ECLI:NL:RBOVE:2023:3892

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
08-171989-23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing schorsing voorlopige hechtenis na valselijk opgemaakte documenten

Op 4 oktober 2023 heeft de raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte toegewezen. De verdachte was eerder op 27 september 2023 in voorlopige hechtenis gesteld, maar deze was geschorst vanwege persoonlijke omstandigheden, namelijk de ernstige ziekte van zijn moeder. De raadkamer had in dat geval het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder laten wegen dan het strafvorderlijk belang, ondanks het negatieve advies van de reclassering. Echter, na beoordeling van nieuwe informatie, waaronder valselijk opgemaakte documenten, heeft de raadkamer besloten dat de schorsing van de voorlopige hechtenis niet langer gerechtvaardigd is.

De raadkamer heeft vastgesteld dat de verdachte de rechtbank op 27 september 2023 heeft misleid door gebruik te maken van documenten die valselijk waren opgemaakt. Dit werd bevestigd door verklaringen van de behandelend arts van de moeder van de verdachte en de werkgever van de verdachte, die beiden aangaven de documenten niet te kennen. De nieuwe raadsman van de verdachte, mr. Van Elst, heeft verklaard dat de verdachte ontkent dat er sprake is van valsheid in geschrift. Desondanks heeft de officier van justitie volhard in de vordering tot opheffing van de schorsing.

Uiteindelijk heeft de raadkamer, na het horen van de officier van justitie en de raadsman, besloten de schorsing van de voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang op te heffen. De verdachte was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De beslissing is genomen in raadkamer op 4 oktober 2023 door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

.,

bevel

RECHTBANK OVERIJSSEL

Strafrecht Zittingsplaats Almelo
parketnummer : 08-171989-23
bevel opheffing schorsing voorlopige hechtenis van de raadkamer d.d. 04 oktober 2023 (artikel 82 Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[woonplaats] . Raadsman mr. Van Elst.
Procedure
De voorlopige hechtenis van de verdachte is bij beslissing van 27 september 2023 geschorst. De raadkamer heeft bij de beoordeling van het verzoek tot schorsing, het persoonlijk belang van de verdachte in dit geval - gelet op de ernstige ziekte van zijn moeder die blijkens de door verdachte overgelegde medische info uitbehandeld zou zijn voor kanker en nog maar kort te leven heeft - zwaarder laten wegen dan het strafvorderlijk belang ondanks de ernst van het feit en het negatieve schorsingsadvies van de reclassering. De raadkamer heeft daarbij overwogen dat de voorlopige hechtenis in dit bijzondere geval voor bepaalde tijd, tot de pro-forma-zitting op 17 oktober 2023, geschorst zal worden nu de ernst van de feiten en de van toepassing zijnde twaalfjaarsgrond normaal gesproken aan schorsing van de voorlopige hechtenis in de weg staan.
De raadkamer heeft kennisgenomen van het feit dat de door verdachte op 27 september 2023 overgelegde brief, ter onderbouwing van de medische situatie van zijn moeder, alsmede een alstoen door verdachte overgelegde brief van de gemeente Enschede, volgens een proces-verbaal van de politie valselijk zouden zijn opgemaakt, nu door de behandelend arts van de moeder van verdachte, alsmede door de werkgever van verdachte bij de gemeente Enschede, na confrontatie met de opgemaakte en overgelegde brieven is verklaard dat zij deze brieven niet kennen en nooit hebben opgemaakt. Inmiddels heeft mr.
Nieuwenhuis, na kennisneming van voornoemde stukken, besloten om de verdediging van verdachte per omgaande neer te leggen vanwege een vertrouwensbreuk. De nieuwe raadsman van verdachte
mr.Van Elst heeft, na door de voorzitter te zijn geïnformeerd over de zaak en de aanleiding voor de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, verklaard dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte hem heeft gezegd dat van valsheid in geschrift van documenten geen sprake is. De officier van justitie persisteert bij de vordering en de raadsman refereert zich aan het oordeel van de raadkamer.
parketnummer : 08-171989-23 inzake: : [verdachte]
blad 2
Op grond van artikel 82 Sv kan de rechter ambtshalve te allen tijde de opheffing van de schorsing bevelen. De raadkamer is na kennisneming van de voornoemde processen-verbaal van de politie, ook ambtshalve van oordeel dat, nog afgezien van een vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, de belangen van strafvordering nopen tot opheffing van de schorsing nu verdachte, naar het zich laat aanzien, op basis van valselijk opgemaakte documenten, de raadkamer op 27 september 2023 op het verkeerde been heeft gezet en heeft misleid, waardoor achteraf gezien ten onrechte een schorsing van de voorlopige hechtenis is bevolen.
De raadkamer heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft de officier van justitie en de raadsman gehoord.
Verdachte is, ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.

Beoordeling

De raadkamer zal op grond van vorenstaande de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen met onmiddellijke ingang.

Beslissing

De raadkamer:
wijst toe de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 04 oktober 2023 door:
mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter,
mr. A.M. Rikken en mr. G.J. Stoové, rechters,
in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier.