ECLI:NL:RBOVE:2023:4003

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
08.100065.23, 08.041582.23, 08.047765.23, 08.131701.23 (gev.ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, vernieling en wederrechtelijk binnendringen met voorwaardelijke gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 12 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal, vernieling en wederrechtelijk binnendringen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om een schadevergoeding van 500 euro te betalen aan de Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars, als gevolg van de schade die hij heeft veroorzaakt. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 28 september 2023, waar de officier van justitie, mr. G.A. Hendriks, de vordering indiende en de verdediging werd gevoerd door mr. J.J.M. Pinners.

De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk vernielen van schilderijen en het wederrechtelijk binnendringen in een gebouw dat in gebruik was bij de Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 februari 2023 in Zwolle meerdere schilderijen heeft vernield en zonder toestemming het gebouw is binnengedrongen. De verdachte heeft de feiten bekend, wat leidde tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychiatrische problematiek van de verdachte, die sterk verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht. Dit heeft invloed gehad op de strafoplegging, waarbij de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf heeft opgelegd in plaats van een onvoorwaardelijke. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor een deel toegewezen, maar de benadeelde partij werd voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.100065.23, 08.041582.23, 08.047765.23 en 08.131701.23 (gev.ttz) (P)
Datum vonnis: 12 oktober 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] (Irak),
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.A. Hendriks en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.J.M. Pinners, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08.100065.23
een of meer tassen uit een theater van [slachtoffer 1] heeft gestolen;
parketnummer 08.041582.23
Feit 1: goederen van Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars heeft vernield, beschadigd, dan wel onbruikbaar heeft gemaakt;
Feit 2: huisvredebreuk heeft gepleegd;
parketnummer 08.047765.23
[naam 1] heeft beledigd;
parketnummer 08.131701.23 primair, subsidiair, meer subsidiair
goederen van [slachtoffer 2] heeft gestolen, dan wel goederen heeft verduisterd, dan wel goederen heeft geheeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
08.100065.23
hij op of omstreeks 15 april 2023 te Zwolle, een of meer tassen met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
08.041582.23
1
hij op of omstreeks 12 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere schilderijen en/of een muur en/of een deur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan SGZV (Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars) in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
2
hij op of omstreeks 12 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, in de woning, het besloten lokaal en/of het besloten erf, bij een ander, te weten bij de Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen
08.047765.23
hij op of omstreeks 7 februari 2023 te Zwolle, althans in Zwolle, opzettelijk [naam 1] , in zijn tegenwoordigheid, door een feitelijkheid, heeft beledigd door hem in het gezicht te bespugen, althans naar of in de richting van voornoemde [naam 1] te spugen, althans feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
08.131701.23
hij op of omstreeks 25 mei 2023 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (school)tas en/of een Apple iPad (kleur roze/goud, 128 gb) en/of Apple oplader (kleur goud) en/of 3 schoolboeken en/of een fietssleutel en/of een etui, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 mei 2023 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een (school)tas en/of een Apple iPad (kleur roze/goud, 128 gb) en/of Apple oplader (kleur goud) en/of 3 schoolboeken en/of een fietssleutel en/of een etui, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden,
te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 mei 2023 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (school)tas en/of een Apple iPad (kleur roze/goud, 128 gb) en/of Apple oplader (kleur goud) en/of 3 schoolboeken en/of een fietssleutel en/of een etui, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaken.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
3.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 08.047765.23 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging, omdat een (ondertekende) klacht van [naam 1] ontbreekt. Ook is geen verzoek tot schadevergoeding ingediend waaruit zou kunnen blijken dat [naam 1] vervolging van verdachte wenst. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat [naam 1] met het doen van aangifte de bedoeling had dat verdachte zou worden vervolgd.
De raadsvrouw heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
In het onderhavige geval kan op grond van artikel 269 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) alleen vervolging plaatsvinden op een tegen verdachte gerichte klacht van degene tegen wie het misdrijf is begaan, te weten [naam 1] . De rechtbank stelt vast dat het dossier een aangifte van [naam 1] ter zake belediging bevat. Het dossier bevat verder een proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie. Dit proces-verbaal is niet door [naam 1] als klager ondertekend.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie onvoldoende kan worden vastgesteld dat [naam 1] met het doen van aangifte de bedoeling had dat verdachte zou worden vervolgd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de zaak met parketnummer 08.047765.23.

3.De bewijsmotivering

08.100065.23
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen van het tenlastegelegde feit.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 september 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte;
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , van 15 april 2023, pagina’s 5 en 6, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.
08.041582.23 feit 1 en feit 2
Gelet op de samenhang van de feiten zullen deze hieronder gezamenlijk worden besproken.
3.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.5
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd.
3.6
Het oordeel van de rechtbank
Het dossier bevat, in het kort, een aangifte van [aangever] (hierna: [aangever] ) waarin zij onder meer verklaart dat zij op 12 februari 2023 in haar appartement was, dat boven het pand van de Stichting de Zwolsche Vrijmetselaars is. Op een gegeven moment hoorde [aangever] een paar harde klappen. Vervolgens zag zij dat een man vanaf de voordeur van het pand over straat liep. De man was hard aan het stampen op de grond en rende meermaals terug naar de voordeur en bonsde daar op. Hierna liep de man weg. Toen de politie ter plaatse kwam, is [aangever] naar de voordeur gelopen en zag zij dat alle schilderijen in de gang kapot op de grond lagen. Bij de aangifte zijn foto’s gevoegd waarop kapotte schilderijen, een muur en een deur te zien zijn.
Ter terechtzitting en bij de politie heeft verdachte onder meer verklaard dat hij een deur heeft ingeschopt, in het pand is geweest en schilderijen van de muur heeft afgegooid.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [2] .
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 september 2023, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte;
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, van 12 februari 2023, pagina’s 16 tot en met 18, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte;
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , van 12 februari 2023, met fotobijlage, pagina’s 5 tot en met 9, voor zover inhoudende de verklaring van aangeefster.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
08.131701.23 primair, subsidiair, meer subsidiair
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
3.7
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
08.100065.23
hij op 15 april 2023 te Zwolle, tassen met inhoud, die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
08.041582.23
1
hij op 12 februari 2023 te Zwolle, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere schilderijen en een muur en een deur, die aan SGZV (Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars) toebehoorden heeft vernield en/of beschadigd;
2
hij op 12 februari 2023 te Zwolle, in het besloten lokaal, te weten bij de Stichting Gebouw Zwolsche Vrijmetselaars in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 08.100065.23 en 08.041582.23 feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 138, 311 en 350 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
08.100065.23
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
08.041582.23
Feit 1
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen.
Feit 2
het misdrijf: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
5. De strafbaarheid van verdachte
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte strafbaar is, maar dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden verklaard ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten ontoerekeningsvatbaar was en dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Gelet op zijn psychiatrische problematiek is het aannemelijk dat de gedragskeuzen van verdachte in die periode sterk beïnvloed zijn geweest door zijn psychotische toestandsbeeld. Mocht de rechtbank daarin niet meegaan, dan meent zij dat verdachte minstens sterk verminderd toerekeningsvatbaar was.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat duidelijk is geworden dat verdachte kampt met ernstige psychiatrische problematiek, al dan niet versterkt door cannabisgebruik. Verdachte is opgenomen geweest met een zorgmachtiging, die nog loopt tot eind december 2023. De rechtbank stelt vast dat de psychische gesteldheid van verdachte naar alle waarschijnlijkheid een grote invloed heeft gehad op zijn handelen. Op basis van de inhoud van het dossier en de verklaring van verdachte op zitting gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte in de aanloop naar en ten tijde van de bewezen verklaarde feiten psychotisch was. Het is daarom aannemelijk dat bij verdachte het besef van de wederrechtelijkheid van zijn gedrag deels ontbrak. Door zijn stoornis was verdachte beperkt in de keuzevrijheid om zijn gedrag te bepalen. De rechtbank ziet in het voorgaande echter onvoldoende basis voor het oordeel dat verdachte de tenlastegelegde feiten in het geheel niet kan worden toegerekend. Gelet daarop acht de rechtbank verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar met betrekking tot de bewezen verklaarde feiten.
Er zijn geen overige feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van vier weken en een proeftijd van drie jaren. Daarbij dienen de bijzondere voorwaarden te worden opgelegd, zoals geadviseerd door de reclassering
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, indien de rechtbank tot strafoplegging komt, om een kortere voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Verdachte staat open voor hulpverlening van de reclassering en is bereid om zich aan de geformuleerde voorwaarden te houden.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal, vernieling en lokaalvredebreuk. Dit zijn overlast gevende feiten die schade en gevoel van onveiligheid meebrengen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- het strafblad van verdachte van 10 augustus 2023;
- het reclasseringsadvies van 31 juli 2023, opgemaakt door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
Het strafblad van verdachte
Uit het strafblad blijkt dat verdachte vaker met politie en justitie in aanraking is geweest en
eerder voor strafbare feiten is veroordeeld. Het betreffen voornamelijk vermogens- en
geweldsdelicten.
Het rapport van de reclassering
In het reclasseringsadvies staat onder meer beschreven dat verdachte kan worden omschreven als een kwetsbare, zorgmijdende man die het grotendeels ontbreekt aan ziektebesef en -inzicht. In diagnostische zin is sprake van een psychotische stoornis NAO (schizofrenie paranoïde type). Daarnaast speelt er vermoedelijk een cannabisafhankelijkheid waarbij deze afhankelijkheid mogelijk een negatief effect heeft op de psychiatrische problematiek met als gevolg destabilisatie en vervolgens delictgedrag. Bovendien lijkt verdachte niet in staat de gevolgen van zijn gedrag adequaat in te kunnen schatten. Verdachte werd eind juni vanwege een psychotische ontregeling met een zorgmachtiging, die loopt tot 26 december 2023, opgenomen bij Dimence ter stabilisatie. Verdachte heeft langdurige, intensieve begeleiding nodig die mogelijk maar zeer beperkt geboden kan worden binnen een reclasseringstoezicht. De chronische psychiatrische problematiek staat dermate op de voorgrond dat de zorgmachtiging het best passend is om op de chronische problematiek van verdachte te kunnen interveniëren. Om er van verzekerd te zijn dat verdachte zorg en ondersteuning blijft accepteren, ook als de zorgmachtiging is afgelopen, is in overleg met het Zorg- en Veiligheidshuis IJsselland besloten een reclasseringstoezicht te adviseren met als kanttekening dat het de vraag is of een gedragsverandering en/of recidivevermindering verwacht mag worden van een reclasseringstoezicht. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Het risico op letsel en op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden meldplicht, ambulante behandeling en begeleiding, middelencontrole en dagbesteding.
Strafoplegging
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer verklaard dat hij in de periode van de tenlastegelegde feiten niet goed functioneerde. Hij gebruikte veel softdrugs en zorgde niet goed voor zichzelf. Verdachte is acht weken opgenomen geweest en hij voelt zich nu beter. Verdachte gebruikt nu medicatie, maar heeft wel last van de bijwerkingen. Inmiddels is hij in overleg met de psychiater begonnen met het afbouwen van de medicatie. Verdachte verveelt zich en is op zoek naar dagbesteding. Verdachte betreurt wat hij heeft gedaan en wil voorkomen dat het in de toekomst opnieuw gebeurt. Verdachte is bereid om zich aan de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarden te houden.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmodaliteit en de hoogte daarvan rekening gehouden met het advies van de reclassering. De rechtbank houdt ook rekening met de omstandigheid dat verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten sterk verminderd toerekeningsvatbaar was. Gelet op de problematiek van verdachte acht de rechtbank het van belang dat, wanneer de zorgmachtiging niet verlengd wordt, verdachte in beeld blijft bij de reclassering en ondersteuning op de verschillende leefgebieden krijgt om de goede lijn voort te kunnen zetten.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken passend en geboden. Met deze gevangenisstraf wordt niet alleen de ernst van de feiten benadrukt, maar wordt ook beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan de voorwaardelijke straf zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden, met uitzondering van de medicatie-inname, koppelen zoals die zijn geadviseerd door de reclassering. De proeftijd zal op twee jaren worden vastgesteld.
Naar het oordeel van de rechtbank past het laten innemen van medicatie niet binnen een ambulante behandeling in het kader van een reclasseringstoezicht gedurende de proeftijd.

7.De schade van benadeelde

08.041582.23
7.1
De vordering van de benadeelde partij
SGZV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 825,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reparatie schilderijen/lijsten € 500,-
- reparatie wanden € 150,-;
- verf/voegmiddel € 100,-;
- reparatie voordeur € 50,-
- materiaal € 25,-.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de vordering van de benadeelde partij in het geheel toewijsbaar is, inclusief wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de benadeelde partij primair niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat zich in het dossier geen uittreksel van de Kamer van Koophandel bevindt waaruit blijkt dat de vertegenwoordiger de benadeelde partij mag vertegenwoordigen. Subsidiair dient de vordering afgewezen te worden, omdat een concrete onderbouwing van de gevorderde schade ontbreekt.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat zich in het dossier een Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel ten aanzien van de rechtspersoon SGZV bevindt en een machtiging van de bestuurder [naam 2] , waaruit blijkt dat [gemachtigde] gemachtigd is om de benadeelde partij te vertegenwoordigen. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Ter terechtzitting is namens de benadeelde partij naar voren gebracht dat de schade inmiddels hersteld is. Van de gemaakte kosten kan geen factuur worden overgelegd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De rechtbank zal gebruik maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank schat de omvang van de schade, mede gelet op de foto’s daarvan in het dossier, op € 500,-. De rechtbank zal de vordering voor dat bedrag toewijzen te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf datum van dit vonnis, nu niet is gebleken wanneer de herstelkosten zijn betaald.
Voor het overige deel zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Zij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht. Gelet op de psychiatrische problematiek van verdachte acht de rechtbank het niet wenselijk dat gijzeling wordt toegepast indien verdachte niet kan voldoen aan de betalingsverplichting. Gelet hierop ziet de rechtbank aanleiding om de duur van de gijzeling te bepalen op 0 (nul) dagen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
- verklaar het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging voor zover deze betrekking heeft op parketnummer 08.047765.23;
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.131701.23 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08.100065.23 en 08.041582.23 feit 1 en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08.100065.23
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
08.041582.23
Feit 1
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen;
Feit 2
het misdrijf: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08.100065.23 en 08.041582.23 feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich ambulant laat behandelen en begeleiden door Dimence en het FACT-team of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds (klinisch) gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- meewerkt aan controle op middelen en alcohol (blaastest of urinecontroles) om het gebruik te beheersen en te monitoren;
- meewerkt aan het vinden en behouden van dagbesteding en/of werk;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Stichting Gebouw Zwolse Vrijmetselaarsloges, van een bedrag van € 500,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2023);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten die zien op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2023 ten behoeve van de benadeelde. Bepaalt het aantal dagen gijzeling op 0 (nul);
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. C.J. Sangers-de Jong en
mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2023.
Buiten staat
Mr. C.J. Sangers-de Jong en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023164630. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023066138. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.