ECLI:NL:RBOVE:2023:4021

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
10490809 \ CV EXPL 23-1784
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van huurder tot medewerking aan onderhoud cv-ketel en plaatsing rookmelders

In deze zaak vordert de eiseres, een verhuurder, dat de gedaagden, huurders van een woning, meewerken aan het jaarlijkse onderhoud van de cv-ketel en de plaatsing van rookmelders. De eiseres heeft herhaaldelijk verzoeken gedaan aan de gedaagden om afspraken te maken voor het onderhoud en de installatie, maar deze verzoeken zijn genegeerd. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagden op grond van de huurovereenkomst en de wet verplicht zijn om mee te werken aan deze noodzakelijke werkzaamheden. De kantonrechter verwijst naar artikel 7:220 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat huurders de gelegenheid moeten geven voor dringende werkzaamheden aan het gehuurde. De rechter wijst de vorderingen van de eiseres toe en veroordeelt de gedaagden om binnen veertien dagen afspraken te maken voor het onderhoud en de plaatsing van rookmelders, met de mogelijkheid voor de eiseres om dit zelf te laten uitvoeren op kosten van de gedaagden indien zij hier niet aan voldoen. Tevens worden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10490809 \ CV EXPL 23-1784
Vonnis van 10 oktober 2023
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. H.J.M. van de Pas,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

te [woonplaats 1] ,
2.
[gedaagde 2],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 juni 2023
- de mondelinge behandeling van 11 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [gedaagden] is hier niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat.

[gedaagden] huurt van [eiseres] een woning aan de [adres] (hierna: de woning). [eiseres] verlangt van [gedaagden] dat hij eraan meewerkt dat de cv-ketel in de woning jaarlijks wordt onderhouden en dat er rookmelders in de woning worden geplaatst. [eiseres] heeft [gedaagden] vanaf 9 november 2021 meerdere brieven gestuurd waarin zij hem verzoekt om een afspraak te maken met de firma [bedrijf] uit [vestigingsplaats 2] om onderhoud aan de cv-ketel te laten uitvoeren. Op 29 september 2022 heeft [eiseres] een aangetekende brief aan [gedaagden] gestuurd met het verzoek om op 17 oktober 2022 tussen 12 en 17 uur mee te werken aan de plaatsing van rookmelders. De brieven hebben niet tot het gewenste resultaat geleid: er heeft hierna geen onderhoud aan de cv-installatie plaatsgevonden en de rookmelders zijn niet geplaatst.

3.De vorderingen

[eiseres] heeft – samengevat – het volgende gevorderd:
Dat [gedaagden] wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis een afspraak met [bedrijf] een afspraak te maken voor het cv-onderhoud, welke afspraak binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis moet plaatsvinden, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag(deel) dat [gedaagden] hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 5.000,00.
Dat [eiseres] wordt gemachtigd om het cv-onderhoud in het bijzijn van de hulpofficier van justitie in de woning te laten uitvoeren op kosten van [gedaagden] .
Dat [gedaagden] wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis met [eiseres] een afspraak te maken voor het plaatsen van rookmelders in de woning, welke afspraak binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis moet plaatsvinden, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag(deel) dat [gedaagden] hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 5.000,00.
Dat [eiseres] zal worden gemachtigd om de rookmelders in het bijzijn van de hulpofficier van justitie in het gehuurde aan te (laten) brengen op kosten van [gedaagden] .
Dat [gedaagden] wordt veroordeeld in de proceskosten.
Dit alles bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

4.Het standpunt van [eiseres]

stelt dat [gedaagden] zich op grond van de huurovereenkomst en de wet als een goed huurder moet gedragen. Daar hoort bij dat hij moet meewerken aan het jaarlijkse cv-onderhoud en het plaatsen van rookmelders in het gehuurde. Volgens [eiseres] heeft zij belang bij het jaarlijkse onderhoud aan de cv-ketel, omdat dit noodzakelijk is voor het behoud van de cv-ketel en omdat een niet goed onderhouden cv-ketel (brand)gevaar voor [gedaagden] en omwonenden kan opleveren. Voor wat betreft de rookmelders benadrukt [eiseres] dat zij met ingang van 1 juli 2022 verplicht is rookmelders in het gehuurde te plaatsen. Door niet mee te werken, schiet [gedaagden] toerekenbaar tekort in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder. [eiseres] ziet zich als verhuurder genoodzaakt de medewerking tot het onderhoud aan de cv-ketel en de plaatsing van rookmelders in rechte af te dwingen.

5.Het standpunt van [gedaagden]

heeft aangegeven het gedeeltelijk met de vorderingen eens te zijn, maar wijst (samengevat) op de volgende punten:
  • Hij betaalt de huur altijd stipt en ruimschoots voor de eerste dag van de maand. Er is dus geen huurachterstand.
  • [gedaagden] voelt zich niet meer veilig. Daarbij noemt hij onder andere dat hij in korte tijd te maken heeft gehad met (avond)bezorgingen van pizza’s en pakketjes voor anderen, deurbellers zonder dat iemand voor de deur staat en anonieme post en telefoontjes.

6.Het oordeel van de kantonrechter

6.1.
De kantonrechter stelt voorop dat hier geen discussie bestaat over of [gedaagden] op tijd de huur betaalt. In de dagvaarding staat de zinsnede:
“(…) aangezien gedaagde zich schuldig maakt aan wanbetaling van de verschuldigde en opeisbare huurpenningen (…)”. Ter zitting heeft [eiseres] laten weten dat dit een verschrijving is en dat de huurbetaling geen onderwerp van discussie is. [eiseres] heeft op het punt van huurbetaling, zoals uit dezelfde dagvaarding duidelijk blijkt, niets gevorderd.
6.2.
Waar deze zaak wel over gaat is of [gedaagden] veroordeeld kan worden tot medewerking aan het onderhoud van de cv-ketel en de plaatsing van rookmelders. De kantonrechter oordeelt dat dit wel het geval is en licht dat hierna toe.
6.3.
Artikel 7:220, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat als er tijdens de huurtijd dringende werkzaamheden aan het gehuurde moeten worden uitgevoerd, de huurder hiervoor de gelegenheid moet geven. Zowel het onderhoud aan de cv-ketel als het plaatsen van rookmelders zijn aan te merken als dringende werkzaamheden als bedoeld in artikel 7:220 BW. [gedaagden] moet [eiseres] de gelegenheid bieden voor de uitvoering van deze werkzaamheden. In de eerste plaats door een afspraak te maken met [bedrijf] voor het onderhoud aan de cv-ketel en met [eiseres] voor het plaatsen van de rookmelders. In de tweede plaats door die gemaakte afspraken te laten doorgaan, waardoor [bedrijf] de cv kan onderhouden en [eiseres] de rookmelders kan (laten) plaatsen.
6.4.
[gedaagden] heeft aangegeven zich niet veilig te voelen. Mogelijk is dit de reden dat hij tot nu toe niet heeft meegewerkt aan het onderhoud van de cv-ketel en de plaatsing van de rookmelders. Toch is hij, zoals hierboven staat, op grond van de wet verplicht hieraan mee te werken. Daarbij speelt mee dat het onderhoud aan de cv-ketel en de plaatsing van rookmelders juist maatregelen zijn die tot doel hebben de woning veilig(er) te maken.
6.5.
Gelet op het voorgaande zal [gedaagden] worden veroordeeld om een afspraak te maken met [bedrijf] in [vestigingsplaats 2] voor het CV-onderhoud en met [eiseres] voor het (laten) plaatsen van rookmelders. Wanneer [eiseres] dat niet binnen de in de beslissing genoemde termijnen zal doen, wordt [eiseres] op de voet van artikel 3:299 BW gemachtigd om datgene te bewerkstelligen waartoe nakoming zou hebben geleid. Dit betekent dat [eiseres] in dat geval wordt gemachtigd om de woning te betreden om op kosten van [gedaagden] de cv-ketel te laten onderhouden en rookmelders te (laten) plaatsen. Deze machtiging kan worden geëffectueerd met in achtneming van de bepalingen van de zesde afdeling van Titel 3, Boek II van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Die afdeling is hier van toepassing op grond van artikel 558, aanhef en onder a, Rv. Met toekenning van deze machtiging heeft [eiseres] geen belang meer bij de onder I. en III. gevorderde dwangsommen. Deze dwangsommen zullen daarom worden afgewezen.
6.6.
[gedaagden] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
134,04
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
Totaal
660,04

7.De beslissing

De kantonrechter
7.1.
veroordeelt [gedaagden] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met [bedrijf] uit [vestigingsplaats 2] een afspraak te maken voor het cv-onderhoud, welke afspraak dient plaats te vinden binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis,
7.2.
machtigt [eiseres] om, wanneer [gedaagden] niet aan het onder 7.1. bepaalde voldoet, op de voet van artikel 3:299 lid 1 BW zichzelf toegang tot de woning te verschaffen om het cv-onderhoud op kosten van [gedaagden] te laten uitvoeren,
7.3.
veroordeelt [gedaagden] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met [eiseres] een afspraak te maken voor het plaatsen van rookmelders in de woning, welke afspraak dient plaats te vinden binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis,
7.4.
machtigt [eiseres] om, wanneer [gedaagden] niet aan het onder 7.3. bepaalde voldoet, op de voet van artikel 3:299 lid 1 BW zichzelf toegang tot de woning te verschaffen om op kosten van [gedaagden] de rookmelders aan te (laten) brengen,
7.5.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 660,04,
7.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene en in het openbaar uitgesproken op
10 oktober 2023.