Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Standpunten van partijen
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
- op [geboortedatum] 2019 is de inwonende zoon [naam] van eiseres 21 jaar oud geworden;
- op 4 juli 2019 heeft [naam] zich in de BRP uit laten schrijven van het adres van eiseres, [adres] ;
- vanaf 1 september 2019 staat [naam] niet langer ingeschreven als student.
De rechtbank heeft het college naar aanleiding van de gronden van het beroep verzocht om een verweerschrift. Daarin is namens het college aangegeven dat er begrip is voor het standpunt van eiseres maar dat uit oogpunt van rechtsgelijkheid er toch voor gekozen is om tot volledige terugvordering op grond van artikel 58, eerste lid, van de PW over te gaan. ‘Er zijn immers tientallen burgers uit onze gemeente die eerlijk hebben aangegeven hoe hun huishouden eruitziet en daardoor gekort zijn op de uitkering indien sprake was van een kostendelersnorm’. Het college meent dat zij juridisch het juiste heeft gedaan maar vraagt de rechtbank niettemin om ‘datgene te doen wat uw rechtbank in goede justitie zal vernemen te behoren’. Ter zitting is door de gemachtigde van het college, tevens opsteller van het verweerschrift, desgevraagd aangegeven dat hij persoonlijk vindt dat het besluit niet evenredig is en dat hij de gemachtigde van eiseres hier goed in kan volgen, maar dat het college dit anders ziet.