“U houdt mij het contactformulier voor dat ik heb ingevuld in juli 2020 en waarin ik zeg dat
Stichting Azibo op zoek is naar een locatie. Hierin vraag ik of Uniek Makelaars B.V. hierin iets voor ons kan betekenen. U vraagt mij wat ik daarmee bedoel met die laatste zin en ik bedoel hiermee of Uniek Makelaars B.V. kan bemiddelen in de huisvesting. Eén en ander heeft geleid tot een gesprek op 30 juli 2020 bij Stichting Azibo.
In dat gesprek is besproken dat we op zoek zijn naar huisvesting voor cliënten, er was geen
bijzondere haast. Besproken is dat het moest gaan om appartementen voor zelfstandige
bewoning door cliënten, 16 tot 18 stuks met onder meer een gezamenlijke ruimte. [Getuige 1] gaf aan dat er misschien een mogelijkheid is in Haaksbergen. Daar lag een plan van 14 appartementen, dat was voor ons te weinig. [Getuige 1] zal informeren naar de mogelijkheid voor uitbreiding en of het überhaupt iets voor ons zou zijn.[…] Op 30 juli was het een heel informeel gesprek en hierin is niet aan de orde geweest wie voor welke partij zou optreden. Er is ook niet gesproken over een courtage dat in rekening gebracht zou worden.
Het zou kunnen zijn dat na 30 juli het e-mailbericht van 3 augustus het eerste contact is geweest, maar dat weet ik niet zeker. U houdt mij de e-mail van 3 augustus 2020 voor en leest de zin voor die staat achter, let wel. Dat wat hier staat zegt mij niks, omdat het woord aanhuurmakelaar mij niets zegt. Ik heb niet gevraagd om een toelichting. Uiteraard heb ik wel gedacht dat aan bemiddeling kosten zijn verbonden maar ik dacht dat komt later aan de orde en ook voor wie deze kosten dan zullen zijn. Als de kosten voor Stichting Azibo zouden zijn had ik gedacht dat er een overeenkomst zou komen waarin zou staan opgenomen, voor wie deze zijn en wat de hoogte van die kosten zullen zijn. Omdat ik nooit een overeenkomst heb gezien, ben ik er niet vanuit gegaan dat Stichting Azibo de kosten zou moeten betalen.
Ik heb ooit aan mw. [naam 1] gevraagd wie betaalt dit allemaal en zij zei: ‘wij niet’ en ik zei: ‘wij ook niet.’
De vraag aan mw. [naam 1] is wel in een later stadium geweest. Dat zal wel november/ december 2020 zijn geweest. [..]
In het gesprek op 17 augustus waarbij ik aanwezig was, heb ik niet gevraagd wat het betekent, aanhuurmakelaar. In dat gesprek op 17 augustus is niet gesproken over de rol van Uniek Makelaars B.V. maar over de verbouwing om zo 16 appartementen te realiseren.
U houdt mij de e-mail van 9 september 2020 voor en dan met name het tussenzinnetje: ‘en
optredend namens jullie een voorstel aan verhuurder doen toekomen.’ Dat zegt mij nog steeds niks. Er is nog geen overeenkomst en dat betekent dat er nog niets op papier staat. Voor mij dient een overeenkomst op papier te staan. […]
In november 2021 is er een factuur gekomen van Uniek Makelaars B.V.. Ik weet niet of er toen contact is opgenomen met Uniek Makelaars B.V. Uniek Makelaars B.V. heeft geen contact met mij opgenomen over die factuur. Er heeft mij een meneer [naam 2] gebeld over de factuur en ik heb tegen hem gezegd dat wij geen overeenkomst hebben met Uniek Makelaars B.V.,je moet bij [Getuige 1] zijn en toen heeft hij het gesprek beëindigd. […]
U vraagt mij wat er vervolgens is gebeurd in de discussie over de factuur en volgens mij is er niet meer iets gebeurd. Ik heb nog wel eens een gesprek met de heer [Getuige 1] gehad, dat was op de [adres] en hier was de heer Van Gurp ook bij aanwezig. Toen is besproken dat als er door Stichting Azibo betaald zal moeten worden voor werkzaamheden, om hoeveel uren het dan zou gaan. Daar is de beer [Getuige 1] niet meer op teruggekomen.
U vraagt mij of het dan niet zo is dat er een gesprek heeft plaatsgevonden tussen de heer [Getuige 1] en mij over de factuur en dat ik zou hebben aangegeven dat ik hiervoor een overeenkomst nodig heb en mijn antwoord is: ‘niet dat ik mij zo herinner’. U vraagt mij of er signalen zijn waardoor bij ons de indruk is gewekt werd dat de heer [Getuige 1] voor de heer [naam 1] optrad en dat was inderdaad zo, en dat was op het moment van het tekenen van de huurovereenkomst. Het bevreemdde ons dat de heer [Getuige 1] de heer [naam 1] had opgehaald en dat zij samen kwamen. Herstel, het bevreemdde ons niet maar dat wekte bij ons de indruk dat Uniek Makelaars B.V. voor [naam 1] optrad. Dat is niet aan de orde gesteld. Er is toen wel gezegd dat [Getuige 1] en [naam 1] samen kwamen omdat [naam 1] geen auto mocht rijden.”