het eventuele beroep beslist is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
Spoedeisend belang
1.2.
Voor het aannemen van het vereiste spoedeisende belang dient sprake te zijn van
een acuut en actueel belang dat geen uitstel kan leiden omdat er anders sprake is van een onomkeerbaar resultaat.
De gemachtigde van verzoekster heeft aangegeven dat verzoekster wenst te voorkomen dat zij voor een voldongen feit zou kunnen worden gesteld doordat de derde-partij reeds gebruik kan maken van de verleende vergunning voor het moment waarop er een beslissing is ge-nomen op het ingediende bezwaarschrift. Ter zitting is verder gebleken dat er meerdere bezwaarschriften zijn ingediend en een datum voor een hoorzitting nog niet is bepaald. Verweerder heeft in het verweerschrift aangegeven dat de beoogde planning voor het kappen van de bomen rond eind oktober/begin november 2023 zal zijn. Het spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening is op grond van het voorgaande gegeven.
Feiten en omstandigheden
2.1.
Op 24 februari 2023 heeft de derde-partij (verder: Enexis) een aanvraag ingediend voor de hiervoor genoemde omgevingsvergunning. Dit ten behoeve van een bredere oprit naar het stroomhuisje op het terrein van Enexis aan de [adres 1] .
2.2.
Verweerder heeft bij de beoordeling van de aanvraag de Bomenverordening Zwolle 2021 betrokken (verder: de bomenverordening). Voor de afweging tussen behoud of vellen van de beschermde houtopstand heeft verweerder gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier. Uit deze beoordeling is gebleken dat het behoudsbelang 60 punten is en het verwijderingsbelang 100 punten. Dat betekent naar het oordeel van verweerder dat het belang voor het verwijderen van de bomen zwaarder weegt en dat de bomen gekapt mogen worden. Verweerder heeft aan de verlening van de vergunning het voorschrift verbonden dat er 8 beuken herplant dienen te worden met de maat 18-20.
Standpunt verzoekster
2.3.
Verzoekster heeft aangevoerd:
-dat het uitgangspunt dat er 31 bomen gekapt dienen te worden onjuist is;
-dat er in objectieve zin geen noodzaak tot verbreding van het bestaande toegangspad tot het elektriciteitshuisje bestaat;
-dat het meer voor de hand ligt dat de verbreding verband houdt met de uitbreidingsplannen van de manege;
-dat de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden, alsmede van het voorgenomen gebruik, tot strijdig planologisch gebruik leidt.
2.4.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningen-rechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.5.
Ter zitting heeft de gemachtigde van Enexis toegelicht dat de aangevraagde kapvergunning bedoeld is voor het realiseren van een bredere oprit naar het stroomhuisje op het terrein van Enexis aan de [adres 2] . Door de energietransitie is de vraag naar elektriciteit enorm. In het stroomhuisje, waarmee Zwolle-Zuid en Wijhe van energie worden voorzien, is ruimte om binnen zwaardere apparaten (transformators en kabels) te plaatsen. De verbreding van de weg is nodig om duizenden kilo’s aan transformatoren via een heftruck te verplaatsen en kabels te leggen, aldus de gemachtigde van Enexis.
De kapvergunning
2.6.
In artikel 14, lid 1 van de bomenverordening is bepaald dat de omgevingsvergunning voor het vellen van beschermede houtopstand wordt geweigerd indien de belangen van het vellen van de houtopstand niet opwegen tegen de belangen van het behoud van de houtopstand. Bij deze afweging worden de oogmerken uit artikel 11 van de bomenverordening betrokken.
Het bomenrapport
2.6.
Verweerder heeft aan de verleende kapvergunning een rapport ten grondslag gelegd van het bureau Plus Flora Boomverzorging te Beilen. De voorzieningenrechter stelt vast dat dit rapport niet is geschreven aan de hand van artikel 14 in combinatie met artikel 11 de bomenverordening.
Op basis van dit rapport heeft verweerder geconcludeerd dat er in totaal 31 bomen gekapt dienen te worden.
Volgens verzoekster is dit aantal onjuist nu het haar uit eigen waarneming (meting) bekend is dat het om veel meer bomen gaat, waarvan de stamdikte tenminste 30 centimeter bedraagt. Verzoekster heeft haar standpunt met foto’s onderbouwd. Verder heeft verzoekster vraagtekens gezet bij het feit dat enkel punten zijn gescoord door de ligging in de hoofdgroenstructuur.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat genoemde stellingen in bezwaar nader door verweerder dienen te worden onderzocht. Gelet op de omstandigheden ter plaatse is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder in dit verband zou kunnen afwegen advies te vragen aan de adviescommissie houtopstand, zoals genoemd in artikel 15 van de bomenverordening.
2.7.
De voorzieningenrechter ziet in het voorgaande reeds voldoende aanleiding het bestreden besluit te schorsen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat op dit moment aan de belangen van verzoekster een groter gewicht dient te worden toegekend dan aan de belangen van Enexis.
2.8.
Daarbij is ook van belang dat de door Enexis ter zitting gestelde noodzaak om de bomen te kappen in de aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde stukken, waaronder het bomenrapport, niet wordt benoemd.
2.9
De voorzieningenrechter betrekt hierbij tevens, dat Enexis met de haar verleende kapvergunning nog niet kan overgaan tot het verbreden van de inrit nu mogelijk sprake is van planologisch strijdig gebruik.
De voorzieningenrechter ziet ook hierin aanleiding het bestreden besluit te schorsen. Verweerder kan deze aspecten bij het beoordelen van de bezwaren te betrekken. De voorzieningenrechter benadrukt dat verweerder het stroomhuisje gedurende de bezwaartermijn gewoon kan blijven benaderen.
2.10.
De voorzieningenrechter heeft niet uit het oog verloren dat de gemachtigde van Enexis ter zitting heeft gewezen op de urgentie en de planning van de werkzaamheden maar is van oordeel dat in casu, zoals eerder gezegd, de belangen van verzoekster op dit moment zwaarder wegen dan de belangen van Enexis bij het gebruik kunnen maken van de verleende omgevingsvergunning.

Conclusie en gevolgen

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Dat betekent dat Enexis geen gebruik kan maken van de verleende omgevingsvergunning totdat op de bezwaren is beslist.
4. Omdat het verzoek wordt toegewezen, bestaat er aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling. Op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) stelt de voorzieningenrechter de vergoeding voor de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening en 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt: € 837,-; wegingsfactor 1).
Ook moet verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht aan haar vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
-schorst het besluit van verweerder van 16 augustus 2023 en bepaalt dat Enexis tot zes weken na het nog te nemen besluit op bezwaar geen gebruik mag maken van de verleende omgevingsvergunning;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.674,- ter zake van verleende rechtsbijstand;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan verzoekster te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van C. Kuiper, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.