Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
Hij[lees: verdachte]
vroeg aan mij om bepaalde stukken en als ik die stukken had dan liet ik die zien, maar sommige stukken had ik ook niet.’ Overigens heeft [naam 2] ook verklaard dat een groot deel van de gemaakte zorgkosten (zoals extra uitgaven voor kleding en beddengoed) niet door hem maar door zijn familieleden zijn betaald, omdat hijzelf geen geld had om die kosten te voldoen. Uitgaven voor hulpmiddelen zijn er volgens [naam 2] in zijn geheel niet gemaakt. [10]
We bespraken met elkaar hoe vaak ik in het ziekenhuis was geweest, hoeveel kilometers ik had gereden en welke parkeerkosten ik had gemaakt’, aldus [naam 5] . Daarvan heeft zij geen bewijsstukken aan verdachte overhandigd. [naam 5] heeft verklaard dat verdachte vervolgens zelf een bedrag heeft vastgesteld en dit in de aangifte IB heeft ingevuld, met de kanttekening dat de in de aangifte IB opgegeven zorgkosten volgens haar wel in de buurt komen van de daadwerkelijk gemaakte kosten. [17] Ten tijde van het verhoor bij de rechter-commissaris op 28 februari 2022 kon [naam 5] echter niet verklaren welke hulpmiddelen ten grondslag hebben gelegen aan de ingevulde zorgkosten in verband met uitgaven voor hulpmiddelen. [18]
Tuurlijk zal ik dingen niet goed hebben gedaan. Ik blijf een mens, maar ik deed mijn best voor die mensen’, aldus verdachte. [20]
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
een geldboete van € 5.000,-- (zegge: vijfduizend euro);
in haar geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende volgende voorwaarde niet is nagekomen: de
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.