ECLI:NL:RBOVE:2023:3995

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
10358247 \ CV EXPL 23-465
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van koopovereenkomst wegens non-conformiteit en dwaling met betrekking tot een schadeauto

In deze zaak vordert eiser, na de aankoop van een Kia Picanto van gedaagde, ontbinding van de koopovereenkomst. Eiser stelt dat de auto, die hij op 7 oktober 2022 kocht, snel na de aankoop onbruikbaar werd door bovenmatig olieverbruik en interne schade. Eiser heeft gedaagde verzocht om de gebreken te verhelpen, maar gedaagde bood slechts een beperkte bijdrage aan de reparatiekosten aan. Eiser heeft de koopovereenkomst op 22 december 2022 ontbonden en vordert nu terugbetaling van de koopsom en bijkomende kosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat eiser op de hoogte was van de gebreken, aangezien deze in de advertentie en de koopovereenkomst waren vermeld. De kantonrechter heeft gedaagde opgedragen bewijs te leveren van haar stelling dat zij eiser voor de koop heeft geïnformeerd over de gebreken. De zaak is aangehouden voor bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10358247 \ CV EXPL 23-465
Vonnis van 10 oktober 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. A.D.V. Martina (De Rechtsagent B.V.),
tegen
[gedaagde] B.V., handelend onder de naam [gedaagde],
te [vestigingsplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: dhr. D. Dijkstra (nl.legal LLP).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 juni 2023,
- de mondelinge behandeling van 13 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is een bedrijf dat auto’s in- en (door)verkoopt.
Zij had een advertentie op de website ‘[website]’ staan voor een Kia Picanto met het bouwjaar 2012 en met kenteken [kenteken] (hierna: de auto). In deze advertentie staat, onder meer, vermeld:
“KIA Picanto 1.0 CVVT R-SportbyKia APK LEDER, TOPSTAAT”.
2.2.
Op 7 oktober 2022 heeft [eiser] die auto bij [gedaagde] gekocht voor een bedrag van
€ 4.000,00. [eiser] heeft de koopprijs van de auto grotendeels laten financieren via het bedrijf FinancialLease.nl.
2.3.
[eiser] heeft bij [gedaagde] de factuur voor de koop getekend (hierna: de overeenkomst). Daarin staat onderaan staat het volgende vermeld:
“Garantiebepalingen:
Als bereden gezien en akkoord bevonden. Zo meenemen zonder een enkele vorm van garantie. Koper draagt zorg voor alle bijkomende kosten en onderhoud. Auto wordt geleverd met één sleutel. Wij kunnen geen garantie geven op de tellerstand van het voertuig. Het betreft een schadevoertuig! Alle gebreken zijn bekend bij de klant!”
2.4.
[eiser] heeft de auto na de koop meteen meegenomen.
2.5.
Op de terugweg van [gedaagde] naar huis kreeg [eiser] problemen met de auto en hij heeft dit telefonisch bij [gedaagde] gemeld. [eiser] is daarna op eigen initiatief naar een garage gereden, waar hem werd meegedeeld dat de auto olie verbrandde en dat de motor moest worden gereviseerd. Hem is geadviseerd om de auto terug te brengen naar [gedaagde].
2.6.
Op 10 oktober 2022 is [eiser] met de auto teruggereden naar [gedaagde]. [gedaagde] heeft [eiser] toen aangeboden om een bedrag van € 250,00 bij te dragen aan de kosten van reparatie van de auto.
2.7.
Op 28 oktober 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] een brief naar [gedaagde] gestuurd, waarin [gedaagde] wordt verzocht om op haar kosten zorg te dragen voor revisie van de motor. Als dit niet uiterlijk binnen twee weken na dagtekening van de brief zou zijn gebeurd, dan zou [eiser] het recht hebben om de koopovereenkomst te ontbinden.
2.8.
[eiser] heeft op 22 november 2022 de auto naar Kia-dealer ‘[bedrijf]’ gebracht voor nader onderzoek. De kosten van het onderzoek door [bedrijf] bedragen € 41,14 (incl. btw). Volgens [bedrijf] zou de motor van de auto vervangen moeten worden. De kosten van deze reparatie zouden in totaal
€ 3.490,34 (incl. btw) bedragen.
2.9.
Op 22 december 2022 heeft [eiser] een brief aan [gedaagde] gestuurd, waarin hij te kennen geeft dat hij de koopovereenkomst van de auto ontbindt en aanspraak maakt op betaling van een bedrag van € 4.041,14 (de koopsom vermeerderd met de expertisekosten).

3.Het geschil

De vordering
3.1.
[eiser] vordert primair een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst met betrekking tot de auto buitengerechtelijk is ontbonden, dan wel ontbinding van die overeenkomst. Hij legt aan zijn primaire vordering ten grondslag dat sprake is van
non-conformiteit.
Ter terechtzitting heeft (de gemachtigde van) [eiser] daaraan een subsidiaire grondslag toegevoegd en de eis gewijzigd, in die zin dat [eiser] subsidiair vordert dat de koopovereenkomst wordt vernietigd wegens dwaling.
[eiser] vordert primair en subsidiair dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot (terug)betaling van een bedrag van € 4.041,14, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert [eiser] dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de auto binnen twee weken na het vonnis bij [eiser] op te (laten) halen.
Ook vordert [eiser] dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de proces- en nakosten, alles te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Volgens [eiser] beantwoordt de auto niet aan de koopovereenkomst, er is volgens hem sprake van non-conformiteit. Hij voert in dat verband het volgende aan:
Binnen een uur na de koop is de auto tijdens het rijden erg gaan roken en kwam deze niet meer op gang. Uit onderzoek door de garage is gebleken dat de motor overmatig olie verbruikt en dat, om dat te verhelpen, de motor moet worden gereviseerd.
[gedaagde] heeft [eiser] een gebrekkig auto verkocht. De auto is niet geschikt voor normaal gebruik, omdat [eiser] er niet (meer) mee kan rijden. [eiser] hoefde niet te verwachten dat hij na een uur al niet meer met de auto zou kunnen rijden. [eiser] wijst er in dat verband op dat in de advertentie stond vermeld dat de auto in ‘topstaat’ zou zijn. Verder voert hij aan dat hij ook tot twee keer toe aan de verkoopmedewerker van [gedaagde] ([naam]) heeft gevraagd of de auto in goede staat verkeerde en dat deze [naam] heeft bevestigd dat de auto in goede staat verkeerde.
[eiser] voert verder aan dat hij [gedaagde] de gelegenheid heeft gegeven om de gebreken te (laten) herstellen, maar dat [gedaagde] slechts bereid was om een bedrag van € 250,00 bij te dragen voor de reparatie van de motor. De reparatiekosten zijn echter bijna gelijk aan de koopprijs van de auto, waardoor het laten repareren van de auto niet van [eiser] kan worden gevergd, aldus [eiser]. [eiser] heeft de koopovereenkomst daarom op 22 december 2022 per brief dan wel met de dagvaarding ontbonden. [gedaagde] is hierdoor (volgens [eiser]) verplicht om een bedrag van € 4.041,14 (bestaande uit de koopprijs van de auto en de kosten van het onderzoek naar de auto) en bijkomende kosten aan [eiser] te betalen.
3.3.
Mocht de koopovereenkomst niet zijn of kunnen worden ontbonden op grond van non-conformiteit, dan kan deze op grond van het bovenstaande volgens [eiser] ook vernietigd worden wegens dwaling. Hij heeft zich er in dat verband op beroepen dat hij de auto niet had gekocht als hij bekend was geweest met de geconstateerde gebreken.
Het verweer
3.4.
[gedaagde] voert verweer. Zij is van mening dat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen. Van non-conformiteit dan wel dwaling is volgens [gedaagde] geen sprake.
[gedaagde] stelt dat de auto, ondanks de gebreken, voldoet aan de koopovereenkomst. Volgens haar mocht [eiser] geen ongestoord gebruik van de auto verwachten.
Zij voert in dat verband aan dat de tekst van de advertentie niet van doorslaggevend belang is omdat daarna, tijdens het verkoopgesprek, nog aan [eiser] is verteld dat de auto een schadeauto is, dat sprake was van bovenmatig olieverbruik en dat de auto interne schade had en moest worden nagekeken. De koopprijs van de auto is daarom ongeveer € 1.000,00 lager dan vergelijkbare modellen, aldus [gedaagde].
Verder beroept [gedaagde] zich erop dat in de koopovereenkomst nadrukkelijk is opgenomen dat de auto een schadeauto is en dat [eiser] daarom geen garantie heeft. Volgens [gedaagde] was [eiser] zich hiervan bij de koop bewust en is hij desondanks tot aankoop van de auto overgegaan. [gedaagde] stelt dat het op de weg van [eiser] had gelegen om onderzoek te doen.

4.De beoordeling

Eiswijziging
4.1.
[eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling van 13 september 2023 een subsidiaire grondslag van zijn vordering toegevoegd en zijn eis dienovereenkomstig gewijzigd. Hierdoor wordt nu subsidiair vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling ex artikel 6:228 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) gevorderd.
[gedaagde] heeft ter zitting bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging, omdat dit volgens haar in een te laat stadium van de procedure is gebeurd.
4.2.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Uitgangspunt is dat [eiser] ingevolge artikel 130 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd is zijn eis of de gronden daarvan te wijzigen zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen. [gedaagde] kan hiertegen bezwaar maken op de grond dat de eiswijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde en heeft dat ook gedaan.
De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van strijd met de goede procesorde.
De subsidiaire vordering van vernietiging wegens dwaling berust op hetzelfde feitencomplex als dat aan de vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst ten grondslag ligt. [gedaagde] heeft op dit feitencomplex bij conclusie van antwoord en tijdens de mondelinge behandeling kunnen reageren. Ook heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling de gelegenheid gekregen om toe te lichten waarom de vordering tot vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling volgens haar moet worden afgewezen. Het bezwaar tegen de eiswijziging wordt daarom verworpen.
Non-conformiteit, het wettelijk kader
4.3.
[eiser] heeft een auto gekocht bij [gedaagde].
De auto moet op grond van artikel 7:17 lid 1 en 2 BW aan de koopovereenkomst beantwoorden. Dit houdt – kort gezegd – in dat de auto de eigenschappen moet bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser] mag in beginsel verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan (te weten: een veilige deelname aan het verkeer) nodig zijn. Voldoet de auto daar niet aan, dan is de auto non-conform.
4.4.
[eiser] kan zich er echter niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of hij hiermee redelijkerwijs bekend kon zijn. Dit volgt uit artikel 7:17 lid 5 BW.
Inhoudelijke beoordeling
4.5.
[gedaagde] bestrijdt niet dat de auto ten tijde van aflevering daarvan aan [eiser] al gebreken/interne schade had. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij naar voren gebracht dat zij de door haar ingekochte auto’s vóór doorverkoop niet grondig onderzoekt, maar dat zij wel heeft vastgesteld dat er ten tijde van verkoop sprake was van bovenmatig olieverbruik. Volgens [gedaagde] duidt dit op de aanwezigheid van interne schade en kunnen de problemen waarmee [eiser] is geconfronteerd daardoor goed zijn veroorzaakt. Als een zuigveer blijft haken, kan het blok vastlopen en kan dat gebeuren, aldus [gedaagde].
4.6.
[gedaagde] stelt echter dat [eiser] ten tijde van verkoop bekend was met die gebreken/ interne schade. Zij voert in dat verband aan dat haar verkoopmedewerker ([naam]) voorafgaand aan de verkoop aan [eiser] heeft meegedeeld dat de auto een schadeauto is, dat sprake was van bovenmatig olieverbruik, dat de auto (dus) interne schade had en dat deze moest worden nagekeken.
[gedaagde] beroept zich er verder op dat zij in de garantiebepaling in de koopovereenkomst ook nadrukkelijk heeft vermeld dat het een schadevoertuig betreft en dat alle gebreken bekend zijn bij [eiser], wat volgens haar dwingende bewijskracht heeft.
4.7.
[eiser] bestrijdt dat [gedaagde] hem heeft meegedeeld dat het een schadeauto betrof, dat sprake was van bovenmatig olieverbruik en interne schade en dat de auto moest worden nagekeken.
[eiser] heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij met [gedaagde] in contact is gekomen nadat hij een advertentie van de auto had gezien op de website van FinancialLease.nl. In deze advertentie stond volgens hem vermeld dat de auto in ‘topstaat’ verkeerde. Deze advertentie is na de verkoop van de auto van de website van FinancialLease.nl verwijderd, maar de tekst, het kenteken en het bouwjaar komen volgens [eiser] overeen met hetgeen in de advertentie staat die genoemd is in rechtsoverweging 2.1.
Volgens [eiser] heeft hij naar aanleiding van deze advertentie telefonisch contact met [gedaagde] opgenomen en gevraagd of de auto in goede staat verkeerde, wat volgens de verkoopmedewerker van [gedaagde] ([naam]) het geval zou zijn. [eiser] heeft in dat verband te kennen gegeven dat hij een goede auto voor woon-/werkverkeer zocht en dat hij, in geval van gebreken/interne schade, niet helemaal naar [vestigingsplaats] zou afreizen om de auto te kopen.
Volgens [eiser] is hij vervolgens op 7 oktober 2022 naar de showroom van [gedaagde] gegaan en heeft hij daar aan dezelfde verkoopmedewerker gevraagd of de auto gebreken had, waarop deze volgens [eiser] te kennen gaf dat dit, op een paar krasjes en een probleem met een speaker na, niet het geval was.
[eiser] stelt dat hij, gelet op de hiervoor beschreven gang van zaken, niet kon weten dat hij een (schade)auto kocht met interne schade en dat hij niet hoefde te verwachten dat hij na een enkele rit al niet meer met de auto zou kunnen rijden.
[eiser] heeft verder aangevoerd dat hij de garantiebepaling uit de koopovereenkomst (zie citaat in rechtsoverweging 2.2.) bij ondertekening van de koopovereenkomst niet heeft gezien. Volgens hem heeft hij eerder van FinancialLease.nl ook een koopovereenkomst met betrekking tot de auto ontvangen waar de garantiebepaling niet in stond, waardoor hij dacht dat hij bij [gedaagde] dezelfde koopovereenkomst tekende. [eiser] heeft die van FinancialLease.nl ontvangen koopovereenkomst ook in het geding gebracht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] ten aanzien van de garantiebepaling nog naar voren gebracht dat in de overeenkomst geen melding is gemaakt van specifieke gebreken, terwijl dat (volgens hem) wel had gemoeten.
4.8.
De kantonrechter overweegt als volgt.
[eiser] heeft onbestreden gesteld dat hij voorafgaand aan de koop van FinancialLease.nl een overeenkomst heeft ontvangen, waarin geen garantiebepaling was opgenomen. Dit laatste volgt ook uit de door hem overgelegde overeenkomst. Gezien hetgeen [eiser] ter zake onbetwist heeft aangevoerd kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden gezegd dat hij zich ten tijde van ondertekening van de overeenkomst bij [gedaagde] bewust is geweest van de aanwezigheid en de inhoud van de garantiebepaling, laat staan dat hij daarmee bewust heeft ingestemd. Daarbij komt dat de garantiebepaling in de bij [gedaagde] ondertekende koopovereenkomst heel algemeen is geformuleerd. Naar het oordeel van de kantonrechter kan hieruit niet worden opgemaakt dat [gedaagde] voor het sluiten van de koopovereenkomst aan [eiser] heeft medegedeeld dat sprake was van bovenmatig olieverbruik en dat de auto interne schade had en moest worden nagekeken. In het gedeelte “
Het betreft een schadevoertuig! Alle gebreken zijn bekend bij de klant!”is verder ook niet gespecificeerd om welke gebreken het ging en wat voor interne schade de auto zou hebben. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de auto met haar gebreken aan de koopovereenkomst beantwoordt en of er dus sprake is van non-conformiteit.
4.9.
[gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangeboden te bewijzen dat zij [eiser] voor het sluiten van de koopovereenkomst heeft medegedeeld dat de auto een schadeauto is, dat sprake was van excessief olieverbruik en dat de auto interne schade had en moest worden nagekeken.
[gedaagde] zal overeenkomstig haar bewijsaanbod in de gelegenheid worden gesteld die stelling te bewijzen, bijvoorbeeld door het horen van getuigen. Het staat [gedaagde] overigens vrij het bewijs op andere wijze te leveren.
4.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
draagt [gedaagde] op bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zij voor het sluiten van de koopovereenkomst aan [eiser] heeft medegedeeld dat de auto een schadeauto is, dat sprake was van bovenmatig olieverbruik en dat deze interne schade had en moest worden nagekeken,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 24 oktober 2023voor uitlating door [gedaagde] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat, als [gedaagde] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat, als [gedaagde] getuigen wil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden november 2023 tot en met januari 2024 dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. A.A. Smit, in het gerechtsgebouw te Almelo aan de Egbert Gorterstraat 5,
5.6.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2023.