ECLI:NL:RBOVE:2023:3816

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
08.141321.23 (P) + 18.263230.21 (TUL)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige diefstallen in Steenwijk met meerdere slachtoffers

Op 28 september 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen in Steenwijk op 9 juni 2023. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor het plegen van diefstal in woningen en voertuigen. De verdachte werd beschuldigd van het stelen van diverse goederen, waaronder telefoons, een iPad, en persoonlijke bezittingen van verschillende slachtoffers. Tijdens de zitting op 14 september 2023 heeft de officier van justitie, mr. M. Smits, de vordering ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. Volckmann, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, gebaseerd op getuigenverklaringen, camerabeelden en de vondst van gestolen goederen bij de verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het strafblad van de verdachte, dat meerdere eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten bevatte. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, toegewezen tot een bedrag van € 41,60, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf toegewezen, omdat de verdachte zich opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten tijdens de proeftijd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.141321.23 (P) + 18.263230.21 (TUL)
Datum vonnis: 28 september 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1993 in [geboorteplaats 1] ,
wonende te [adres 1] ,
nu verblijvende in P.I. Achterhoek te Zutphen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Smits en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. T. Volckmann, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 9 juni 2023 op vier verschillende plekken in Steenwijk goederen heeft gestolen uit woningen en voertuigen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, de [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond, een telefoon (Google), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, een telefoon (Google), althans één of meerdere goed/goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed/goederen betrof/betroffen;
2
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een Iphone (11) en/of een Ipad en/of een (winter)jas (Peutery), in elk geval enig goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland een Iphone (11), althans één of meerdere goed/goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed/goederen betrof/betroffen;
3
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, een telefoon en/of kraslot en/of tankpas en/of ontheffingsbewijs een of meerdere bankpas(sen) en/of spaarkaart(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland een kraslot en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of spaarkaart(en), althans één of meerdere goed/goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed/goederen betrof/betroffen;
4
hij in of omstreeks de periode 8 juni 2023 tot en met 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, althans in Nederland, een kentekenpas (auto) en/of RDW papieren (auto) en/of fles (rode) wijn en/of brandblusser, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 06:56 uur kwam bij de politie een melding binnen van diefstal van een telefoon uit een woning in Steenwijk. Op de locatie waar de telefoon online getraceerd was, zag de politie een man lopen met een wond in het gezicht. Omstreeks 08:52 uur kwam nog een melding binnen van diefstal uit een andere woning in Steenwijk. Volgens de locatie van de aldaar weggenomen telefoon zou deze zich bevinden in de omgeving van het NS station te Steenwijk. Ter plaatse zag de politie dezelfde man lopen als die eerder werd gezien op de locatie van de andere weggenomen telefoon. Bij de ID-fouillering van deze man werden verschillende goederen aangetroffen, waaronder de weggenomen telefoons. De man verklaarde in de Engelse taal dat zijn achternaam [verdachte] is.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De onder 1 tot en met 3 primair ten laste gelegde feiten kunnen wettig en overtuigend worden bewezen, alsmede het onder 4 tenlastegelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte dient vrijgesproken te worden van alle ten laste gelegde feiten. Verdachte kan zich niet herinneren hoe hij aan de goederen is gekomen, waardoor de ten laste gelegde opzet niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair en onder 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op vrijdag 9 juni 2023, omstreeks half zeven in de ochtend, ontdekte aangever [slachtoffer 1] , wonende aan de [adres 2] , dat zijn zwarte Google telefoon was weggenomen uit zijn woning. [slachtoffer 1] zag eerst een getinte man, met een oranje hoodie met capuchon, in de tuin van de buren. Terwijl hij op de bovenverdieping van zijn woning was, hoorde hij even later zijn tuinhek. [slachtoffer 1] liep naar beneden en ontdekte dat zijn telefoon, die hij op de bank had neergelegd, weg was.
Diezelfde ochtend ontdekte aangever [slachtoffer 2] , verblijvende in de woning aan de [adres 3] , dat zijn I-phone, I-pad en groenkleurige jas van het merk Peuterey waren weggenomen. Toen [slachtoffer 2] rond middennacht naar bed ging, had hij de buiten deuren afgesloten. Alleen een keukenraampje stond op een kier. Rond 3.00 uur in de nacht lag zijn telefoon nog op zijn nachtkastje, maar ’s ochtends was deze weg, net zoals de I-pad en jas. Aangever [slachtoffer 2] zag dat het raam van de keuken was opengebroken en gaat ervan uit dat de dief via de brandtrap en het dakterras bij dat raam is gekomen.
Zowel aangever [slachtoffer 1] als aangever [slachtoffer 2] konden via internet de locatie van hun telefoons achterhalen.
[slachtoffer 1] zag dat zijn telefoon in de buurt van de Meppelerweg 5 te Steenwijk was. De politie zag daar ter plaatse een man met een getinte huidskleur, een beetje gezichtsbeharing en een verwonding aan zijn gezicht.
Aangever [slachtoffer 2] heeft bij een vriend via icloud.com de locatie van de telefoon achterhaald. Hij zag dat de telefoon zich in de buurt van het NS-station in Steenwijk bevond.
De politie zag de man met de verwonding aan zijn gezicht, die ze daarvoor hadden zien lopen aan de Meppelerweg, op het Stationsplein in Steenwijk een bus instappen. Omdat de man zich niet kon identificeren, hebben de politieagenten een identiteitsfouillering uitgevoerd. De man had in zijn jaszak drie telefoons, waaronder de telefoons van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Hij verklaarde dat hij [verdachte] heet, geboren op [geboortedatum 1] 1993 te [geboorteplaats 1] . Deze man betrof aldus verdachte.
De diefstal uit de woning van [slachtoffer 2] vond in de ochtend van 9 juni 2023 plaats. In het dossier bevinden zich camerabeelden van het adres [adres 5] van die ochtend. Deze beelden zijn van de buurman van [slachtoffer 2] . Op de beelden zijn de brandtrap en het dakterras te zien.
Om 05:16:56 uur ziet de verbalisant een persoon de trap oplopen. Hij geeft bij de omschrijving aan dat het om een licht getinte man gaat met onder andere een jas / vest met een oranje capuchon. Hij herkent de man als verdachte. De verbalisant ziet dat verdachte rondkijkt op het dakterras. Om 05:17:05 uur verdwijnt verdachte uit beeld. Om 05:34:03 uur komt verdachte weer in beeld. De verbalisant ziet dat verdachte de oranje capuchon nu over zijn hoofd heeft en dat er iets lichtblauws uit de tas steekt die verdachte bij zich draagt. De weggenomen I-pad van [slachtoffer 2] zat in een lichtblauwe hoes.
Tegenover een medegedetineerde heeft verdachte verklaard dat hij samen met een ander in een woning in Steenwijk was en dat “zijn maat” spullen had meegenomen.
De uit de woning van [slachtoffer 2] weggenomen I-pad en jas zijn aangetroffen in de bungalow bij het asielzoekerscentrum waar verdachte verbleef. De goederen zijn aangetroffen in [locatie 1] . Verdachte verbleef in diezelfde bungalow, in [locatie 2] .
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel verdachte degene is geweest die de goederen uit de woning van [slachtoffer 2] heeft weggenomen, tezamen en in vereniging met een ander.
De telefoon van [slachtoffer 1] had verdachte ook bij zich tijdens de fouillering. Deze fouillering vond kort na de diefstal uit de woning van [slachtoffer 1] plaats. Verdachte voldoet aan het signalement van de man die [slachtoffer 1] in de tuin van de buurman heeft gezien, kort voor de diefstal, nu bij dit signalement gesproken wordt over een getinte man met een hoodie met oranje capuchon. Verdachte droeg die ochtend een hoodie met oranje capuchon, zo blijkt uit de verschillende camerabeelden.
In dit geval gaat de rechtbank er dan ook eveneens vanuit dat verdachte degene is geweest die de diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 1] .
Op diezelfde vrijdagochtend waren aangevers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] aan het werk in Steenwijk. Ze waren hun vrachtauto aan het laden en lossen en ontdekten tijdens hun werkzaamheden, rond 08.30 uur, dat de spullen, die in het middenconsole van de vrachtauto lagen, er niet meer waren. Ze besloten terug te rijden naar hun vorige loslocatie en zagen een getinte man lopen met een telefoon die veel gelijkenis vertoonde met de verdwenen telefoon van [slachtoffer 3] .
Bij de fouillering van verdachte om 09.03 uur zijn meerdere goederen die toebehoorden aan [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] aangetroffen, zoals de telefoon, twee bankpassen op naam van [slachtoffer 3] , een kraslot en BP spaarkaarten.
De rechtbank acht daarmee ook in dit geval wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 3 primair in de tenlastelegging genoemde goederen heeft weggenomen uit de vrachtauto.
Tot slot ontdekte aangever [slachtoffer 5] op 9 juni 2023 dat uit zijn auto, die geparkeerd stond op de parkeerplaats aan de Scholestraat in Steenwijk, meerdere goederen waren weggenomen. Op de bijrijdersstoel trof [slachtoffer 5] een mobiele telefoon aan die niet van hem was. Bij het aanzetten van deze telefoon kwam een foto in beeld waarop een man te zien was. Deze man werd door een verbalisant herkend als zijnde verdachte. Ter zitting heeft verdachte ook bevestigd dat hij te zien was op de foto op de betreffende telefoon.
Op basis hiervan kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte ook de goederen die genoemd zijn in het onder 4 ten laste gelegde heeft gestolen.
Dat verdachte niet weet hoe hij aan de goederen is gekomen, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Naar het oordeel van de rechtbank is het verdachte geweest die, in ieder geval deels samen met een ander, welbewust op de vier verschillende plekken die genoemd zijn in de tenlastelegging de goederen heeft weggenomen. Op de camerabeelden is duidelijk te zien dat verdachte op verschillende plekken zoekend rondkijkt en onder meer voelt aan portieren van verschillende auto’s. Een deel van de gestolen goederen is kort na de diefstallen bij verdachte aangetroffen en tegen een medegedetineerde heeft hij wel verklaard dat hij in een woning in Steenwijk is geweest en dat zijn maat spullen heeft meegenomen. Dit wordt bevestigd door het aantreffen van een deel van de goederen in de kamer van een medebewoner van de bungalow bij het asielzoekerscentrum waar verdachte ook verbleef.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, in een woning, de [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond, een telefoon (Google), die aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2 primair
hij op 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, tezamen en in vereniging met een ander, in een woning, te weten [adres 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een Iphone (11) en een Ipad en een (winter)jas (Peutery), die aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak en/of inklimming;
3 primair
hij op 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, een telefoon en kraslot en tankpas en ontheffingsbewijs en bankpassen en spaarkaarten, die aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij in de periode 8 juni 2023 tot en met 9 juni 2023 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, een kentekenpas (auto) en RDW papieren (auto) en fles (rode) wijn en brandblusser, die aan [slachtoffer 5] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
feit 2 primair
het misdrijf: diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4º en 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheden;
feit 3 primair
het misdrijf: diefstal;
feit 4
het misdrijf: diefstal.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd voor de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van
15 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere, waaronder gekwalificeerde, diefstallen. Deze diefstallen zijn op 9 juni 2023, op één en dezelfde ochtend, kort na elkaar, in Steenwijk gepleegd. Verdachte is die ochtend door Steenwijk getrokken en is tijdens zijn rooftocht meerdere woningen binnen gegaan en heeft uit meerdere voertuigen spullen weggenomen.
In de woningen waaruit verdachte spullen heeft weggenomen waren op dat moment de bewoners aanwezig, waaronder ook een kind. Verdachte is de woningen binnen gegaan, in één geval door via het keukenraam naar binnen te klimmen, heeft deuren en kasten open getrokken en meegenomen wat voor hem van voldoende waarde leek, zoals telefoons, een
i-pad en een winterjas.
Dit betreffen zeer ernstige feiten, waardoor bij de bewoners, maar ook in het algemeen in de maatschappij gevoelens van onveiligheid ontstaan. Iedereen moet ongestoord en veilig in zijn of haar woning kunnen verblijven, zonder dat indringers binnensluipen om goederen weg te nemen.
Datzelfde geldt voor voertuigen. Ook hiervoor geldt dat ervan uitgegaan moet kunnen worden dat spullen die in voertuigen liggen, niet weggenomen worden door indringers die niets in het voertuig te zoeken hebben.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan. De rechtbank houdt er daarbij rekening mee dat verdachte heeft verklaard niet meer te weten hoe hij aan de gestolen spullen is gekomen, terwijl hij tegenover een medegedetineerde wel heeft verklaard dat hij een woning is binnen gegaan om spullen weg te nemen en daar bovendien aan heeft toegevoegd dat hij tegen de politie had gezegd dat hij dronken was en zich niets meer kon herinneren.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het strafblad van verdachte van 18 augustus 2023. Hieruit blijkt dat verdachte sinds zijn aankomst vanuit Algerije in Nederland in 2021 inmiddels meermalen is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is gevorderd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 41,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De vordering kan worden toegewezen en daarbij dient de schadevergoedingsmaatregel opgelegd te worden.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk verklaard te worden, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 3 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De benadeelde partij heeft in de aangifte verklaard dat het rijbewijs, samen met de bankpassen, in de telefoon zat die verdachte uit de vrachtauto van de benadeelde partij heeft weggenomen. Deze telefoon en de bankpassen zijn bij verdachte aangetroffen en verdachte heeft ook bevestigd dat hij de telefoon en bankpassen bij zich had. Verdachte heeft niet betwist dat het rijbewijs ook in de weggenomen telefoon zat, maar heeft ook niet verklaard waar de benadeelde partij deze terug kan vinden. Aangezien het rijbewijs niet is teruggevonden, acht de rechtbank de opgevoerde schadepost voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 41,60, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 2 juli 2023, te weten de datum van ondertekening van het voegingsformulier.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met één dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De vordering tenuitvoerlegging

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de door de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland op 15 september 2022 voorwaardelijk opgelegde hechtenis voor de duur van één week ten uitvoer wordt gelegd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om afwijzing van de vordering verzocht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd, welke is ingegaan op 30 september 2022 en eindigt op 22 februari 2025, aan het plegen van nieuwe strafbaar feiten heeft schuldig gemaakt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22b, 36f en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
feit 2 primair
het misdrijf: diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 4º en 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheden;
feit 3 primair
het misdrijf: diefstal;
feit 4
het misdrijf: diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 41,60 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 41,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 3 primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 41,60, (zegge: éénenveertig euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van één dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 15 september 2022 (parketnummer 18.263230.21) voorwaardelijk opgelegde
hechtenisvoor de duur van
één week.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J. de Ruiter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Offerein-Hulshoff, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 september 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, Eenheid Oost-Nederland, met nummer PL 0600-2023257734, d.d. 22 juni 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 1] ) d.d. 9 juni 2023:(pag. 43) Ik ben woonachtig aan de [adres 2] . Op vrijdag
9 juni 2023, omstreeks 05:30 uur, ging mijn wekker. Ik liep toen naar beneden en legde mijn mobiele telefoon op de bank neer, in de woonkamer. Omstreeks 05:45 uur hoorde ik een vreemd geluid, wat bij de bosrand vandaan kwam. Ik liep naar achteren toe en zag toen een manspersoon in de tuin van de buren staan ( [adres 6] ). Ik zag dat deze man een fiets vasthield en deze door de bosjes drukte. Ik kan deze man als volgt beschrijven:
- getint;
- oranje hoodie met capuchon op (grijze rand op capuchon);
- smal postuur.
Omstreeks 06:25 uur diezelfde dag hoorde ik dat ons hek dichtviel. Ik liep toen naar beneden en kwam tot de ontdekking dat mijn mobiele telefoon niet meer op de bank lag. Mijn mobiele telefoon kan ik als volgt omschrijven:
- Google Pixel 6A;
- volledig zwart;
- zwart hoesje van kunstleer (klaphoesje).
Proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 2] ) d.d. 9 juni 2023:(Pag. 50) Ik verblijf op de [adres 3] . Vrijdag 9 juni 2023 tussen 00:00 uur en 00:30 uur ben ik naar bed gegaan. Ik had mijn woning volledig afgesloten, dat wil zeggen de voordeur en zijdeur waren slotvast afgesloten en een raam aan de achterzijde van de keuken stond op een kier, maar was wel vastgezet met een zogenaamd raamboompje. Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 03:00 werd ik wakker. Ik keek om mijn telefoon, een zwart kleurige I-phone 11. Ik ben toen naar het toilet gelopen en zag dat mijn woning nog in goede orde was. Ik heb mijn I-phone vervolgens terug gelegd op een tafeltje naast mijn bed. Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 07:45 uur werd ik wakker, mijn zoontje vroeg mij of hij op mijn I-pad mocht. Ik was in de veronderstelling dat de I-pad op mijn slaapkamer lag, op het zelfde tafeltje als mijn telefoon. Het betrof een zwart kleurige I-pad. Op dat moment dacht ik dat mijn I-pad mogelijk in de woonkamer lag dus daar ben ik naar toe gelopen. Toen ik de slaapkamer uit liep zag ik direct dat de deuren van een inbouwkast in de hal geopend waren. Ook zag ik dat een mijn groen kleurige jas van het merk Peuterey was weggenomen van de kapstok in de hal. Toen ik verder liep zag ik meerdere deuren in mijn woning open staan. Dit was niet zo toen ik 's nachts naar het toilet ging, dat was mij dan namelijk direct opgevallen omdat ik daar tegenaan zou zijn gelopen. Ik ben terug gelopen naar mijn slaapkamer om met mijn telefoon te gaan bellen. In mijn slaapkamer zag ik dat mijn I-phone was weggenomen van het tafeltje naast mijn bed.
(Pag. 51) Ik heb nog een ronde door mijn woning gemaakt en zag dat het raam van de keuken was opengebroken. Vermoedelijk is de dader via dit raam mijn woning binnen gedrongen. Onder dit raam stond een tafel, dit is buiten de woning op het dakterras. Ik vermoed dat de dader via de brandtrap aan de achterzijde het dakterras op is gelopen.
Ik ben naar een vriend gereden, dit was [naam 1] . Bij [naam 1] aankomen hebben [naam 1] en ik samen ingelogd op zijn laptop en ingelogd bij icloud.com om te kijken of we de locatie konden achterhalen van mijn weggenomen I-phone en I-pad. Na het inloggen zag ik dat de I-phone zich op de Stationsstraat 36a te Steenwijk bevond. Terwijl we keken zag ik de locatie veranderen naar het NS station aan het Stationsplein te Steenwijk. Ik ben toen samen met [naam 1] naar het station gereden en ondertussen hebben we de politie gebeld.
Toen de politie ter plaatse was hebben wij uitgelegd wat er was voorgevallen. Op enig moment zag ik dat door een politiemedewerker een man uit een bus werd gehaald. Uit een van de jaszakken van deze man zag ik meerdere telefoons komen. Ik herkende één van deze telefoons als mijn I-phone.
Proces-verbaal van aanhouding d.d. 9 juni 2023:(pag. 21) Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 07:05 uur nam ik, verbalisant [verbalisant 1] , telefonisch contact op met [slachtoffer 1] . Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat zojuist zijn telefoon van het merk Google was weggenomen uit zijn woning. Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat hij op internet de locatie van zijn weggenomen telefoon kon zien
en dat deze zich zou bevinden in de omgeving van de Meppelerweg 5 te Steenwijk .
Vervolgens ben ik vergezeld door [verbalisant 2] , werkzaam als agent bij de politie eenheid Oost-Nederland, naar de Meppelerweg te Steenwijk gegaan, alwaar wij op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 07:14 uur aankwamen. Vervolgens hielden wij ons enige tijd op ter hoogte van de Meppelerweg 5 te Steenwijk . Op enig moment zag ik een man lopen over de stoep van de Meppelerweg. Dit betrof een man met een licht getinte huidskleur, een slank postuur, donkere haarkleur, met een klein beetje gezichtsbeharing rondom zijn mond. Ik zag dat de man een zwart kleurige jas droeg en dat de man aan de linkerzijde van zijn gezicht een kennelijk verse, bloedende, verwonding had naast zijn oog.
(pag. 22) Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 08:52 uur hoorde ik, verbalisant, van een centralist van de meldkamer Oost-Nederland dat nog iemand uit Steenwijk contact had opgenomen met de politie omdat uit zijn woning goederen waren weggenomen. Ik hoorde de centralist zeggen dat deze persoon ook de locatie van de weggenomen goederen kon zien en dat deze zich aldus de melder zouden bevinden in de omgeving van het NS station te Steenwijk. Ik sprak vervolgens telefonisch met [naam 1] .
Ik hoorde [naam 1] verklaren dat er bij een vriend van hem was ingebroken en dat hij zich samen met deze vriend op het NS station te Steenwijk bevond. Ik hoorde dat [naam 1] verklaarde dat uit de woning van zijn vriend onder andere een I-phone en I-pad waren weggenomen en dat zij op internet de locatie van de weggenomen telefoon konden zien en dat deze zich zou bevinden in de omgeving van het NS station te Steenwijk. Hierop ben ik naar het Stationsplein te Steenwijk gereden, alwaar ik op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 08:58 uur aankwam. Ter plaatse sprak ik met [naam 1] en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1982 te [geboorteplaats 2] . Ik hoorde [slachtoffer 2] verklaren dat er was ingebroken in zijn woning en dat daarbij naast de eerder genoemde I-phone en I-pad een dikke winterjas was weggenomen.
Op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 09:03 uur zag ik de man met de verwonding aan zijn gezicht, die ik herkende als de man die ik op vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 07:14 uur had zien lopen op de stoep van de Meppelerweg, lopen op het Stationsplein te Steenwijk. Ik zag deze man een bus instappen. Aangezien ik deze man voor de tweede keer tegen kwam op een plek waar de locatie gegevens van weggenomen goeden werden waargenomen ben ik achter de man aan de bus ingelopen en hem ik hem gevraagd zich te identificeren. Ik hoorde de man zeggen dat hij zich niet kon identificeren. Hierop heb ik samen met de man de bus verlaten en ben ik begonnen aan een onderzoek van zijn kleding ter vaststelling van zijn identiteit. Uit de linker jaszak van de man haalde ik onder andere drie mobiele telefoons. Ik legde deze telefoons op een bankje van een aldaar aanwezige bushalte. Hierop hoorde ik [slachtoffer 2] verklaren dat één van deze telefoons de van hem weggenomen I-Phone betrof. Ik zag dat één van de andere telefoons van het merk Google was. Hierop heb ik de man aangehouden. Ik heb de man gevraagd wat zijn achternaam en geboortedatum was. Ik hoorde de man mij in de Engelse taal verklaren dat zijn achternaam betrof [verdachte] en dat hij was geboren op [geboortedatum 1] 1993 te [geboorteplaats 1] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juni 2023:(pag. 60) Op vrijdag 9 juni 2023, was ik, verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam als medewerker van het verdachte afhandelingsteam bij de politie Steenwijk. Ik hoorde dat om 09.06 uur verdachte [verdachte] was aangehouden voor gekwalificeerde diefstal. Omstreeks 10.00 uur, sprak ik met collega [verbalisant 1] , die de aanhouding had verricht. Ik hoorde van collega [verbalisant 1] , dat er bij de identiteitsfouillering van de verdachte, een gestolen telefoon was aangetroffen.
Bij de verdachte zijn uiteindelijk meerdere goederen die van diefstal afkomstig waren aangetroffen. De volgende goederen zijn onder meer bij verdachte [verdachte] aangetroffen:
- 3x volle BP spaarkaarten;
- kraslot;
- 2x Rabobank betaalpas op naam van [slachtoffer 3] ;
- zwarte Xiaomi telefoon met klaphoesje met pashouder;
- zwarte Google Pixel telefoon;
- zwarte iPhone.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juni 2023:(pag. 97) Op 21 juni 2023 was ik belast met het uitkijken van de beelden van adres [adres 5] . De bewoner is de buurman van aangever [slachtoffer 2] , wonende aan de [adres 3] .
Links onder in beeld zag ik de tekst 'dakterras' staan. Rechts boven in beeld zag ik de datum en tijd '2023-06-09 05:16:46' staan. Ik zag dat de beelden in kleur waren.
Om 05:16:56 uur zag ik een persoon de trap oplopen.
Om 05:17:01 uur zag ik de persoon, een man, richting de camera lopen. Ik kan de man als volgt omschrijven:
- Man;
- Licht getinte huidskleur;
- Zwarte jas/vest met zwarte capuchon op;
- Groene jas/vast met oranje capuchon, oranje tot aan de borst, daarna een strook wit en daarna een strook groen;
- Zwarte of donkere broek;
- Lichte sneakers.
Ik herkende deze man als verdachte [verdachte] aan zijn signalement van de andere uitgekeken beelden.
Om 05:17:05 uur zag ik dat verdachte [verdachte] een zwarte jas/vest over zijn linkerarm droeg.
Ik zag verdachte [verdachte] vervolgens rondlopen en rondkijken op het dakterras.
Om 05:17:22 uur zag ik dat verdachte [verdachte] links uit beeld verdween.
Om 05:34:03 zag ik dat verdachte [verdachte] links weer in beeld kwam. Ik zag dat dit op dezelfde positie was als waar hij om 05:17:22 uur uit beeld verdween.
Ik zag dat hij de oranje capuchon van zijn jas/vest nu over zijn hoofd droeg en daaroverheen nog steeds een zwarte jas/vest droeg. Ik zag dat hij in zijn rechterhand een zwarte tas vasthad waarvan ik het logo herkende als het logo van kledingwinkel ' [kledingwinkel] ' gevestigd in [vestigingsplaats] . Ik zag aan de bovenkant van deze tas iets lichtblauws steken. Ik sloeg hierop aan omdat de weggenomen tablet van het merk Apple (I-pad) van de aangever in een lichtblauwe hoes zat.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2023:(Pag. 66) Op vrijdag 9 juni 2023, bevonden wij ons verbalisanten, [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , in uniform gekleed en belast met een toezichtdienst, op het asielzoekerscentrum, gevestigd aan de [adres 1] .
Terwijl wij hier waren kregen wij van de centralist van het operationeel centrum van politie Midden-Nederland, de melding dat er een inbraak in Steenwijk had plaatsgevonden en dat de aangever zijn weggenomen I-pad zou uitstralen op het terrein van het asielzoekerscentrum te [adres 1] . Naar aanleiding hiervan hebben wij telefonisch contact opgenomen met deze aangever. Wij hoorden [slachtoffer 2] zeggen dat hij aangifte had gedaan ter zake inbraak op het adres ' [adres 3] '. Bij deze inbraak waren diverse goederen weggenomen waaronder een I-pad voorzien van serienummer: [serienummer] en een groene parka jas van het merk 'Peutery'.
Ik, verbalisant [verbalisant 4] , vroeg aan [slachtoffer 2] of hij mij screenshots van de locatie wilde sturen alwaar waar zijn weggenomen I-pad zich zou bevinden. Hierop kreeg ik diverse screenshots, waarop ik zag dat de I-pad uitstraalde bij [locatie 1] .
Gekomen in de bungalow hebben wij aangever [slachtoffer 2] gevraagd of hij een bericht naar zijn weggenomen I-pad wilde sturen zodat deze I-pad een signaal zou afgeven. Hierop hoorde ik, verbalisant [verbalisant 4] tot tweemaal toe een pingend geluid vanuit kamer [locatie 1] komen.
Hierop opende een medewerker van het centraal orgaan opvang kamer [locatie 1] . In kamer [locatie 1] stond een geopende kledingkast. Aldaar lagen twee I-pads met om elk een blauw beschermhoes. Een van de I-pads was voorzien van eerder genoemde serienummer, die aangever [slachtoffer 2] eerder aan ons opgaf. Bij binnenkomst zag ik een sporttas liggen met daarin een groene gewatteerde jas. Hierop heb ik de jas uit de sporttas gehaald. Ik zag dat de jas een Parka betrof van het merk 'Peutery'. Ik herkende de jas als zijnde de jas waarvan aangever [slachtoffer 2] een foto stuurde.
Ik, verbalisant [verbalisant 4] , vroeg aan het personeel van het Centraal Orgaan Opvang, wie in deze kamer staat ingeschreven en verblijft. Hierbij kreeg ik te horen dat [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1993 te [geboorteplaats 3] verblijft.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2023:(Pag. 79) Op zaterdag 10 juni 2023 heb ik, verbalisant, telefonisch contact opgenomen met [adres 1] . Verdachte [verdachte] verblijft in kamer bungelow [locatie 2] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2023:(Pag. 92) Ik, verbalisant [verbalisant 6] , was belast met het doen van onderzoek omtrent de verdachte [verdachte] . Ik hoorde van een collega uit Steenwijk, dat een medewerker van Arrestantenzorg in Zwolle had gehoord, dat verdachte [verdachte] op de luchtplaats tegen een andere verdachte had gezegd, dat hij wel de diefstal had gepleegd, maar in het verhoor had gezegd, dat hij dronken was geweest en het daarom niet meer wist.
Op zaterdag 10 juni 2023, belde ik naar de afdeling van de Arrestantenzorg in Zwolle. Ik kreeg een medewerker aan de lijn, die van bovengenoemde voorval afwist en mij de verdachte in cel [nummer] , aan de telefoon liet horen als getuige.
Ik hoorde hem het volgende zeggen tegen mij:
Ik ben [naam 3] en ben geboren op [geboortedatum 4] 1995. Ik verblijf momenteel in cel [nummer] . Ik wil als getuige gehoord worden.
Vanochtend, zaterdag 10 juni 2023 stond ik op de luchtplaats samen met een andere verdachte. Ik weet niet hoe hij heet, maar wel dat hij van Algerijnse komaf is en uit [plaats] kwam. Wij spraken in het Arabisch tegen elkaar en konden elkaar goed verstaan. Ik ben zelf Marokkaans. Ik hoorde hem het volgende tegen mij zeggen:
"Ik ben een woning binnen geweest in Steenwijk. Ik was samen met nog iemand in deze woning, maar deze persoon is weggekomen. Ik heb in het verhoor gezegd dat ik donken was. Ik heb dit expres gezegd, zodat ik daarom niet meer kon weten van hoe of wat. Ik ben van een dak van een woning afgesprongen. Ze hebben bij mij een telefoon aangetroffen. Mijn maat heeft alle spullen meegenomen. Bij mij hebben ze eigenlijk niks aangetroffen."
Dit is wat ik gehoord heb op de luchtplaats.
Ik, verbalisant, zag in het systeem, dat de verdachte [naam 3] vanochtend, 10 juni 2023, van 09:33 tot en met 09:58 gelucht had, op luchtplaats 1. Ik zag in het systeem, dat de verdachte [verdachte] vanochtend, 10 juni 2023, van 09:33 tot en met 09:58 gelucht had, op luchtplaats 1.
Proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 3] ) d.d. 9 juni 2023:(pag. 131) Op vrijdag 9 juni 2023, was ik aan het werk in Steenwijk. Ik was aan het laden en lossen met de vrachtwagen. Ik heb toen al mijn spulletjes in de middenconsole gelegd. Omstreeks 08:15 uur, kwamen wij aan bij onze eerste loslocatie. Ik zag toen dat mijn spullen (telefoon, kraslot en spaarkaarten) nog in de middenconsole lagen. Ik ben toen met mijn collega de vrachtwagen uitgestapt en wij hebben allebei de portieren van de cabine gesloten. Deze zaten niet op slot, maar wel dicht.
Omstreeks 08:25 uur, waren wij klaar met lossen en stapten wij weer in de vrachtwagen. Tijdens de rit, viel het mij op dat al mijn spullen weg waren. Omstreeks 08:30 uur, kwamen wij aan bij de Boekanier. Ik heb toen even gezocht naar mijn spullen, maar ik kwam toen tot de conclusie dat mijn spullen definitief weg waren. We zijn toen nog terug gegaan naar de eerste locatie, om te vragen of zij wat gevonden hadden. Onderweg hier naar toe, kan ik mij herinneren dat ik een getinte man zag lopen. Ik zag dat hij een mobiele telefoon vast had, met een felblauwe achterkant. Ik dacht toen, dat kan die van mij wel eens zijn.
(pag. 132) Ik kan de man als volgt beschrijven:
- getint;
- kort, zwart haar;
- mijn lengte (1.80m) ongeveer.
Ik kan mijn spullen als volgt omschrijven:
- mobiele telefoon, blauwe achterkant, merk is Redmi (Xiaomi). Zwart klaphoesje. In dit hoesje zaten twee bankpassen en mijn rijbewijs;
- bankpassen van de Rabobank;
- 3 spaarkaarten van de BP met gele stickers;
- 1 kraslot.
Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever ( [slachtoffer 4] ) d.d. 12 juni 2023:(pag. 139) Op vrijdag 9 juni 2023 waren mijn collega [slachtoffer 3] en ik samen aan het werk. Wij zijn erachter gekomen dat wij nog meer goederen missen.
Vrijdagmiddag, tijdens de dienst, wilde ik nog gaan tanken en toen kwamen wij erachter dat naast de andere goederen ook de tankpas en het ontheffingsbewijs waren weggenomen. Deze lagen op dezelfde plek als de andere goederen, namelijk in het vakje bij de middenconsole.
De tankpas kan ik als volgt omschrijven:
- van het merk BP;
- groen van kleur;
- kenteken staat genoteerd op de pas, namelijk [kenteken 1] ;
- de naam [bedrijf] staat op de pas genoteerd.
Het ontheffingsbewijs is er één voor de gemeente Meppel, hier staat een QR-code op.
Proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 5] ) d.d. 12 juni 2023:(pag. 155) Op donderdag 8 juni 2023 omstreeks 21.30 uur heb ik mijn auto geparkeerd op de parkeerplaats aan de Scholestraat in Steenwijk. Ik heb mijn voertuig, Toyota Carolla voorzien van kenteken [kenteken 2] , afgesloten.
Vrijdag 9 juni 2023 omstreeks 11.45 uur kwam ik terug bij mijn auto en zag ik dat er meerdere goederen weg waren uit mijn auto. Er zijn geen braaksporen zichtbaar. Vermoedelijk heeft er een deur niet goed op slot gezeten. De volgende goederen zijn weggenomen uit mijn auto:
- kentekenpas van de auto
- RDW papieren
- een fles rode wijn
- brandblusser.
Op de bijrijdersstoel lag een mobiele telefoon die niet van mij is. Het is een Samsung telefoon met een zilverkleurig hoesje. Als je de telefoon aan drukt zie je een man staan met een soort van vouwfiets. Ik ken deze persoon niet. De telefoon overhandig ik aan de politie voor verder onderzoek.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juni 2023:(pag. 168) Aangever [slachtoffer 5] overhandigde mij, verbalisant, [verbalisant 7] de telefoon. Ik heb de telefoon aangeklikt en zag dat er een foto in beeld kwam. Ik zag dat er een man op de foto stond die ik herkende als de verdachte die vrijdag 9 juni 2023 aangehouden is voor meerdere strafbare feiten. Ik herken de man op de foto als verdachte [verdachte] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juni 2023:(pag. 159) Ten behoeve van het onderzoek onderzocht ik, verbalisant [verbalisant 8] de camerabeelden die opgevraagd waren in registratie [registratienummer] .
Het gaat om een diefstal uit een voertuig gepleegd op 09 juni 2023 aan de Scholestraat te Steenwijk. De camerabeelden zijn afkomstig van " [registratienummer] " gevestigd aan de [adres 7] .
De camera hangt op ongeveer twee meter hoogte ten opzichte van de straat. Vanuit dit beeld heb je zicht op de Scholestraat in de richting van de Molenwal te Steenwijk.
Er zijn twee opstellingen; gevel rechts en gevel links. De beelden zijn in kleur en op de camerabeelden geven een zomertijdindicatie aan wat synchroon loopt met de beelden.
Camerabeeld gevel rechts
Omstreeks 04:26:36 uur, zie ik verbalisant [verbalisant 8] , dat linksboven een manspersoon in beeld verschijnt. Ik kan de manspersoon als volgt omschrijven;
- man
- getint
- 1.70-175 meter
- Zwart haar
- jas met capuchon; oranje / wit/ groen
- donkerkleurige broek
- witte sportschoen met donkerkleurige streep op de zijkant.
Ik zie dat de man komende is uit de richting van de Molenwal en gaande is in de richting van de Koningstraat te Steenwijk.
Camerabeeld gevel links
Omstreeks 04:33: 32 uur, zie ik verbalisant, dat rechtsboven de man opnieuw in beeld verschijnt. Ik zie dat de man in zijn linkerhand een tas in zijn handen heeft. Deze tas had hij niet in de handen op 04:26:36.
Ik zie dat de man komende uit de richting van de Koningstraat en gaande is in de richting van de Molenwal. Ik zie dat er ter hoogte van de Supermarkt de COOP twee voertuigen geparkeerd staan. Ik zie dat de man als hij langt de twee voertuigen loopt, hij ter hoogte van de portieren van de voertuigen stopt. Ik zie dat de man een trekkende beweging maakt, met andere woorden dat hij aan de portieren voelt. Ik zie dat de man verder loopt richting de Molenwal en ter hoogte van de kleine parkeerplaats naar een geparkeerde voertuig loopt en opnieuw de zelfde handeling uitvoert als hierboven beschreven.
Het is mij ambtshalve bekend dat het voertuig van aangever [slachtoffer 5] geparkeerd stond
op deze parkeerplaats. In dit voertuig is de telefoon aangetroffen die behoort bij verdachte [verdachte] .
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 14 september 2023:
Ik had de spullen van de mensen die genoemd worden op de dagvaarding bij me. Op de foto op de telefoon die is aangetroffen in de auto van [slachtoffer 5] ben ik te zien.