Uitspraak
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling op 28 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Ter zitting is [eisers] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
[gedaagden] is niet verschenen, noch vertegenwoordigd.
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling
[eisers];
3.4. Het gaat in dit geval om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eisers] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Verder geldt dat voor toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening alleen dan reden is, als op grond van de thans gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat in een bodemprocedure de beslissing gelijkluidend zal zijn. De vordering tot ontruiming zal in een bodemprocedure enkel in combinatie met een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst kunnen worden toegewezen. Daarom zal de kantonrechter in het hierna volgende beoordelen of een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop door toewijzing van de ontruiming bij wijze van voorlopige voorziening gerechtvaardigd is.
€ 900,00 aan contractuele boetes over de drie voormelde maanden). De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen tot een bedrag van € 782,72 (behorende bij een hoofdsom van € 5.437,50). Dit leidt tot de conclusie dat een bedrag van € 6.220,22, bestaande uit huurachterstand, boetes en incassokosten zal worden toegewezen.
€ 1.512,50 per maand vanaf oktober 2023 tot aan de dag van algehele ontruiming van het gehuurde.