Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 8 oktober 2022,
in de gemeente Enschede,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een
persoon, genaamd [slachtoffer 1] (eigenaresse),
te dwingen tot de afgifte van (een) geld(bedrag),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan cafetaria
“ [cafetaria] ” (gelegen aan de [adres 2] ) en/of die [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- zich voorzien van een geheel of gedeeltelijk over zijn hoofd/gezicht
getrokken helm, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of gedeeltelijk
bedekt gezicht – zich naar/in voornoemde cafetaria heeft begeven,
-(vervolgens) in de richting van die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld – zakelijk weergegeven
– dat hij, verdachte, geld wilde hebben en/of dat die [slachtoffer 1] de kassa moest open
maken, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-(daarbij) een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp
aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of daarmee in de richting van die [slachtoffer 1] heeft
gedreigd, door (met) dat (vuur)wapen op die [slachtoffer 1] te richten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 8 oktober 2022 en/of 27 oktober 2022,
in de gemeente Enschede
een wapen van categorie IV, onder 4 van de Wet wapens en munitie,
te weten een lucht-,gas-en/ofveerdrukwapen (gelijkend op een Colt Double Eagle
pistool) heeft gedragen en/of voorhanden heeft gehad.
3.De bewijsmotivering
hij op 8 oktober 2022 in de gemeente Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een persoon, genaamd [slachtoffer 1] (eigenaresse), te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag toebehorende aan cafetaria “ [cafetaria] ” (gelegen aan de [adres 2] ) en/of die [slachtoffer 1] ,
- zich – voorzien van een over zijn hoofd/gezicht getrokken helm – naar/in voornoemde cafetaria heeft begeven,
- (vervolgens) in de richting van die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld – zakelijk weergegeven – dat hij, verdachte, geld wilde hebben en dat die [slachtoffer 1] de kassa moest open maken en
- daarbij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en daarmee in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gedreigd, door dat wapen op die [slachtoffer 1] te richten,
hij op 8 oktober 2022 in de gemeente Enschede een wapen van categorie IV, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een veerdrukwapen (gelijkend op een Colt Double Eagle pistool) heeft gedragen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
poging tot afpersing;
handelen in strijd met artikel 27, lid 1 van de Wwm.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelde
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
poging tot afpersing;
handelen in strijd met artikel 27, lid 1 van de Wwm;
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie Leefstijl 24/7 of een andere
- zich laat behandelen door JusTact of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te
- niet deelneemt aan kansspelen. De veroordeelde schrijft zich in bij CRUKS;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.439,61, (zegge: vierduizend vierhonderdnegenendertig euro en eenenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 54 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;