Op 4 oktober 2023 heeft de raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte toegewezen. De verdachte was eerder op 27 september 2023 in voorlopige hechtenis gesteld, maar deze was geschorst vanwege persoonlijke omstandigheden, namelijk de ernstige ziekte van zijn moeder. De raadkamer had in dat geval het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder laten wegen dan het strafvorderlijk belang, ondanks het negatieve advies van de reclassering. Echter, na beoordeling van nieuwe informatie, waaronder valselijk opgemaakte documenten, heeft de raadkamer besloten dat de schorsing van de voorlopige hechtenis niet langer gerechtvaardigd is.
De raadkamer heeft vastgesteld dat de verdachte de rechtbank op 27 september 2023 heeft misleid door gebruik te maken van documenten die valselijk waren opgemaakt. Dit werd bevestigd door verklaringen van de behandelend arts van de moeder van de verdachte en de werkgever van de verdachte, die beiden aangaven de documenten niet te kennen. De nieuwe raadsman van de verdachte, mr. Van Elst, heeft verklaard dat de verdachte ontkent dat er sprake is van valsheid in geschrift. Desondanks heeft de officier van justitie volhard in de vordering tot opheffing van de schorsing.
Uiteindelijk heeft de raadkamer, na het horen van de officier van justitie en de raadsman, besloten de schorsing van de voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang op te heffen. De verdachte was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De beslissing is genomen in raadkamer op 4 oktober 2023 door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.