ECLI:NL:RBOVE:2023:4143
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugslabo-zaak wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij amfetamineproductie
Op 23 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het produceren en verhandelen van amfetamine, evenals het plegen van voorbereidingshandelingen daartoe. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om zijn betrokkenheid bij de productie van amfetamine vast te stellen. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting op 9 oktober 2023, waar de officier van justitie, mr. G.J. Jansen, de vordering indiende en de verdediging werd gevoerd door mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede.
De tenlastelegging omvatte verschillende voorbereidingshandelingen en de productie van amfetamine in een loods in Den Ham, waar de verdachte samen met anderen zou hebben gehandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 14 december 2021 een drugslaboratorium werd aangetroffen in de loods, waar diverse materialen en chemicaliën voor de productie van amfetamine aanwezig waren. Ondanks het aantreffen van DNA-sporen van de verdachte op een vloeistofpomp in het laboratorium, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de productie of de voorbereidingshandelingen.
De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging en dat de dagvaarding geldig was. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten, waardoor hij integraal werd vrijgesproken.