ECLI:NL:RBOVE:2023:3929

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
08-034061-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het medeplegen van opzettelijk handelen in harddrugs met aanzienlijke hoeveelheden cocaïne

Op 9 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar voor het medeplegen van het opzettelijk handelen in harddrugs, specifiek cocaïne. De zaak kwam voort uit een opsporingsonderzoek, genaamd 26Lytham, dat op 28 april 2022 werd gestart. Dit onderzoek richtte zich op gebruikers van de versleutelde communicatie onder het merk Exclu, waarbij verdachte werd geïdentificeerd als een gebruiker die betrokken was bij de handel in cocaïne. Tijdens een doorzoeking op 3 februari 2023 in de woning van verdachte werd meer dan 7 kilogram cocaïne aangetroffen, evenals contante geldbedragen van in totaal € 19.500,-. De rechtbank oordeelde dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de cocaïnehandel in georganiseerd verband, waarbij hij niet alleen de voorraad beheerde, maar ook betrokken was bij het afleveren en vervoeren van de drugs. De rechtbank achtte het opzet van verdachte bewezen en legde een gevangenisstraf op die lager was dan de door de officier van justitie gevorderde straf van 7 jaar, omdat de rechtbank tot de conclusie kwam dat verdachte een meer ondergeschikte rol vervulde in de organisatie. De rechtbank verklaarde de in beslag genomen geldbedragen verbeurd, aangezien deze geheel of grotendeels uit de baten van de handel in cocaïne zijn verkregen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-034061-23 (P)
Datum vonnis: 9 oktober 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de PI Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Leusink-van Dijk en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Ural, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 15 mei 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte gedurende een langere periode, al dan niet samen met een ander, zich schuldig heeft gemaakt aan handel in cocaïne, dan wel dat verdachte opzettelijk een grote hoeveelheid cocaïne aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Enschede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelheid cocaïne (waaronder (onder meer) 7 kilogram cocaïne op 3 februari 2023), in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

Inleiding
Op 28 april 2022 is onder gezag van het Landelijk Parket op grond van artikel 126o Sv – in samenwerking met Duitsland – een opsporingsonderzoek gestart onder de naam 26Lytham. Het onderzoek richtte zich op gebruikers van de versleutelde communicatie onder het merk Exclu.
Binnen het onderzoek Lytham26 is de verdenking ontstaan dat gebruikers van de Exclu-applicatie al dan niet in georganiseerd verband verschillende misdrijven hebben gepleegd, die gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerde verband worden beraamd of gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken. Gedurende de loop van het onderzoek kreeg het onderzoeksteam de beschikking over ontsleutelde communicatie tussen gebruikers van de Exclu-applicatie en daarmee over steeds meer feitelijke informatie.
Het onderzoek Lytham26 heeft geleid tot het aantreffen van een hit aan de hand van het gebruik van een vastgestelde zoeksleutel, namelijk het woord ‘stemp’ van ‘stempel’. Het was verbalisanten ambtshalve bekend dat blokken cocaïne worden voorzien van een logo die er met een stempel in wordt gedrukt. Binnen de communicatie omtrent blokken cocaïne wordt vaak het logo gebruikt om aan te duiden over welke blokken het gaat. Ook bleek dat een afbeelding gelijkend op een blok cocaïne werd verzonden door de gebruiker van het Exclu-account [accountnummer 1] , ‘ [alias 1] ’ (hierna: [alias 1] ).
Daarop is een nader onderzoek ingesteld naar (onder meer) deze gebruiker. Dit betreft onderhavig onderzoek, genaamd IJZER23. Tijdens dit onderzoek ontstond het vermoeden dat Exclu-account [alias 1] betrokken was bij de handel in cocaïne, gelet op de gesprekken die werden gevoerd met meerdere tegencontacten. De door dit opsporingsonderzoek verkregen informatie heeft geleid tot de verdenking dat sprake was van een criminele drugsorganisatie waaraan verdachte onder de naam [alias 1] deelnam.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair integrale vrijspraak bepleit, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de gebruiker was van het Exclu-account [alias 1] . Evenmin kan volgens hem worden bewezen dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne die in zijn woning is aangetroffen.
Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat slechts het opzettelijk aanwezig hebben van zeven kilogram cocaïne op 3 februari 2023 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen voor het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, dan dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken, omdat op basis van het dossier geen bewezenverklaring kan volgen voor de gehele ten laste gelegde periode.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Uit nader onderzoek van de chats die zijn verstuurd door Exclu-ID [alias 1] bleek dat het account veelvuldig gebruikt maakte van het vaste IP-adres [IP-adres] . In de periode van 12 september 2022 tot en met 30 januari 2023 heeft het account op 58 verschillende dagen gebruik gemaakt van dit IP-adres. Volgens de opgevraagde CIOT-gegevens was dit IP-adres gekoppeld aan het adres [adres] , waar verdachte destijds stond ingeschreven. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij daar alleen woonde sinds 2011 of 2012.
Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen heeft op 3 februari 2023 een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in de woning aan de [adres] . Daarbij werden in en onder een slaapbank – in een slaapkamer gevestigd op de eerste verdieping – onder meer zeven in doorzichtig plastic verpakte blokken aangetroffen en inbeslaggenomen. In totaal wogen deze blokken ruim zeven kilo; ongeveer een kilo per blok. De zeven blokken zijn tijdens de doorzoeking indicatief positief getest op cocaïne. Op een later moment heeft het NFI de blokken onderzocht en vastgesteld dat het daadwerkelijk gaat om cocaïne.
In de woning werden tijdens de doorzoeking ook een kluis en een koffer aangetroffen, met daarin respectievelijk € 18.600,- en € 900,- in contanten. Deze geldbedragen zijn eveneens inbeslaggenomen. Daarnaast werd tijdens de doorzoeking door een verbalisant vastgesteld dat verdachte de Exclu-applicatie op zijn telefoon had geïnstalleerd. Verder werd een harddiskrecorder inbeslaggenomen die gekoppeld was aan een bewakingscamera die bevestigd was aan de gevel van de achterzijde van de woning van verdachte.
De Forensische Opsporing heeft enkele blokken cocaïne uitgepakt en te zien was dat deze blokken waren voorzien van verschillende stempels. Eén van de blokken had een stempel die leek op het logo van het automerk Bentley. In de onderschepte Exclu-chats tussen [alias 1] en tegencontacten werd regelmatig gesproken over “Bentley” en “Bently”. Tegencontacten vroegen aan [alias 1] regelmatig naar de voorraad. Ook kreeg [alias 1] regelmatig de opdracht om aantallen af te leveren en “pap” in ontvangst te nemen, waarmee geld wordt bedoeld. Bovendien heeft [alias 1] foto’s verstuurd van in folie verpakte blokken die lijken op cocaïne en een foto van een hand die een grote hoeveelheid briefgeld vasthoudt.
Het oordeel van de rechtbank
Identificatie Exclu-account [accountnummer 1] ‘ [alias 1] ’
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de hierboven besproken inhoud van de Exclu-berichten. De vraag die allereerst moet worden beantwoord, is of verdachte te identificeren is als de gebruiker van het Exclu-account [alias 1] .
De rechtbank overweegt daarover het volgende. De politie heeft de beelden van de inbeslaggenomen bewakingscamera – die aan de achterzijde van de woning van verdachte hing – uitgekeken. Het betroffen beelden van 10 januari 2023 tot en met 3 februari 2023. De beelden werden vergeleken met de inhoud van de chats afkomstig van de gebruiker van het Exclu-account [alias 1] . Naar aanleiding daarvan werd een duidelijke samenhang geconstateerd tussen die chats en de momenten dat verdachte in beeld verscheen op de camerabeelden op 10, 11 en 17 januari 2023. De momenten waarop [alias 1] via de Exclu-chat laat weten dat hij zo “stuks” komt afleveren en doorgeeft hoeveel voorraad er nog is, liggen dicht op de tijdstippen dat verdachte respectievelijk zijn woning verlaat (met bagage) en thuiskomt.
Op 8 november 2022 verstuurde [alias 1] een foto van een drietal blokken, gelijkend op de blokken die tijdens de doorzoeking zijn aangetroffen, met op de achtergrond vloertegels en een badmat die overeenkomen met de vloertegels en badmat in de badkamer van verdachte. De rechtbank gaat ervan uit dat de verstuurde foto is genomen in de woning van verdachte.
Daarbij komt dat is vastgesteld dat het account [alias 1] op 58 dagen in de periode van
12 september 2022 tot en met 30 januari 2023 berichten heeft verstuurd via het IP-adres dat gekoppeld is aan het adres waarop verdachte destijds alleen – zonder medebewoners – woonde. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat voor ruim zestig procent van die periode dus géén gebruik is gemaakt van dat IP-adres en dat de conclusie moet worden getrokken dat een ander dan verdachte de gebruiker is geweest van het account [alias 1] . De rechtbank ziet in het dossier echter geen aanwijzingen dat een ander – op 58 afzonderlijke dagen – in de woning van verdachte is geweest en verdachte heeft bovendien ook niet verklaard dat een ander regelmatig in zijn woning verbleef. Daarnaast had verdachte de Exclu-app op zijn mobiele telefoon geïnstalleerd.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen vast dat verdachte de gebruiker is geweest van het Exclu-account [accountnummer 1] ‘ [alias 1] ’ en dat alle berichten van dit account aan hem zijn toe te schrijven.
De rol van verdachte
Allereerst het volgende. Uit het dossier blijkt dat het bij de verbalisanten ambtshalve bekend is dat blokken cocaïne meestal een stempel of opdruk hebben. Verdachte en zijn tegencontacten hebben het in de chats regelmatig over “stemp”, waarmee volgens de verbalisanten “stempel” wordt bedoeld. Voorgaande wordt bevestigd door het feit dat één van de aangetroffen blokken cocaïne in de woning van verdachte een stempel had die overeenkwam met het automerk Bentley. De rechtbank gaat er in het navolgende aldus vanuit dat het gaat om blokken cocaïne waar in de Exclu-chats wordt gesproken over “Bentley” (of “Bently”), “Messi”, “Turbo” en “stemp”.
Zoals hierboven reeds beschreven krijgt [alias 1] van anderen de opdracht om de voorraad cocaïne bij te houden en daarover verantwoording af te leggen. Daarnaast levert hij in opdracht van anderen blokken cocaïne af en heeft hij grote contante geldbedragen in beheer, waarover hij eveneens verantwoording aflegt aan anderen. In de woning van verdachte zijn op 3 februari 2023 ook zeven blokken cocaïne en in totaal € 19.500,- aan contant geld aangetroffen.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte de beheerder is geweest van blokken cocaïne alsook van grote geldbedragen die gemoeid zijn met de handel in cocaïne. Daarnaast had verdachte ook een rol in het vervoeren en afleveren van de blokken cocaïne. Dit deed hij in opdracht van anderen.
Medeplegen
Er is een hoeveelheid van zeven kilo cocaïne in de woning van verdachte aangetroffen. Daarnaast is ook een contant geldbedrag aangetroffen van in totaal € 19.500,-. Dit betreffen zonder meer handelsvoorraden.
Uit de Exclu-chats blijkt dat verdachte met anderen heeft gecommuniceerd over de voorraad cocaïne, de aflevering van cocaïne en de hoeveelheid geld die daarmee werd verdiend. De woning van verdachte werd gebruikt als een zogeheten ‘stash’-locatie, een soort doorsluispand waar verdovende middelen en geld worden gebracht, bewaard en weggebracht.
Daar bleef het echter niet bij. Verdachte heeft ook een aandeel gehad in het afleveren en vervoeren van blokken cocaïne in opdracht van anderen, waarbij hij regelmatig het geld in ontvangst nam. Bovendien hield verdachte de voorraad bij en beheerde hij het geld.
Naar het oordeel van de rechtbank leverde verdachte met zijn handelen een substantiële bijdrage aan de cocaïnehandel in een georganiseerd verband. Aan de hand van het hiervoor genoemde concludeert de rechtbank dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders en dat gesproken kan worden van medeplegen.
Pleegperiode
De Exclu-berichten van verdachte dateren van 12 september 2022 tot en met 30 januari 2023. Op 3 februari 2023 heeft de doorzoeking in de woning plaatsgevonden waarbij zeven kilo cocaïne is aangetroffen.
De rechtbank concludeert op basis hiervan dat verdachte zich in ieder geval sinds
12 september 2022 bezig heeft gehouden met de handel in cocaïne tot en met de dag van de doorzoeking en de aanhouding van verdachte, zijnde 3 februari 2023.
Hoeveel cocaïne is er verhandeld?
Uit de chats – zoals opgenomen in de bewijsbijlage – trekt de rechtbank de conclusie dat verdachte minstens 29 blokken cocaïne vanuit zijn woning heeft afgeleverd. Verdachte heeft in ruil daarvoor ook meermaals geld ontvangen. De rechtbank gaat er op basis van hetgeen bij verdachte thuis is aangetroffen en de inhoud van de verstuurde chats van uit dat een blok ongeveer een kilo weegt. Dat betekent dat verdachte – samen met zijn medeplegers – in een periode van ongeveer zes maanden minstens 29 kilo cocaïne heeft verhandeld
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank het opzet van verdachte bewezen, op zowel het aanwezig hebben als het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van grote hoeveelheden cocaïne. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Enschede
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,meermalen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelheid cocaïne (waaronder (onder meer) 7 kilogram cocaïne op 3 februari 2023),
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 10 van de Opiumwet en artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – in het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt – verzocht om aan verdachte een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, op te leggen. Verder heeft de raadsman aangevoerd dat bij de straftoemeting ernstig rekening moet worden gehouden met de ondergeschikte rol van verdachte, afgezet tegen die van de overige betrokkenen. Ook dient de rechtbank de nagenoeg blanco justitiële documentatie, de stabiliteit op de leefgebieden, de LOVS-oriëntatiepunten en jurisprudentie mee te wegen in haar oordeel.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich in de periode van 12 september 2022 tot en met 3 februari 2023 samen met anderen bezig gehouden met het verhandelen van een grote hoeveelheid cocaïne. Hierbij had verdachte de rol om de voorraad cocaïne – die in zijn woning was opgeslagen – te controleren en de aantallen te verantwoorden. Naast dat zijn woning de zogeheten ‘stash’-locatie was, had hij ook een rol in het daadwerkelijk dealen van cocaïne. Zo bracht hij in opdracht van anderen blokken cocaïne weg en ontving hij daarvoor grote sommen geld die hij beheerde. Ook voorzag hij anderen van informatie over de voorraad en de opbrengsten. In de woning van verdachte is bij een doorzoeking op 3 februari 2023 ruim 7 kilo cocaïne en een contact geldbedrag van € 19.500,- aangetroffen. Hoewel aan de hand van het dossier niet precies is vast te stellen hoeveel cocaïne verdachte en zijn mededaders precies hebben verhandeld, is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat dit zeker 29 kilo moet zijn geweest.
Verdachte heeft zich met zijn handelen begeven in de wereld van grootschalige georganiseerde harddrugshandel en heeft door het plegen van dit feit een bijdrage geleverd aan de instandhouding daarvan. Het gebruik van harddrugs is verslavend en is zeer schadelijk voor de volksgezondheid en daar draagt de verdachte met zijn handelen aan bij. Daarnaast gaat drugshandel gepaard met vele andere vormen van zware criminaliteit, terwijl ook het gebruik ervan vaak gepaard gaat met door drugsgebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stoffen, hetgeen overlast voor de samenleving met zich meebrengt. Het plegen van een feit als dit is maatschappelijk gezien onaanvaardbaar en rechtvaardigt een gevangenisstraf van lange duur.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 4 juli 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit en dat hij geen recente documentatie heeft.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg, opgesteld door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker, van 24 april 2023. Daaruit komt naar voren dat er geen sprake is van een delictpatroon. Verder kan Tactus Verslavingszorg geen uitspraken doen over criminogene en beschermende factoren, omdat verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht. Daardoor kunnen ook de risico’s niet worden ingeschat. Op basis van het gesprek met verdachte kan gesteld worden dat hij beschikt over huisvesting, betaald werk en een stabiel inkomen. Ook heeft hij hecht contact met zijn familie en zijn er geen vermoedens van verslavings- dan wel psychische problemen. Verdachte heeft een dochter van twaalf jaar uit een eerdere relatie, met wie hij geen vaste omgangsregeling heeft, maar die hij naar eigen zeggen wel regelmatig ziet. Zijn dochter woont bij haar moeder. Verdachte heeft schulden bij één schuldeiser in verband met zijn eigen bedrijf, waarmee hij is gestopt. Op basis van voorgaande ziet Tactus Verslavingszorg bij een veroordeling geen noodzaak tot het opleggen van bijzondere voorwaarden. Zij ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zijn huidige werkgever op de hoogte is van zijn strafproces en dat hij na een eventuele detentie zijn werk weer kan oppakken.
De straf
Bij het bepalen van de strafmaat is gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het oriëntatiepunt voor (onder meer) het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van meer dan 20 kilo harddrugs in georganiseerd verband vermeldt een gevangenisstraf van meer dan 72 maanden. De rechtbank gebruikt dit oriëntatiepunt als uitgangspunt bij de strafbepaling.
Gezien de ernst van het gepleegde feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank neemt bij haar overweging in strafverminderende zin in aanmerking dat verdachte een wat meer ondergeschikte rol in het geheel vervulde, nu hij in opdracht van anderen handelde en niet aan de top van de ladder stond binnen de organisatie.
Gelet op het hiervoor overwogene, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren passend en geboden. Dit is lager dan door de officier van justitie gevorderd, omdat de rechtbank komt tot bewezenverklaring van een lagere hoeveelheid verhandelde cocaïne.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
7.4.1
Klassiek beslag
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen contante geldbedragen van € 900,00 en € 18.600,00 verbeurdverklaard moeten worden, nu deze aan verdachte toebehoren en geheel of grotendeels uit de baten van de handel in cocaïne zijn verkregen.
De raadsman heeft zich met betrekking tot deze inbeslaggenomen geldbedragen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde contante geldbedragen van
€ 900,00 en € 18.600,00 moeten worden verbeurdverklaard, omdat die geldbedragen aan verdachte toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen.
7.4.2
Conservatoir beslag
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen bedragen aan cryptogeld van in totaal € 8.527,00 – afkomstig van twee inbeslaggenomen ledgers van verdachte – ook verbeurdverklaard moeten worden, omdat dit cryptogeld illegaal zou zijn verkregen.
Subsidiair heeft de officier van justitie verzocht om, in plaats een verbeurdverklaring, aan verdachte een geldboete op te leggen. Deze geldboete dient gelijk te zijn aan dat totaalbedrag van € 8.527,00 aan cryptogeld, omdat de officier van justitie van mening is dat verdachte dit cryptogeld in ieder geval niet moet terugkrijgen.
De raadsman heeft betoogd dat niet uit het dossier is gebleken dat het inbeslaggenomen cryptogeld ter waarde van € 8.527,00 verband houdt met enig strafbaar handelen, dus dat dit geldbedrag moet worden teruggegeven aan verdachte.
De rechtbank overweegt het volgende. In artikel 353, lid 1, Sv is bepaald dat de rechtbank bij (onder meer) oplegging van een straf een beslissing neemt over de met toepassing van artikel 94 Sv inbeslaggenomen voorwerpen ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven. Dit betreft aldus uitsluitend het klassiek beslag en niet het (94a Sv) conservatoir beslag. Er is enkel conservatoir beslag gelegd op het cryptogeld, zodat de rechtbank daarover geen beslissing zal nemen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 2 van de Opiumwet en de artikelen 33 en 33a Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen geldbedragen, te weten de op de beslaglijst onder de nummers 15 en 16 genoemde geldbedragen van € 900,00 en € 18.600,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. D. van den Berg en
mr. H.H. de Boef, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2023.
Buiten staat
Mr. H.H. de Boef is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met documentcode AH047 en de onderzoeksnaam IJZER23 / ONRAA23014, gesloten op 15 augustus 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het algemeen proces-verbaal 26Lytham van 3 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 31-32, 34, 45):

3.Start onderzoek 26Lytham

Op 28 april 2022 is onder gezag van het Landelijk Parket op grond van artikel 126o Sv een opsporingsonderzoek gestart onder de naam 26Lytham. Het onderzoek richt zich op de NN-gebruiker(s) van de versleutelde communicatie onder het merk Exclu.
In onderzoek 26Lytham is het redelijk vermoeden ontstaan dat de NN-gebruikers van de Exclu-applicatie in georganiseerd verband misdrijven in de zin van artikel 67 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering beramen en/of plegen, die gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerde verband worden beraamd of gepleegd een ernstig inbreuk op de rechtsorde maken.
Onderzoek Lytham is - kort gezegd - gestart om de identiteit te achterhalen van de NN-gebruikers van Exclu, daartoe is berichtenverkeer tussen de gebruikers van de Exclu dienst onderschept en ontsleuteld
Het onderzoek Lytham is uitgevoerd in samenwerking met Duitsland.
2.
Het proces-verbaal aanvraag verstrekking 26Lytham (zoeksleutels) van 1 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1147-1148 en 1151):
De chats tussen de gebruikers van crypto-communicatie aanbieder Exclu zijn onderzocht aan de hand van vastgestelde zoeksleutels (woordenlijsten). Dit heeft een hit opgeleverd op (onder meer) het woord: "Stemp" en een afbeelding gelijkend op blokken cocaïne.

4.Bevindingen

Op basis van genoemde zoekwoord(en) is onderzoek gedaan. Hieruit kwam het volgende naar voren:
4.1.
Chat tussen [accountnummer 1] ( [alias 1] ) en [accountnummer 2] ( [alias 2] ) over vermoedelijk cocaïne blokken
In de onderstaande chat komt naar voren dat er gesproken wordt over een voorraad waarbij 1 partij "messi" genoemd wordt en de andere "nieuwe". Zo wordt er door [accountnummer 2] ( [alias 2] ) gevraagd: "Oke 8 messi ligt er en dan 15 met andere stemp?" Het vermoeden bestaat dat er hier gesproken wordt over een voorraad cocaïne blokken. Dit vermoeden komt voort uit het gebruik van de woorden "met andere stemp".
Het is mij ambtshalve bekend dat blokken cocaïne worden voorzien van een logo die er met een stempel in wordt gedrukt. Binnen de communicatie omtrent blokken cocaïne wordt tussen criminelen het logo vaak gebruikt om aan te duiden over welke blokken het gaat.

5.Georganiseerd verband

Naar aanleiding van genoemde feiten en omstandigheden bestaat er een redelijk vermoeden dat de gebruiker met Exclu-ID [accountnummer 1] ( [alias 1] ) zich in georganiseerd verband bezighield c.q. nog bezighoudt met de handel van verdovende middelen, vermoedelijk cocaïne,
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 1207):
Daarop werd op 1 februari 2023 bij de rechter-commissaris toestemming gevraagd om alle chats door het nog niet geïdentificeerde account van [alias 1] met zijn tegencontacten ter beschikking te stellen aan een ander onderzoek. Voorafgaand aan de schriftelijke instemming door de rechter-commissaris op 9 februari 2023, gaf de rechter-commissaris op 1 februari 2023 mondelinge toestemming voor het verstrekken van de chats van [alias 1] aan het onderzoek IJZER23.
4.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 september 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik woon sinds 2011 of 2012 (de rechtbank begrijpt: daarmee in ieder geval in de periode van 1 september 2022 tot en met 3 februari 2023) alleen in de woning aan de [adres] . Ik word ook wel [alias 3] genoemd.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1052, 1056-1057):
Uit de verkregen metadata blijkt dat het Exclu-ID [accountnummer 1] gebruik maakte van IP-adres [IP-adres] . Uit het CIOT-antwoord bleek dat het IP-adres [IP-adres] hoort bij het adres [adres] en op naam staat van [verdachte] . Voorts bleek uit de verkregen metadata dat het Exclu-ID [accountnummer 1] in de periode van 12 september 2022 tot en met 30 januari 2023 in totaal op 58 verschillende dagen gebruik heeft gemaakt van het vaste IP-adres [IP-adres] . Ook bleek uit de metadata dat de gebruikersnaam ‘ [alias 1] ’ gekoppeld was aan het Exclu account [accountnummer 1] .
Aangetroffen blokken cocaïne
Tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres] zijn 7 blokken cocaïne aangetroffen. Eén van de blokken, had een stempel dat sterke overeenkomsten vertoonde met het logo van het automerk Bentley, zoals hierna weergegeven.
[afbeelding]
6.
Het proces-verbaal van bevindingen van 6 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 1047):
Op 3 februari 2023 stond ik in de woning aan de [adres] in verband met een doorzoeking. Ik zag dat verdachte een telefoon pakte. Ik zag in de instellingen van het toestel dat deze de volgende naam was toegekend: [alias 3] . Ik zag dat op het toestel de applicatie “Exclu” aanwezig was.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van 3 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1287-1288):
Op 3 februari 2023 bevond ik mij voor een doorzoeking in een woning aan de [adres] . Ik zag dat er in en onder de slaapbank zeven in plastic doorzichtig tape verpakte blokken lagen. Op enkele witte blokken zag ik een ronde stempel van circa 4 centimeter, in een grotere driehoek. Deze zeven blokken werden in beslag genomen. Door de FO-medewerkers zijn in de loop van de doorzoeking alle blokken indicatief getest op cocaïne met een positieve uitslag.
[afbeelding]
8.
Het proces-verbaal van binnentreden en doorzoeking ter inbeslagneming van 3 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1278 en 1280):
Op 3 februari 2023 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in [adres] .
Lijst van inbeslaggenomen goederen
[afbeelding]
9.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van 14 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 1049):
Door de aanwezige collega’s van de dienst regionale recherche werden de aangetroffen pakketten al gewaarmerkt zoals hieronder in de onderstaande tabel door ons verbalisanten is beschreven:
[afbeelding]
10.
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 17 april 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1184-1190):
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende verricht, bevonden en waargenomen:
ITEM 2
SIN originele partij : AAPP2727NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 3
SIN originele partij : AAPP2725NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 4
SIN originele partij : AAPP2723NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 5
SIN originele partij : AAPP2721NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 6
SIN originele partij : AAPP2719NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 7
SIN originele partij : AAPP2717NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
ITEM 8
SIN originele partij : AAPP2715NL
Uitslag identificerend onderzoek : Cocaïne
11.
Het proces-verbaal van bevindingen van 17 april 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1061-1063, 1065-1069, 1074-1075, 1080, 1083, 1085-1086, 1089):
Uitwerking chats
In een aantal gesprekken wordt gesproken over “Bentley’s”. Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres] zijn blokken aangetroffen met daarop logo’s die zeer gelijkend zijn met het Bentley-logo.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Uit onderstaande blijkt ook dat met ‘pap’ geld wordt bedoeld. Er wordt ‘pap’ geteld en er volgt een foto van pakjes geld.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
12.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1294-1295):
Bij aanvang van de doorzoeking in de woning, gelegen aan de [adres] , kregen wij een foto waarop drie, in cellofaan verpakte blokken op lichte tegels en vlakbij een zwart kleed. De foto was een chatbericht van de gebruiker van account [accountnummer 1] [alias 1] .
[afbeelding]
Aantreffen soortgelijke locatie
Tijdens de doorzoeking zag ik dat in de badkamer op de eerste verdieping soortgelijke tegels lagen en eveneens een zwart kleed.
[afbeelding]
13.
Het proces-verbaal van bevindingen van 16 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1092-1093, 1095-1099, 1104-1105):
Doorzoeking
Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres] werd een opnamesysteem voor video’s in beslag genomen. Het betroffen beelden van 10 januari 2023 tot en met 3 februari 2023.
Camerabeelden
Alle weergegeven tijdstippen op de camerabeelden van de Putterstraat komen overeen met de dan geldende tijd in Nederland.
Tijdstippen chats
Alle tijdstippen van de chats zijn vastgelegd in UTC-tijd. Dit betekent dat het in Nederland ten tijde van de chats een of twee uur later was afhankelijk van de winter- of zomertijd. De chats vanaf zondag 30 oktober 2022 om 02.00 uur betreffen wintertijd (UTC +1).
Camerabeelden achterzijde [adres]
Uit de veiliggestelde gegevens kon worden opgemaakt dat er enkel camerabeelden waren opgenomen van de achterzijde van de woning aan de [adres] .
Bewoner [verdachte]
kwam op 11 januari 2023 dusdanig in beeld dat hij aan de hand van zijn SKDB-foto en zijn rijbewijsfoto door mij herkend werd. [verdachte] werd door mij onder andere herkend aan zijn opvallende neusbrug, haarlijn en de opvallende lichte pluk haar. In de rest van het proces-verbaal van bevindingen zal [verdachte] dan ook, zonder overige beschrijving, bij naam genoemd worden op de momenten dat hij als zodanig door mij werd herkend.
Chats en beelden
Op 10 januari 2023 hadden gebruikers [accountnummer 1] ( [alias 1] ) en [accountnummer 3] ( [alias 4] ) contact met elkaar via de chat omstreeks 16:36 uur (UTC). Op dat moment was het 17:36 uur Nederlandse tijd.
[afbeelding]
Op de beelden was te zien dat [verdachte] omstreeks 16:15 uur in zijn Smart wegreed. Omstreeks 18:54 uur was er op de beelden te zien dat de Smart achter de woning werd geparkeerd en dat [verdachte] uitstapte en naar de woning liep.
Op 10 januari 2023 hadden gebruikers [accountnummer 1] ( [alias 1] ) en [accountnummer 3] ( [alias 4] ) omstreeks 18:11 uur (UTC) contact met elkaar via de chat. Op dat moment was het 19:11 uur Nederlandse tijd.
[afbeelding]
11 januari 2023
Op 11-01-2023 hadden [accountnummer 3] ( [alias 4] ) en [accountnummer 1] ( [alias 1] ) contact met elkaar via de chat. De UTC tijd betrof 12:33 uur. De tijd in Nederland betrof op dat moment 13:33 uur.
[afbeelding]
Op de beelden van de achterkant van de woning aan de [adres] was te zien dat [verdachte] op 11-1-2023 om 13:36:47 uur wegfietste. Ik zag dat [verdachte] een rugzak op zijn rug droeg.
[afbeelding]
17 januari 2023
Op 17-01-2023 om 11:06 uur (UTC) hadden gebruiker [accountnummer 4] [alias 5] en gebruiker [accountnummer 1] ( [alias 1] ) contact met elkaar via de chat. De werkelijke tijd in Nederland was toen 12:06 uur.
[afbeelding]
Op de camerabeelden van achter de woning aan de [adres] , was op 17-01-2023 om 12:30 uur te zien dat [verdachte] met een rode gevulde plastic tas in zijn auto stapte en wegreed. Gezien de vorm in de gevulde plastic tas is het aannemelijk dat er een rechthoekig voorwerp in de tas zat.
[afbeelding]