ECLI:NL:RBOVE:2023:3875

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
08.289537.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van beroepsmatig telen van hennep en diefstal van elektriciteit

Op 3 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 54-jarige man veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar voor het medeplegen van beroepsmatig telen van hennep. De verdachte had in de periode van 23 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021 in Hengelo, samen met anderen, een hennepkwekerij opgezet met in totaal 1107 hennepplanten. Daarnaast heeft hij elektriciteit gestolen van Enexis door een illegale aansluiting te maken. De rechtbank oordeelde dat het bewezenverklaarde feit in strijd is met artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 3 en 11 van de Opiumwet. De verdachte kreeg ook een taakstraf van 200 uur opgelegd. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar, gezien de impact van hennepteelt op de volksgezondheid en de criminaliteit die daarmee gepaard gaat. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De rechtbank achtte de opgelegde straf passend en geboden, met als doel herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.289537.21 (P)
Datum vonnis: 3 oktober 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1969 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. Schuurman en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.J.H. van der Wal, advocaat in Hengelo (O), naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:al dan niet samen met anderen beroepsmatig een grote hoeveelheid hennep heeft geteeld;
feit 1 subsidiair:medeplichtig is aan het beroepsmatig telen van een grote hoeveelheid hennep;
feit 2:al dan niet samen met anderen elektriciteit heeft gestolen van Enexis.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 23 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
(telkens) opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid die van (in totaal) ongeveer 1107 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 250 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen
in of omstreeks de periode van 23 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
met elkaar, althans één van hen,
al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
(telkens) opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan [adres 2] een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1107 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 250 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan)
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 23 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) een hoeveelheid energie (stroom), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Enexis, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank (feiten 1 en 2)
Vastgestelde feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken de volgende
feiten en omstandigheden vast.
Op 27 augustus 2021 wordt er in een pand aan [adres 2] in Hengelo (O) (hierna: het pand) een hennepkwekerij met twee kweekruimten en een droogruimte aangetroffen. Door een fraude-inspecteur van Enexis is vastgesteld dat er een illegale aansluiting vanuit de meterkast is gemaakt. In kweekruimte één is een in werking zijnde kwekerij met 640 oogstrijpe hennepplanten aangetroffen. Kweekruimte twee betrof een volledig geoogste kweekruimte met hierin nog hangende drogende hennepplanten. In totaal stonden in kweekruimte twee 467 hennepplanten. Bij het aantreffen van de kwekerij zijn meerdere kweeklijsten gevonden. Uit metingen van Enexis vanaf 1 januari 2020 blijken verbruikspatronen die overeenkomen met meerdere kweekperiodes.
Verdachte (hierna ook: [verdachte] ) huurde drie ruimtes in het pand. Het autobedrijf van [verdachte] was daar gevestigd. Onder de gehuurde ruimtes was ook de ruimte waarin de hennepkwekerij is aangetroffen.
Ook is er in het pand van [verdachte] een droogruimte met hennepresten aangetroffen. De hal van waaruit de droogruimte te benaderen is, werd op 27 augustus 2021 door [verdachte] geopend met sleutels afkomstig uit zijn kantoor.
Enexis heeft daarnaast geconstateerd dat er een illegale elektriciteitskabel was aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter omliep.
De overwegingen van de rechtbank
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat hij als medepleger betrokken is bij het bedrijfsmatig telen van grote hoeveelheden hennep, alsmede dat hij stroom ten behoeve van de kwekerij heeft gestolen. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat in het autobedrijf van [verdachte] een (in werking zijnde) hennepkwekerij met een grote hoeveelheid, namelijk 640, oogstrijpe hennepplanten is aangetroffen, alsmede een kweekruimte met 467 geoogste hennepplanten. Zowel de kweekruimten als de droogruimte waren vanuit het autobedrijf van [verdachte] te bereiken.
Het bedrijf van verdachte was contractant bij Enexis. De ruimte waarin de meterkast zich bevond was te bereiken met de sleutel van [verdachte] . Daarbij is er sprake van een illegale omleiding van de elektriciteit uit de meterkast waarbij de kabel door de hal van het garagebedrijf van [verdachte] liep.
In kweekruimte één is een bedieningspaneel in beslag genomen. Op dit paneel zijn vingerafdrukken gevonden die een zeer grote mate van overeenkomst vertonen met die van medeverdachte [medeverdachte] (hierna ook: [medeverdachte] ). De rechtbank concludeert dat deze vingerafdrukken afkomstig zijn van [medeverdachte] .
In kweekruimte twee zijn plastic handschoenen in beslag genomen. Aan de wand in de gang voor de kweekruimtes hing een gasmaker dat in beslag is genomen. Van de handschoenen en het gasmasker werden bemonsteringen genomen, uit welke bemonsteringen een DNA-profiel is verkregen met een matchkans kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van [verdachte] komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert dat [verdachte] de donor is van het celmateriaal op deze handschoenen en het gasmasker.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] is betrokken bij het beroepsmatig telen van grote hoeveelheden hennep en dat zijn bijdrage hieraan van zodanig gewicht is dat dit kan worden aangemerkt als medeplegen. Ook volgt uit het bovenstaande dat [verdachte] de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij heeft gestolen.
Gelet hierop komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 23 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander, in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan [adres 2] ) 1107 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
terwijl dit gepleegde feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 250 hennepplanten);
2
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 januari 2021 tot en met 27 augustus 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) (telkens) een hoeveelheid energie (stroom), die aan Enexis toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking door ijkzegels en het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en vervolgens een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, te maken.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikelen 3 en 11 van de Opiumwet (OW). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
feit 2
het misdrijf: diefstal waarbij de schuldige het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van beroepsmatig telen van hennep. Daarmee heeft verdachte een aandeel geleverd aan de handel in softdrugs. Het gebruik van hennep vormt een bedreiging voor de volksgezondheid. Ook gaan de verspreiding van en de handel in hennep gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten om hun behoefte aan hennep te kunnen (blijven) financieren. Dit heeft verdachte er echter niet van weerhouden zich bezig te houden met de teelt van hennep. Ook heeft verdachte de stroom voor de kwekerij buiten de meter en daarmee illegaal afgenomen. Diefstal van stroom die, zoals hier, met illegale en ondeskundige aanpassingen aan de meter gepaard is gegaan, is gevaarlijk omdat kortsluiting en/of brand kan ontstaan. Dat brengt niet alleen gevaar mee voor het gehuurde pand, maar ook voor het bedrijf van andere huurders en voor de naastgelegen woning.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 18 augustus 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de LOVS-oriëntatiepunten en met wat in vergelijkbare gevallen doorgaans als straf wordt opgelegd.
Alles afwegende acht de rechtbank daarom een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis, passend en geboden. Daarnaast acht de rechtbank de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Met dit laatste beoogt de rechtbank te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan het plegen van strafbare feiten.
Hoewel namens verdachte niet is aangevoerd dat de redelijke termijn is overschreden constateert de rechtbank wel dat deze termijn met iets meer dan een maand is overschreden. De officier van justitie heeft in zijn strafeis de omstandigheid dat er meer dan één keer is geoogst buiten beschouwing gelaten. De rechtbank legt een straf op conform de eis van de officier van justitie, waarbij zij overweegt dat de overschrijding van de redelijke termijn hierin is verdisconteerd.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair,het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
feit 2,het misdrijf: diefstal waarbij de schuldige het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023.
Buiten staat
Mr. P.M.F. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021404994 van 4 oktober 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1 en 2
1. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 23 oktober 2021 opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 7 tot en met 9):
Een onderzoek op het [adres 2] .
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten kennelijk deels waren geoogst. Het perceel betreft een bedrijfspand, namelijk: Autobedrijf met verschillende ruimtes. In een hal waren twee ruimtes gemaakt doormiddel van isolatiewanden.
Na het binnentreden zagen wij het volgende:
- Diefstal stroom vanuit de meterkast
- Hennepresten droogruimte.
Kweekruimte 1
Na het binnentreden zagen wij het volgende: Een in werking zijnde kwekerij met 640 oogstrijpe planten. In totaal stonden er 640 hennepplanten.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zagen wij het volgende: Volledig geoogste kweekruimte met daarin
nog deels hangende drogende hennepplanten. Gezien indeling kweekruimte, identiek aan kweekruimte 1. In totaal stonden er 467 hennepplanten.
Wij constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis, in onze aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
2. Het proces-verbaal aanhouding verdachte [verdachte] van 27 augustus 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 195 en 196):
De fraude-inspecteur gaf bij het zien van de meterkast aan dat er diefstal van de stroom plaats vond doordat er een extra kabel voor de meter was aangelegd. Ik heb deze kabel gevolgd. Deze liep door meerdere ruimtes en door het bedrijf van [verdachte] . Ik zag dat deze verdween door een muur naar een ruimte van het pand waar [verdachte] ons nog geen toegang toe had verschaft.
Ik zag samen met collega [verbalisant 3] dat er een witte softboard tegen de muur stond achter een aanhanger gelijk na de ingang van de garage aan de linkerzijde. Achter dit softboard vonden wij een deur met een schuifslot te openen vanuit het garagebedrijf. Achter deze deur zag ik een lege kantoorruimte waarin zich weer een witte deur betrof naar een ruimte waar ik van vermoedde dat hier de kabel vanuit de meterkast naar toe liep.
Ik zag dat er een hoge wand met lege opgestapelde dozen stond. Ik zag dat achter deze dozen een compleet afgetimmerde ruimte met isolatiewanden aanwezig was. Mij is ambtshalve bekend dat dit veelal wordt gebruikt voor de aanleg van hennepkwekerijen. Ik zag verder een stellage met hierin meerdere goederen bruikbaar voor de vervaardiging van softdrugs. Ik liep naar het einde van de ruimte en kon zo toegang verschaffen tot de inpandig gebouwde geïsoleerde ruimte. Ik zag dat in deze ruimte twee ruimtes waren opgezet. Ik zag dat in één ruimte (1) een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was met oogstrijpe planten. In de andere ruimte (2) trof ik een ruimte waarin hennepplanten waren gekweekt, deze waren nu aan touwen opgespannen om te drogen.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlage, van 31 augustus 2021 opgemaakt door [verbalisant 4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 83 tot en met 85, 104, 110 en 116):
“De verdachte opende met sleutels welke hij uit het Kantoor pakte voor ons de volgende deuren:
1: Deur tussen hal garage [verdachte] en hal 2.
2: Deur tussen hal 2 en gang voor droogruimte.
3: Deur tussen gang voor droogruimte en droogruimte.
4. Deur tussen hal 2 en Hoefsmit ruimte 1.
Nadat verdachte ons had geleid naar de droogruimte troffen wij hier hennepresten aan op knipstoel en luchtontvochtiger. In Hoefsmit ruimte 2 constateerde ik samen met de fraude inspecteur van Enexis dat er diefstal stroom plaats vond. Ik zag dat er een ongeverfde kabel voor de meter was aangesloten en dat deze via het plafond weg liep.
Collega [verbalisant 3] trof een losstaande wit geschilderde plaat welke voor een deur stond achter de aanhanger. Deze deur gaf toegang tot de hal. De deur achter de witte plaat was afgesloten middels een schuifslot welke alleen te openen was vanaf de zijde van Hal garage [verdachte] . Via de hal kwam ik uit in een ogenschijnlijk volstaande hal. In deze ruimte waren twee deuren naar de voorzijde van het pand. Deze deur was slotvast afgesloten en draaide naar buiten. Om bij het handvat van de deur te komen moest een isolatiewand verplaatst worden.
Op 27 augustus 2021 om 10.45 nam ik een plastic handschoen aangetroffen op een krat in kweekruimte 2 in beslag ter waarheidsvinding.
Op 27 augustus 2021 om 10.55 uur nam ik ter waarheidsvinding een gasmasker
aangetroffen aan de wand in de gang voor de kweekruimtes in beslag.
Goederen:
 PL0600-2021398670-2582210, kleding en schoeisel, handschoen, kleur groen, Nederland, bijzonderheden plastic handschoen
 PL0600-2021398670-2582233, kleding en schoeisel, masker (Gasmasker), Nederland
4. Het proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige biologisch sporenonderzoek van 10 mei 2022 opgemaakt door [verbalisant 5] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op de plaats delict, [adres 2] , is onderzoek verricht. Hierbij zijn in het kader van de waarheidsvinding stukken van overtuiging veiliggesteld en in beslag genomen.
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2021398670-2582210
SIN : AAPG6378NL
Object : Handschoen
Kleur : Groen
Bijzonderheden : Plastic handschoen
Goednummer : PL0600-2021398670-2582233
SIN : AAPG6377NL
Object : Masker (Gasmasker)
5. Het deskundigenrapport Forensisch DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 4 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 244 tot en met 246):
Tabel 1 Ontvangen referentiemateriaal
[afbeelding]

4.Interpretatie DNA-resultaten

De resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn weergegeven in Tabel 2.
Tabel 2 Resultaat van het DNA-onderzoek
[afbeelding]
6. Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e lid 2 Wetboek van Strafrecht, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 52)
Op het adres [adres 2] is op 27-08-2021 een hennepkwekerij
aangetroffen.
Er is een analyse uitgevoerd op een specifiek netdeel, waarop bovengenoemd adres is aangesloten, over de periode 01-01-2020 tot 27-08-2021. De gemeten patronen duiden op de aanwezigheid van een hennepkwekerij.
In de aangegeven meetperiode zijn dubbele 12 uurs verbruikspatronen te zien. In de geanalyseerde meetperiode van 01-01-2020 tot 27-08-2021 is te zien dat er 8 maal een volledige kweekperiode is geweest.
Vaststelling eerdere oogsten in de 1e kweekruimte
In de hierna vermelde berekening wordt uitgegaan van 7 reeds gerealiseerde oogst(en). Uitgangspunt hierbij is een gemiddelde kweekcyclus van 10 weken per oogst. De vermelde eerdere oogst(en) is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende indicatoren aanwezig bleken.
 7 ingevulde kweeklijsten van 09-07-2020 tot en met 27-08-2021.
 DALI meting gerekend van 01-01-2020 tot en met 27-08-2021.
Vaststelling eerdere oogsten in de 2e kweekruimte
In de hierna vermelde berekening wordt uitgegaan van 7 reeds gerealiseerde oogst(en).
De vermelde eerdere oogst(en) is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende indicatoren aanwezig bleken.
Stof op voorwerpen
Er lag een niet doorbroken stoflaag op:
 de aanwezige elektra.
Verkleuring van houten latten
Het hout van de latten waaraan de assimilatielampen waren opgehangen was verkleurd op de plaatsen waar de lampen waren bevestigd aan de lat.
Overige indicator(en)
 Ernstig vervuilde opticlimate, foto 77
 7 ingevulde kweeklijsten van 09-07-2020 tot en met 27-08-2021
 DALI meting gerekend van 01-01-202 tot en met 27-08-2021
7. Het proces-verbaal van aangifte door Enexis, met bijlagen, van 16 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 16, 17, 20 en 21):
Omschrijving aangifte
Feit: Overige gekwalificeerde diefstal
Plaats delict: [adres 2] , Hengelo (0)
Pleegdatum/tijd Tussen vrijdag 1 januari 2021 om 13:35 uur en 27 augustus 2021 om 13:35 uur
Uit onze administratie blijkt dat NME-Support in elk geval op het moment van binnentreden op 27 augustus 2021 contractant was op genoemd perceel.
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Enexis Netbeheer B.V. en de installaties in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur het volgende vastgesteld:
Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van Enexis Netbeheer om aangesloten. Door buiten de hoofdbeveiliging om aan te sluiten is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
8. Proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021 opgemaakt door [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 156):
Op 8 september 2021 ontving ik, verbalisant, de ICOV van [verdachte] Ik, zie dat hij een eenmanszaak heeft en ingeschreven staat als [bedrijf] bij de Kamer van Koophandel sinds 30 november 2006 en als vestigingsadres [adres 2] heeft.