ECLI:NL:RBOVE:2023:4075

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
08.107564.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting met DNA-bewijs en kwetsbaarheid slachtoffer

Op 19 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het seksueel binnendringen van het slachtoffer op 15 november 2022, waarbij gebruik werd gemaakt van geweld en andere feitelijkheden. De zaak kwam aan het licht toen het slachtoffer, na een wandeling, aangifte deed van verkrachting. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als consistent en betrouwbaar beoordeeld, en deze werden ondersteund door DNA-bewijs dat het sperma van de verdachte op het slachtoffer werd aangetroffen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en beweerde het slachtoffer niet te kennen, maar de rechtbank achtte zijn verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer in een kwetsbare positie heeft gebracht, waardoor zij niet in staat was om weerstand te bieden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte gehandhaafd, gezien de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.107564.23 (P)
Datum vonnis: 19 oktober 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] (Nigeria),
nu verblijvende in de P.I. Almelo te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 18 juli 2023, 1 augustus 2023, 28 september 2023 en 5 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Markink-Grolman en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.J.H. Mühlstaff, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 28 september 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte [slachtoffer] heeft verkracht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 15 november 2022 te [plaats], althans in Nederland, door geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of met één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van
haar lichaam, te weten
- het brengen en/of drukken/duwen van zijn penis in de vagina van die
[slachtoffer] en/of
- het betasten van de billen en/of de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer],
waarbij dat geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden en/of
door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden er in hebben bestaan dat verdachte
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij wilde dat ze mee ging naar ‘[locatie]’ en/of
- boos en/of agressief heeft gereageerd toen die [slachtoffer] aangaf dit niet te willen en/of
- de jas van die [slachtoffer] heeft uitgedaan en/of
- aan de broek van die [slachtoffer] heeft getrokken, teneinde deze uit te krijgen en/of
- die [slachtoffer] tegen een boom heeft gezet/geduwd en/of gedrukt en/of
- ( meermalen, althans eenmaal) tegen die [slachtoffer] (agressief) heeft gezegd: “don’t call the police” en/of
- die [slachtoffer] bij haar pols(en) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- zich directief en/of dwingend en/of dominant heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend psychisch overwicht van hem, verdachte op die [slachtoffer], bestaande dat overwicht uit de psychische gesteldheid en/of de (hieruit voortvloeiende) kwetsbaarheid van die [slachtoffer] ten opzichte van hem, verdachte, waardoor verdachte die [slachtoffer] in een weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht waardoor zij niet of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of
- ( meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. In het geval de rechtbank tot een ander oordeel komt, verzoekt de raadsman [getuige] als getuige te horen.
3.3
Feiten en omstandigheden
Op 15 november 2022 kwam [slachtoffer] (verder: [slachtoffer]) na een wandeling overstuur terug bij de instelling in [plaats] waar zij verblijft. [slachtoffer] vertelde aan de begeleiding dat zij tijdens het wandelen was verkracht door een man. Door de begeleiding werd vervolgens contact opgenomen met de politie, waarna [slachtoffer] in het ziekenhuis een informatief gesprek heeft gehad met de zedenpolitie. Ook heeft er een forensisch medisch onderzoek plaatsgevonden. Op 18 november 2022 werd namens [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting en op 29 november 2022 werd [slachtoffer] in een kindvriendelijke studio gehoord.
Op basis van de verklaring van [slachtoffer] over de man door wie zij werd verkracht en het politieonderzoek kwam verdachte als mogelijke dader in beeld. Op 25 april 2023 werd DNA afgenomen bij verdachte voor een vergelijkend DNA-onderzoek. Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer] niet kent en heeft ontkend seksueel contact met [slachtoffer] te hebben gehad.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 342, tweede lid, Sv kan het bewijs dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige. Dat betekent dat de enkele verklaring van een aangever onvoldoende is. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, dient sprake te zijn van steunbewijs. Die ondersteuning hoeft niet te zien op alle onderdelen van de tenlastelegging. Het gaat erom dat de verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring “niet op zichzelf staat”, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron. De rechtbank benadrukt dat deze maatstaf omtrent het toereikend zijn van een verklaring dient te worden onderscheiden van de beoordeling of een verklaring betrouwbaar is. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
[slachtoffer] heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij tijdens het wandelen een man was tegengekomen van het AZC die zij kent als [verdachte]. [slachtoffer] werd door hem aangesproken en hij zei dat zij mee moest naar [locatie]. [slachtoffer] maakte meerdere keren duidelijk dat zij dat niet wilde en terug wilde. [verdachte] zei dat dat niet mocht en werd boos. In plaats van naar de stad, liepen zij in de richting van de sportvelden. [slachtoffer] was op dat moment bang en in de war. [verdachte] was dominant en fysiek sterk en [slachtoffer] heeft daarom meegewerkt. Onderweg zat [verdachte] aan [slachtoffer] en werd zij door hem gezoend. In de omgeving van de sportvelden werd [slachtoffer] door [verdachte] tegen een boom geduwd. [verdachte] trok haar jas uit en haar broek naar beneden, betastte haar billen en vagina en penetreerde haar een aantal keren van achteren met zijn geslachtsdeel in haar vagina. Dat deed pijn omdat het niet meteen lukte. [slachtoffer] heeft meerdere keren gezegd dat zij geen seks wilde. Toen [slachtoffer] terug ging, pakte [verdachte] haar polsen vast. [verdachte] heeft gezegd dat [slachtoffer] niet de politie mocht bellen.
De verklaring van [slachtoffer] tijdens het informatief gesprek zeden komt overeen met de inhoud van haar verklaring tijdens het studioverhoor. [slachtoffer] heeft tijdens het studioverhoor een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd. Tijdens dit verhoor heeft zij verklaard hoe en welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. De rechtbank ziet geen enkele aanleiding om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de door haar afgelegde verklaringen te twijfelen. Deze verklaringen zijn naar het oordeel van de rechtbank authentiek en consistent.
De verklaring van [slachtoffer] staat niet op zichzelf, maar vindt steun in ander bewijsmateriaal, te weten de uitkomst van het DNA-onderzoek van het NFI. De rechtbank neemt de conclusie van het NFI ten aanzien van de bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek over. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat het sperma, dat diep vaginaal en op de binnenste en buitenste schaamlippen van [slachtoffer] werd aangetroffen, sperma van verdachte is.
Nu het DNA-profiel gebaseerd is op de ínwendige bemonstering van [slachtoffer], ontleent de rechtbank aan dit technische bewijs zelfstandige bewijskracht en staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte op 15 november 2022 seksueel contact heeft gehad met [slachtoffer].
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verdachte is geweest die [slachtoffer] heeft verkracht. De ontkennende verklaring van verdachte en zijn verklaring dat het niet zijn DNA is dat bij [slachtoffer] is aangetroffen, acht de rechtbank in het licht van het voorgaande volstrekt ongeloofwaardig.
Al het voorgaande overziend, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] op voldoende overtuigende wijze wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal. D verklaring van [slachtoffer] staat niet op zichzelf, maar is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron.
Vervolgens komt de vraag aan de orde of bewezen kan worden dat sprake is geweest van het afdwingen door verdachte van dat seksueel contact door geweld, bedreiging met geweld of andere feitelijkheden. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van geweld en andere feitelijkheden en volgt daarbij geheel de verklaringen van [slachtoffer], waarin zij gedetailleerd heeft verteld welke handelingen verdachte bij haar verrichte en zij derhalve moest ondergaan. Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] een kwetsbare jonge vrouw is met forse psychiatrische problematiek. Verdachte heeft door zijn handelingen [slachtoffer] in een zodanige situatie gebracht dat zij zich niet tegen de seksuele handelingen kon verzetten en dat het voor haar moeilijk was om zich aan die handelingen te onttrekken. De handelingen van verdachte bestonden, kort samengevat, uit: tegen [slachtoffer] zeggen dat hij wilde dat zij meeging naar [locatie], boos en agressief reageren toen [slachtoffer] aangaf dat zij dat niet wilde, de jas van [slachtoffer] uitdoen, aan de broek van [slachtoffer] trekken om deze uit te krijgen, [slachtoffer] tegen een boom duwen, meermalen tegen [slachtoffer] zeggen “don’t call the police”, [slachtoffer] bij haar polsen vastpakken en zich directief en dwingend opstellen ten opzichte van [slachtoffer]. De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk een situatie heeft gecreëerd waarin [slachtoffer] . gedwongen werd tot dulden van seksuele handelingen. Verdachte heeft de duidelijke signalen die [slachtoffer] uitzond genegeerd.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voorgaande overwegingen, in samenhang bezien met de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde verkrachting.
Beslissing op het voorwaardelijk verzoek
De rechtbank acht het, mede in het licht bezien van het oordeel van de rechtbank over het belastend bewijs zoals hiervoor weergegeven, niet noodzakelijk om [getuige] als getuige te horen. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 november 2022 te [plaats], door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten
- het drukken/duwen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en
- het betasten van de billen en de vagina van die [slachtoffer] en
- het (tong)zoenen van die [slachtoffer],
waarbij dat geweld en die andere feitelijkheden er in hebben bestaan dat verdachte
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij wilde dat ze mee ging naar ‘[locatie]’ en
- boos en agressief heeft gereageerd toen die [slachtoffer] aangaf dit niet te willen en
- de jas van die [slachtoffer] heeft uitgedaan en
- aan de broek van die [slachtoffer] heeft getrokken, teneinde deze uit te krijgen en
- die [slachtoffer] tegen een boom heeft gezet/geduwd en
- meermalen tegen die [slachtoffer] (agressief) heeft gezegd: “don’t call the police” en
- die [slachtoffer] bij haar polsen heeft vastgepakt en
- zich directief en dwingend en dominant heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] en misbruik heeft gemaakt van het uit (een) feitelijke verhouding voortvloeiend psychisch overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer], bestaande dat overwicht uit de psychische gesteldheid en de (hieruit voortvloeiende) kwetsbaarheid van die [slachtoffer] ten opzichte van hem, verdachte, waardoor verdachte die [slachtoffer] in een afhankelijke toestand heeft gebracht waardoor zij onvolkomen in staat was weerstand te bieden en
- ( meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf: verkrachting.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om vrijspraak verzocht.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een verkrachting en heeft met zijn handelen een uiterst beangstigende situatie voor het slachtoffer gecreëerd, waarbij hij haar lichamelijke en seksuele integriteit ernstig heeft geschonden. Verdachte heeft kennelijk zijn eigen lustgevoelens en behoeftebevrediging boven de belangen van het slachtoffer gesteld. Het slachtoffer was zeer kwetsbaar en verbleef vanwege haar problematiek in een instelling. Naar de ervaring leert, kunnen slachtoffers van delicten als de onderhavige nog lange tijd de psychisch nadelige gevolgen daarvan ondervinden. Voor het slachtoffer zijn die gevolgen extra groot aangezien zij een voorgeschiedenis van seksueel geweld heeft en door het feit een stap terug is gezet in haar behandeling. Verkrachting is bovendien een ernstig delict dat de rechtsorde schokt en gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengt in de samenleving. Verdachte heeft op geen enkel moment verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen en heeft zich niet bekommerd om de door hem veroorzaakte gevolgen. De rechtbank vindt dit zeer zorgelijk.
De persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een uittreksel uit de justitiële documentatie over verdachte van 24 augustus 2023;
- het reclasseringsadvies van 4 juli 2023, opgemaakt door [reclasseringsmedewerker], reclasseringswerker bij Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering.
Het strafblad van verdachte
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld.
Het rapport van de reclassering
In het reclasseringsadvies staat onder meer beschreven dat er geen referent kon worden geraadpleegd. Om die reden heeft de reclassering geen compleet beeld over verdachte, diens leefsituatie, mogelijke problematiek en motivatie kunnen geven. Uit het onderzoek zijn zowel beschermende- als risicofactoren naar voren gekomen. Aangezien verdachte een ontkennende verdachte is en uit het onderzoek geen compleet beeld is ontstaan, kan de kans op recidive en letselschade niet worden ingeschat. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Bij een veroordeling bestaat de kans dat verdachte ongewenst verklaard wordt, waardoor zijn verblijfsrecht beëindigd kan worden. Het uitvoeren van interventies is dan niet mogelijk.
Strafoplegging
Gezien de aard en ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Alles afwegende acht de rechtbank de straf zoals door de officier van justitie geëist, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
Voorlopige hechtenis
Gelet op voormelde bewezenverklaring en omdat aan verdachte een straf wordt opgelegd van aanzienlijk langere duur dan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, zal de rechtbank het verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis afwijzen.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[naam] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 7.956,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kleding € 240,00;
- telefoon € 150,00;
- GPS tracker € 193,85;
- eigen bijdrage CAK € 7.373,04.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de gevorderde materiële schade voor wat betreft de kleding kan worden toegewezen. Ten aanzien van de schadepost “eigen bijdrage CAK” heeft de officier van justitie gesteld dat uit de onderbouwing kan worden afgeleid dat de behandeling is spaak gelopen waardoor de benadeelde partij langer intern bij Dimence moet verblijven. Deze schade dient geduid te worden als immateriële schade. Ten aanzien van de hoogte van het toe te wijzen bedrag dient de rechtbank gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. Een bedrag van € 5.000,- voor immateriële schade is in dit geval billijk. De vordering is in totaal toewijsbaar tot een bedrag van € 5.408,85,-, vermeerderd met de wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de verzochte schade onvoldoende is onderbouwd en de vordering daarom moet worden afgewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De opgevoerde materiële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet dan wel onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Bovendien blijkt uit het proces-verbaal dat een aantal goederen aan de benadeelde partij zijn teruggegeven. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De rechtbank komt niet tot toekenning van een schadevergoeding ter zake van immateriële schade, nu die schade niet expliciet als zodanig is gevorderd door de benadeelde partij.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

9.De beslissing

De rechtbank:
afwijzing voorwaardelijk verzoek
- wijst af het verzoek van de verdediging om [getuige] als getuige te horen;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: verkrachting.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
voorlopige hechtenis
- wijst af het verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. C.J. Sangers-de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ONRBC22081-55. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
(deze hebben wij voor het bewijs niet nodig.)
1
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1], van 11 juli 2023, pagina’s 19 t/m 45, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer]:
V: Je was bij dat je aan het wandelen was
A: Toen zag ik [verdachte] lopen, [verdachte], van azc. En die begon mij aan te spreken en zo, en die wou dat ik rechts ging. En toen zei die dat ik meeging naar [locatie]. You go with me. Zei die zo. Maar ik, dacht misschien moet ik, dan maar gewoon met hem meegaan. Maar in plaats daar van ging hij dus met mij door die hekjes
V: Ja, en toen?
A: Nou op een gegeven moment toen ging die aan mij zitten en zo.
A: Dat vond ik niet zo leuk.
A: Toen had die, was mijn broek in één keer open.
A: Maar dat was toen, ja toen was hij aan het zoenen en zo. In de struiken, bosjes.
V: En toen heeft die je ook aangeraakt. En toen vertelde je dat je broek open was.
A: Ja. Daar gebeurde het. Ja, dat achter, dat het gewoon niet fijn, dat het naar was, dat het zeer deed, dat wou ik nog zeggen, volgens mij had ik dat niet gezegd de vorige keer, dat hij, dat het niet lukte in het begin. Hij is heel sterk en ik was op dat moment heel erg bang. Hij is zeg maar sterk en ik weet niet waartoe hij in staat is, en uit eerdere ervaringen weet ik dat mannen soms heel erg agressief zijn. Dus ik dacht: ik kan beter gewoon, omdat er niemand is ook, meewerken. En toen, dat lijkt misschien net alsof ik het gewoon wil. Maar dat is echt niet zo en toen heb ik dus meegewerkt. Ik probeerde duidelijk te maken in het Engels dat ik dat niet mag en niet wil.
V: Je vertelde van: ik had een broek aan en die probeerde hij uit te trekken en volgens mij had ik er zelf ook nog aan meegewerkt. Als het moet dan moet het maar, zei je hè. En toen?
A: En toen draaide ik me om, en toen tegen een boom aan. Met m'n handen en m'n jas, jas, m’n jas was uit. Het deed heel zeer, want het lukte niet en hij ging gewoon verder proberen, het deed heel zeer. Door drukken. Toen ging die weer eruit halen en weer opnieuw proberen en zo. Ik wou weg. En wou mijn broek omhoog doen, maar hij had geen haast, hij wou de hele tijd. Ik had de hele tijd het idee dat die nog een keer wou. Want hij begon tegen mij aan te schuren, zeg maar, zoals dat heet. En weer te zoenen.
O: [slachtoffer] wijst op haar buik, een beetje rechts van haar navel.
A: Wat doet die allemaal raar. Kusjes geven en zo. En overal zo, en de hele tijd zo. Heel, heel dominant of zo, heel, ja ik weet niet, ik wou weg, ik zei, ik zei dat ik weg moest, dat ik weg wilde. En elke keer als het bijna lukte, dan ging die het weer opnieuw proberen, dat was niet leuk. Hij praatte heel veel, maar ik weet niet goed wat die allemaal zei. Ik snapte het gewoon niet, ik kon hem niet goed verstaan, hij mij niet. En begon weer over de politie en dit en dat, en politie.. En you not tell this to the police
V: Maar zei hij dat tegen jou dat je daar naartoe moest lopen? Of pakte hij je hand vast dat
A: Nee hij pakte zo, hij ging voor zo uhm.. Uhm... Zaklantaarn aan, hij zei: go with me. Zo in de bosjes.
V: En wie had jouw jas uitgetrokken?
A: Ja hij
V: Ooh ja en dat betasten, waar heeft die jou betast?
A: Kont. En. Hier een beetje, maar niet hier. (wijst eerst in haar kruis en daarna op haar borsten).
V: Lukt het hem jouw broek naar beneden te trekken?
A: Nee want ik ging wel helpen dacht ik. Dus hij zat strak, zat hier, ik was zo stom om te helpen.
V: En dat die je billen vast had, was dat toen al op je blote billen of was dat toen je nog de broek aan had?
A: Bloot.
V: Ja oké en wat voelde jij toen [verdachte] achter jou stond? Wat deed [verdachte]?
A: Weet niet helemaal gedetailleerd meer, maar wel zo van dat ik seks moet hebben, erin proberen en dat lukte dus niet.
V: Nee en wat bedoel jij met erin proberen maar dat lukte niet?
A: Nou ja, duwen duwen duwen.
V: En wat duwde hij dan
A: Zijn geslachtsdeel zeg maar
V: En waar probeerde hij hem in te krijgen?
A: In m'n vagina
V: Ja weet je, en daar kan je dan zelf ook niks aan doen. Want hoe kon hij weten dat je dit niet had gewild?
A: Nou dat wist die dondersgoed
V: Want?
A: Omdat ik dat van tevoren heel goed heb aangegeven.
V: En wat heb je aangegeven bij hem?
A: Dat ik geen seks wil en dat wist die heel goed.
V: En wanneer had je dat gezegd?
A: Uh van tevoren, en ook, you call the police? Ik zeg: Nee l'm not gonna call the police. En daar ergens heb ik het heel veel aangegeven, echt heel heel vaak. Van: 1 don't want sex. En dat soort dingen en ik heb het in het paadje aangegeven.
A: Maar toen heb ik dat nog aangegeven en dat ik hem niet meer, ja ik heb misschien niet
in die woorden gezegd', maar wel duidelijk gemaakt dat ik er niet van gediend ben.
3.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van verbalisant [verbalisant 2], van 16 november 2022, pagina’s 54 t/m 56, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Door de arts werden vaginale bemonsteringen en bemonsteringen van de lippen en wangen uitgevoerd. Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb de verkregen bemonsteringen veiliggesteld en verpakt in een zogenaamde zedenkit. Deze zedenkit heb ik verpakt, verzegeld en gewaarmerkt met SIN: [nummer]. Datum veiligstellen: 16 november 2022 00:30 uur. Plaats veiligstellen: slachtoffer [slachtoffer].
4.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, zijnde een NFI rapport “onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in [plaats] op 15 november 2022”, van 22 december 2022, betreffende [naam], opgesteld door dr. S. van Soest, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als bevindingen van de rapporteur:
[Afbeelding]
5.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, zijnde een NFI rapport “onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in [plaats] op 15 november 2022”, van 9 mei 2023, betreffende [naam], opgesteld door dr. S. van Soest, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als bevindingen van de rapporteur:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]