ECLI:NL:RBOVE:2023:4020

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
10479334 CV EXPL 23-1694
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overeenstemming tussen ex-echtgenoten over pensioenverevening en betalingsregeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 10 oktober 2023, hebben partijen, een ex-echtpaar, overeenstemming bereikt over de verevening van het tijdens hun huwelijk opgebouwde pensioen. De man heeft ermee ingestemd om een bedrag van € 9.000,- aan de vrouw te betalen, te voldoen in zes maandelijkse termijnen, te beginnen per heden, met de eerste termijn die voor het einde van oktober 2023 moet worden voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze overeenkomst tussen partijen is bereikt en heeft deze opgenomen in het vonnis.

De procedure is gestart met een dagvaarding die op 25 april 2023 is ingediend, gevolgd door een conclusie van antwoord op 27 juni 2023 en een tussenvonnis op 11 juli 2023. Gedurende de procedure zijn er verschillende correspondenties en regiebrieven uitgewisseld, wat heeft geleid tot de uiteindelijke overeenstemming. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat, gezien de relatie tussen de partijen als ex-echtgenoten, de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Het vonnis is uitgesproken door mr. L.M. Rijksen, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op 10 oktober 2023, in aanwezigheid van griffier mr. C. Ruiter. De beslissing van de kantonrechter omvat de bevestiging van de betalingsregeling, de uitvoerbaarheid van het vonnis bij voorraad, en de afwijzing van eventuele andere vorderingen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton- en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10479334 CV EXPL 23-1694
Vonnis van 10 oktober 2023
in de zaak van
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser, hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. T.E. Heslinga,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde, hierna te noemen: de man,
gemachtigde: G.H.P. van Schooten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met bijlagen, binnengekomen op 25 april 2023;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen, binnengekomen op 27 juni 2023;
  • het tussenvonnis van 11 juli 2023;
  • de regiebrief van de rechtbank van 17 augustus 2023;
  • een mailbericht namens de man, met bijlagen, binnengekomen op 5 september 2023;
  • een mailbericht van de rechtbank aan partijen van 6 september 2023;
  • een mailbericht namens de man, met bijlagen, binnengekomen op
27 september 2023;
  • een mailbericht namens de man, met bijlagen, binnengekomen op 3 oktober 2023;
  • een mailbericht van mr. Heslinga, binnengekomen op 4 oktober 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten, het geschil en de beoordeling

2.1.
Partijen hebben in de loop van de procedure in der minne overeenstemming bereikt en hebben verzocht hun overeenstemming op te nemen in dit vonnis.
2.2.
De overeenstemming houdt in dat de man inzake de verevening gedurende het huwelijk van partijen opgebouwde pensioen, in aanvulling op de eerder tussen partijen overeengekomen pensioenverevening, een achterstallig bedrag van € 9.000,- over de periode van 4 juli 2018 tot 1 oktober 2022 aan de vrouw zal betalen, te voldoen in zes maandelijkse termijnen, ingaande per heden (waardoor de eerste termijn derhalve voor het einde van de maand oktober 2023 moet worden voldaan). Gelet op de algehele overeenstemming tussen partijen, zal de kantonrechter dienovereenkomstig beslissen.
2.3.
Gelet op de relatie tussen partijen als ex-echtgenoten zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
stelt vast dat partijen het volgende zijn overeengekomen:
de man zal aan de vrouw een bedrag betalen van € 9.000,- te voldoen in zes maandelijkse termijnen, ingaande per heden (waardoor de eerste termijn derhalve voor het einde van de maand oktober 2023 moet worden voldaan);
3.2.
veroordeelt de man tot nakoming van de hiervoor genoemde afspraak;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. C. Ruiter, griffier.