Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelde
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
40 (veertig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 527,61, (zegge: vijfhonderdzevenentwintig euro en eenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;