ECLI:NL:RBOVE:2023:3747

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
08.076157.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontucht gepleegd door een vader tegen zijn verstandelijk beperkte dochter

De rechtbank Overijssel heeft op 26 september 2023 een 50-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor seksueel misbruik van zijn verstandelijk beperkte dochter. De man heeft zijn dochter, die op het moment van de misdragingen tussen de 14 en 16 jaar oud was, gedurende een periode van meer dan een jaar seksueel misbruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn dochter heeft verkracht en ontuchtige handelingen heeft gepleegd, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van zijn rol als vader en het emotionele en psychische overwicht dat hij op haar had. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar aangemerkt, ondanks eerdere terugtrekkingen van beschuldigingen. De verdachte ontkende de feiten en stelde dat het slachtoffer mogelijk door anderen was beïnvloed. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er voldoende bewijs was, waaronder DNA-bewijs, dat de verdachte de daden heeft gepleegd. Naast de gevangenisstraf is de man ook veroordeeld tot het betalen van 12.500 euro schadevergoeding aan zijn dochter, die de gevolgen van het misbruik nog steeds ondervindt. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.076157.22 (P)
Datum vonnis: 26 september 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1973 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 27 maart 2023 en 12 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.A. Nieli en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.G. Bischop, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de namens [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) voorgedragen slachtofferverklaring en van wat namens haar als benadeelde partij door mr. R. van Maaren, advocaat te Arnhem, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging van 12 september 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 16 juli 2021 tot en met 17 juli 2021 zijn dochter [slachtoffer] heeft verkracht;
feit 2: in de periode van 1 april 2020 tot en met 1 mei 2021 met zijn dochter [slachtoffer] ontucht heeft gepleegd (mede) bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , terwijl zij wel de leeftijd van 12 jaren maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt;
feit 3:in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juli 2021 met zijn minderjarige dochter [slachtoffer] ontucht heeft gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 16 juli 2021 tot en met 17 juli 2021 te Schalkhaar, althans in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] geboren op [geboortedatum 2] 2005, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] door
- het betasten en/of aanraken van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ,
- (hierbij) misbruik te maken van de al bestaande ontuchtige/seksuele relatie tussen

verdachte en die [slachtoffer] en/of

- (hierbij) misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (emotioneel en/of psychisch) overwicht op die [slachtoffer] , immers was hij, verdachte, de vader van die [slachtoffer] en/of had die [slachtoffer] een verstandelijke beperking (IQ van circa 75), waardoor die [slachtoffer] onvoldoende in staat was om weerstand aan verdachte te bieden en/of
- (hierdoor) een situatie te creëren waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken en waarin die [slachtoffer] zich niet kon verzetten en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie te creëren;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2020 tot en met 1 mei 2021 te Schalkhaar, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer] , zijnde zijn verdachtes kind, geboren op [geboortedatum 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] bij haar borsten te betasten/ aan te raken en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2020 tot en met 17 juli 2021 te Schalkhaar, althans in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten met [slachtoffer] geboren op [geboortedatum 2] 2005, door die [slachtoffer] bij haar borsten te betasten/aan te raken en/of zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
Op 24 april 2020 heeft de politie een melding ontvangen van Veilig Thuis over de toentertijd 14-jarige [slachtoffer] . Bij Veilig Thuis was enkele dagen daarvoor een anonieme melding binnengekomen van iemand die aan een groepsapp was toegevoegd waarin [slachtoffer] had verteld dat zij dagelijks door haar vader, verdachte, werd misbruikt en mishandeld en dat hij daarbij seksueel bij haar binnendrong.
Naar aanleiding van deze melding heeft [slachtoffer] op 24 april 2020 een informatief gesprek bij de politie gehad. [slachtoffer] durfde in dit gesprek niet te vertellen wat haar was overkomen. Wel schreef zij het volgende op: “
Hij heeft me geslagen en aangeraakt” (…) “Tussen me benen met zijn hand en me borsten”. Het slaan was volgens [slachtoffer] drie dagen daarvoor voor het laatst gebeurd. [slachtoffer] had blauwe plekken op haar benen, omdat verdachte haar had geslagen met zijn handen op haar knieën. Dit was op haar slaapkamer. Het aanraken was op haar bovenbenen, niet haar vagina. Hier heeft hij wel vaker aan gezeten. Ook raakte hij haar met beide handen aan op haar beide borsten. Dit was onder haar kleding en op haar bh. Het gebeurde altijd op haar eigen kamer, zo heeft [slachtoffer] bij de politie verklaard.
Na de melding is [slachtoffer] door Veilig Thuis uit huis geplaatst en naar haar opa en oma van moederszijde gebracht. De melding heeft in 2020 uiteindelijk niet tot een strafrechtelijk onderzoek geleid.
Op 23 juli 2020 heeft [slachtoffer] in een brief aan Veilig Thuis geschreven: “
Beste Veilig Thuis. Ik wil even iets zeggen. Papa heeft niet aan mij gezeten en de beschuldigingen zijn niet waar, daar heb ik spijt van. Groetjes [slachtoffer]”.
Op zaterdag 17 juli 2021 om 23:23 uur heeft [slachtoffer] vanuit het huis van haar opa en oma, waar zij op dat moment logeerde, 112 gebeld. Zij vertelde dat er thuis dingen gebeuren die zij niet leuk vindt en dat zij daar graag met de politie over wilde praten. Tegen de verbalisanten die kort na de melding naar het huis van haar opa en oma gaan, heeft [slachtoffer] verteld dat zij door haar vader wordt geslagen en dat zij ongeveer een jaar vrijwel dagelijks door hem seksueel wordt misbruikt, waarbij verdachte met zijn piemel bij haar naar binnen gaat. [slachtoffer] gaf aan dat zij dit niet wilde en dat zij wilde dat het stopt. [slachtoffer] vertelde dat zij al eens eerder had geprobeerd om het misbruik te laten stoppen, maar dat zij toen later bij gesprekken met de politie en Veilig Thuis had aangegeven dat het toch niet waar was omdat zij bang was voor de gevolgen en dat iedereen boos op haar zou worden.
Op 18 juli 2021 heeft [slachtoffer] bij de politie een tweede informatief gesprek gehad en hierna is zij op 27 juli 2021 in een kindvriendelijke studio gehoord. Dit verhoor werd audiovisueel geregistreerd. Tijdens dit verhoor heeft [slachtoffer] onder meer verklaard dat zij vanaf haar vijftiende jaar, in ieder geval vanaf het moment dat zij het aan Veilig Thuis had verteld, door verdachte seksueel wordt misbruikt. In de nacht van vrijdag 16 juli 2021 op zaterdag 17 juli 2021 is zij voor het laatst door verdachte seksueel misbruikt. [slachtoffer] ging toen om 23.00 à 23.30 uur naar bed en toen zij vier of vijf bladzijden had gelezen kwam verdachte haar slaapkamer op zolder binnen. [slachtoffer] verstijfde toen verdachte binnenkwam. Verdachte zei dreigend dat zij stil moest zijn en dat zij niks mocht zeggen. [slachtoffer] zei niks omdat ze bang was en niet goed wist wat zij moest zeggen. Ze was bang dat verdachte boos zou worden als zij nee zou zeggen. Hij wordt namelijk snel boos op haar. Verdachte trok eerst zijn kleren uit en daarna die van haar. Verdachte ging toen op haar liggen, ging met zijn handen aan beide kanten naast haar en met zijn benen tussen haar benen. Vervolgens ging hij met zijn piemel naar binnen in haar vagina. “
Dat doet hij zelf. Niet met zijn handen. Hij probeert het gewoon”. Verdachte deed zijn piemel die nacht één keer in haar vagina, maar het binnendringen is vaak gebeurd. Of de handen van verdachte dan naast haar blijven hangt er vanaf of het lukt. Als de piemel in de vagina zit voelt ze dat het pijn doet onder in haar vagina. Voordat verdachte met zijn piemel in haar vagina gaat raakt hij haar borsten aan, maar dat heeft verdachte die betreffende nacht niet gedaan. Als verdachte het goed genoeg vond dan deed hij zijn piemel er uit en ging hij zich aankleden. Hij zei dan dat [slachtoffer] het tegen niemand mocht zeggen. Het gebeurde alleen op haar slaapkamer en verdachte gebruikte een condoom. Het gebeurde meestal als er niemand thuis was. Het vaakst in de nacht, maar ook wel eens overdag als iedereen weg was. Dat was niet vaak. [slachtoffer] weet niet zo goed hoe vaak dat was. Een paar keer per week. Het aanraken van haar borsten gebeurde ook op andere momenten en op andere plekken in huis.
De onderbroek die door [slachtoffer] in de nacht van vrijdag 16 juli 2021 op zaterdag 17 juli 2021 is gedragen, is veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAMV6149NL. [1] [2] Van de onderbroek zijn bemonsteringen genomen ten behoeve van DNA-onderzoek. Van de onderbroek zijn twee mogelijk sperma bevattende vlekken in het kruis van de onderbroek aan de binnenzijde kruis (#01; binnenste laag) en buitenzijde voorkant kruis (#02; buitenste laag) uitgeknipt. [3]
Daarnaast zijn van de onderbroek rondom deze bemonsteringen aan de binnenzijde en de buitenzijde vier extra bemonsteringen genomen (AAMV6149NL#03 t/m #10). [4]
Na toepassing van de SpermTrap methode, waarbij scheiding plaatsvindt in een spermafractie en een fractie overige cellen, zijn de bemonsteringen van de onderbroek microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van spermakoppen. Hierbij is in de bemonstering vlek buitenzijde kruis onderbroek AAMV6149NL#02 een spermakop waargenomen. [5] Daarnaast zijn in de bemonsteringen #03 en #07 t/m #10 spermakoppen waargenomen. [6]
Uit de spermafractie van bemonstering AAMV6149NL#09 (buitenzijde kruis) is een DNA-profiel verkregen van een man. De frequentie van dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [7] Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-profiel. [8]
Uit de spermafractie van bemonsteringen AAMV6149NL#02 (vlek buitenzijde kruis), #03 (binnenzijde kruis), #07 (buitenzijde kruis), #08 (buitenzijde kruis) en #10 (buitenzijde kruis) van de onderbroek is voor elk van deze bemonsteringen een onvolledig enkelvoudig DNA-profiel verkregen van een man. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel. [9] De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer - kort gezegd - verdachte de donor is dan wanneer dit niet zo is. [10]
In het DNA-rapport van het TMFI van 2 december 2021 wordt verder het volgende toegelicht. Indien wordt aangenomen dat de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek en de berekeningen betekenen dat de bemonsteringen AAMV6149NL#02, #03, #07, #08, #09 en #10 van de onderbroek daadwerkelijk DNA van verdachte bevatten dan kan, op basis van de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek in combinatie met de resultaten van het onderzoek naar biologische sporen zoals vermeld in de rapporten van 21 september 2021 en 22 oktober 2021, worden gesteld dat de bemonsteringen AAMV6149NL#02, #03, #07, #08, #09 en #10 sperma bevatten dat afkomstig is van verdachte. [11]
Op 3 augustus 2021 heeft [naam 1] , directeur-bestuurder van Stichting Veilig Thuis, op verzoek van de politie namens [slachtoffer] aangifte tegen verdachte gedaan van het plegen van seksueel misbruik.
Verdachte is op 13 december 2021 aangehouden en verhoord. Verdachte heeft toen stellig ontkend dat hij [slachtoffer] seksueel heeft misbruikt. Hij heeft verklaard dat hij met zijn echtgenote op vrijdag 16 juli 2021 de hele avond twee films heeft gekeken en dat hij rond 01:00 uur is gaan slapen. Hij heeft geen condooms in huis, omdat hij is gesteriliseerd. Tijdens zijn verhoor op 14 december 2021 heeft verdachte verklaard dat hij niet weet hoe het komt dat er sperma van hem in de onderbroek van [slachtoffer] is aangetroffen.
Getuige [getuige] , de moeder van [slachtoffer] en echtgenote van verdachte, is op 14 december 2021 verhoord. Zij heeft verklaard dat zij op vrijdagavond 16 juli 2021 met verdachte een film heeft gekeken en dat zij toen samen rond 24:00 uur naar boven zijn gegaan. Het kan niet wat [slachtoffer] heeft gezegd, want zij lag toen naast verdachte in bed. Er is volgens haar niks gebeurd. Zij slaapt altijd naast verdachte en zij slaapt licht.
Ook ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] niet seksueel heeft misbruikt. Mogelijk heeft [slachtoffer] haar verhaal verzonnen doordat zij door online vrienden, zoals [naam 2] en [naam 3] , is beïnvloed. Als verklaring voor de omstandigheid dat er spermasporen van hem in de onderbroek van [slachtoffer] zijn aangetroffen, heeft verdachte aangegeven dat de schone was op het echtelijk bed wordt opgevouwen, dat op dat bed mogelijk spermavlekken aanwezig waren en dat de onderbroek van [slachtoffer] met deze spermavlekken in contact is gekomen toen de onderbroek op het bed werd opgevouwen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, met uitzondering van het onder 1 ten laste gelegde betasten en/of aanraken van de borsten. Ten aanzien van dit onderdeel heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
Gelet op de verklaringen van [slachtoffer] bij de politie en de rechter-commissaris en de resultaten van het DNA-onderzoek is er volgens de officier van justitie voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de ten laste gelegde handelingen bij [slachtoffer] heeft gepleegd. Het door verdachte geschetste alternatieve scenario is volgens de officier van justitie hoogst onwaarschijnlijk in het licht van de overige bewijsmiddelen.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde integraal moet worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] niet betrouwbaar zijn en dat verdachte een aannemelijke verklaring voor de aanwezigheid van het spermaspoor in de onderbroek van [slachtoffer] heeft gegeven.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Nu de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte haaks op elkaar staan voor wat betreft het al dan niet plaatsvinden van de seksuele handelingen, ziet de rechtbank zich in het kader van de feitenvaststelling voor de vraag gesteld of de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen, waaruit volgt dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Vervolgens zal de rechtbank de vraag beantwoorden of voldoende steunbewijs voorhanden is. Deze twee vragen zijn in dit geval onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Uit de dossierstukken blijkt dat [slachtoffer] een kwetsbaar meisje is dat op een lager niveau functioneert dan haar kalenderleeftijd en dat er rekening mee moet worden gehouden dat zij beïnvloedbaar is. Daarnaast heeft [slachtoffer] na het informatieve gesprek op 24 april 2020 op meerdere momenten aangegeven dat de beschuldigingen toch niet waar zijn. Mede gelet hierop dient met de nodige voorzichtigheid naar de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen te worden gekeken.
Op verzoek van de verdediging is [slachtoffer] op 25 juli 2023 door de rechter-commissaris verhoord. In dit verhoor heeft [slachtoffer] ten overstaan van de rechter-commissaris nogmaals verklaard dat zij seks met verdachte heeft gehad, dat zijn piemel daarbij in haar vagina ging en dat zij nog heel vaak voor zich ziet dat verdachte binnenkomt, zich uitkleedt en op haar gaat liggen.
In opdracht van de rechtbank is drs. J. van der Sleen op 11 juli 2023 als deskundige benoemd om advies uit te brengen over de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen. Van der Sleen heeft daartoe het dossier ontvangen en de audiovisuele registraties van de informatieve gesprekken met en de verhoren van [slachtoffer] in de kindvriendelijke studio.
De conclusie die Van der Sleen na afloop van het onderzoek heeft getrokken en zoals die is opgenomen in het door haar opgemaakte rapport luidt:

De inhoud van de verklaring van [slachtoffer] vertoont wat betreft volledigheid en consistentie naar mijn oordeel geen grote problemen, al blijft haar verklaring aan de summiere kant. Wel zijn er problemen en vragen met betrekking tot de accuraatheid van de verklaring.” (…)
Het belangrijkste alternatieve scenario met betrekking tot de verklaringen van [slachtoffer] is dat [slachtoffer] het verhaal over het seksueel misbruik door [verdachte] heeft verzonnen, mogelijk beïnvloed door digitale gesprekken met andere jongeren en als gevolg van ervaren stress/angst vanwege het beëindigen van het contact met [naam 4] van Karakter . Op basis van rechtspsychologisch onderzoek kan ik echter onvoldoende informatie vinden in het dossier die bovenstaand alternatieve scenario kan onderscheiden van het scenario dat [slachtoffer] verklaart over daadwerkelijk ervaren seksueel misbruik door haar vader.(…)”
De rechtbank is, rekening houdend met de inhoud van voormeld rapport, van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. [slachtoffer] heeft in haar verhoor bij de politie verklaard welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden en hoe dat is gebeurd en heeft dit bij de rechter-commissaris bevestigd. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de door haar afgelegde verklaringen te twijfelen. Haar verklaringen komen authentiek over.
Dat [slachtoffer] na haar eerste informatieve gesprek heeft aangegeven dat haar beschuldigingen toch niet waar waren, acht de rechtbank verklaarbaar, gelet op de omstandigheden waarin zij op dat moment verkeerde. Na de eerste melding is zij immers direct uit huis geplaatst en naar het huis van haar opa en oma gegaan en zij wilde niets liever dan naar huis terugkeren, naar haar familie, waaronder ook haar twee jongere zusjes die zij miste. De beschuldiging tegen verdachte, die nog bij haar moeder en zusjes woonde, stonden aan deze terugkeer in de weg. [slachtoffer] heeft hierover verklaard dat zij op dat moment dacht dat de seksuele handelingen door verdachte niet meer zouden plaatsvinden, omdat zij hierover verteld had.
Dat er verder het één en ander valt af te dingen aan de accuraatheid van haar verklaringen, bijvoorbeeld over de frequentie waarmee zij stelt dat het seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, doet niet zonder meer af aan de betrouwbaarheid. Voor zover sprake is van tegenstrijdigheden of inconsistenties in de verklaringen van [slachtoffer] , zijn die van ondergeschikte aard en zeer wel verklaarbaar door het niveau waarop [slachtoffer] functioneert waardoor zij frequenties minder goed kan inschatten, alsook het tijdsverloop en de werking van het geheugen. In hoofdlijnen verklaart zij consistent.
Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario dat [slachtoffer] haar verhaal heeft verzonnen doordat [slachtoffer] door online vrienden, zoals [naam 2] , [naam 3] en ook de veroordeelde zedendelinquent [naam 5] , is beïnvloed, acht de rechtbank niet aannemelijk. Bovendien wordt dit scenario weersproken door de inhoud van de bewijsmiddelen, te weten objectief DNA-bewijs.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] als geloofwaardig en betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en neemt deze verklaringen tot uitgangspunt in de onderhavige zaak.
Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling heeft betrekking op de tenlastelegging in haar geheel en niet op een onderdeel daarvan. Deze bepaling beoogt de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat artikel 342, tweede lid, Sv de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vereist een beoordeling van het concrete geval.
De verklaringen van [slachtoffer] vinden naar het oordeel van de rechtbank voldoende steun in ander bewijsmateriaal, te weten in de inhoud van eerdergenoemde deskundigenrapporten van het TMFI. De rechtbank concludeert op grond van de inhoud van deze rapporten, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van het sperma dat is aangetroffen op de binnenzijde en buitenzijde van het kruis van de onderbroek van [slachtoffer] .
De rechtbank verwerpt de stelling van de verdediging dat het sperma op een andere wijze in de onderbroek terecht moet zijn gekomen, bijvoorbeeld bij het opvouwen van de was.
Gelet op de verklaringen van [slachtoffer] en de plekken waar het sperma van verdachte op de onderbroek van [slachtoffer] is aangetroffen, is de meest plausibele toedracht dat verdachte zijn penis in de vagina van [slachtoffer] heeft gebracht en dat er sperma van verdachte op de onderbroek terecht is gekomen toen hij het condoom heeft afgedaan. De door de verdediging geschetste mogelijkheid is op geen enkele wijze aannemelijk geworden en de rechtbank acht deze optie ongeloofwaardig.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het betasten en/of aanraken van de borsten bij feit 1, waarover [slachtoffer] heeft verklaard dat dit bij dit feit niet heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van de periode.
In een WhatsApp-gesprek tussen [slachtoffer] en [naam 6] van Veilig Thuis heeft [slachtoffer] op 14 april 2020 om 14:23 uur geschreven dat verdachte haar slaat en haar aanraakt en op 23 april 2020 om 13:31 uur heeft [slachtoffer] geschreven dat zij eergisteren voor de laatste keer door verdachte seksueel is misbruikt. Verder stelt de rechtbank vast dat op 24 april 2020 het eerste informatieve gesprek heeft plaatsgevonden en dat [slachtoffer] in haar verhoor op 27 juli 2021 heeft verklaard dat het vier keer is gebeurd toen zij vorig jaar met Veilig Thuis heeft gebeld.
Mede gelet hierop komt de rechtbank tot een bewezen verklaarde periode vanaf 1 april 2020.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 16 juli 2021 tot en met 17 juli 2021 te Schalkhaar, door een feitelijkheid en bedreiging met een andere feitelijkheid [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2005, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] door
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ,
- (hierbij) misbruik te maken van de al bestaande ontuchtige/seksuele relatie tussen
verdachte en die [slachtoffer] en
- (hierbij) misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (emotioneel en/of psychisch) overwicht op die [slachtoffer] , immers was hij, verdachte, de vader van die [slachtoffer] en had die [slachtoffer] een verstandelijke beperking (IQ van circa 75), waardoor die [slachtoffer] onvoldoende in staat was om weerstand aan verdachte te bieden en
- (hierdoor) een situatie te creëren waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken en waarin die [slachtoffer] zich niet kon verzetten en (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie te creëren;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 april 2020 tot en met 1 mei 2021 te Schalkhaar, met [slachtoffer] , zijnde zijn verdachtes kind, geboren op [geboortedatum 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] bij haar borsten te betasten/aan te raken en zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juli 2021 te Schalkhaar, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2005, door die [slachtoffer] bij haar borsten te betasten/aan te raken en zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 242, 245, 248 en 249 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind
feit 2
het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van vier jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over een eventueel op te leggen straf.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het stelselmatig seksueel misbruiken van zijn oudste dochter [slachtoffer] . Dit is begonnen toen zij veertien jaar oud was en heeft geduurd tot 17 juli 2021. Op die dag heeft [slachtoffer] de politie gebeld om voor de tweede keer melding te doen van seksueel misbruik door haar vader. Zij was op dat moment zestien jaar oud en logeerde bij haar opa en oma. Zij belde de politie, omdat zij wilde dat het misbruik stopte. Een eerdere melding van Veilig Thuis in april 2020 heeft verdachte er niet van weerhouden om zijn dochter te blijven misbruiken.
Het misbruik heeft plaatsgevonden in de woning van het gezin, in de slaapkamer van [slachtoffer] . Dat is bij uitstek een plek waar zij veilig zou moeten zijn. Daar komt bij dat [slachtoffer] verstandelijk beperkt is en kampt met forse (psychische) problematiek, wat haar extra kwetsbaar maakt.
Verdachte heeft op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer] . Haar is de kans op een normale seksuele ontwikkeling ontnomen. Bovendien heeft verdachte het misbruik van meet af aan ontkend en gesuggereerd dat [slachtoffer] dit (al dan niet bewust) heeft verzonnen. Verdachte heeft zijn eigen behoeften en belangen voorop gesteld.
Hij heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag en [slachtoffer] veel extra leed toegebracht. Zij werd door haar moeder niet geloofd en is haar gezin kwijtgeraakt. Na de melding op 17 juli 2021 is [slachtoffer] uit huis geplaatst, terwijl verdachte bij zijn gezin is gebleven. Uit de slachtofferverklaring, die namens [slachtoffer] op de zitting is voorgelezen, is op indringende wijze naar voren gekomen dat het misbruik zelf en de gebeurtenissen daarna grote impact op [slachtoffer] hebben. Het is niet ondenkbaar dat zij hier de rest van haar leven last van blijft houden. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 27 juni 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsadvies met betrekking tot verdachte van 24 februari 2023. De reclassering adviseert om aan verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Er worden geen aanknopingspunten gezien om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Door de ontkennende houding van verdachte is geen zicht verkregen op de delictgerelateerde risicofactoren en de hoogte van het recidiverisico. Daarnaast zijn er geen signalen voor problemen op de leefgebieden, ervaart verdachte geen problemen en is er al inzet gepleegd voor het slachtoffer.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, zoals door de officier van justitie is geëist, in dit geval passend en geboden en zal die straf aan verdachte opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , vertegenwoordigd door haar bewindvoerder Beschermingsbewind Centraal Nederland B.V., heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 12.500,- (twaalfduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel dient te worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij, gelet op de door de raadsvrouw bepleite vrijspraak, niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering.
Subsidiair heeft de raadsvrouw geen inhoudelijke opmerkingen over de vordering gemaakt.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 12.500,-, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten 1 april 2020.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 97 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze op artikel 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind;
feit 2, het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of
mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het
feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
feit 3, het misdrijf:
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (feiten 1, 2 en 3) van een bedrag van € 12.500,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2020);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten die zien op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 12.500,-, (zegge: twaalfduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 97 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. C.J. Sangers - de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 september 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, team Zeden met nummer ONRBC21053/LOGO. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 24 april 2020, pagina’s 10 tot en met13, inhoudende de relazen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:

[slachtoffer] schreef op: “Hij heeft me geslagen en aangeraakt” (…) “Tussen me benen met zijn hand en me borsten”. Het slaan was drie dagen geleden voor het laatst gebeurd. Zij heeft blauwe plekken op haar benen omdat haar vader haar heeft geslagen met zijn handen op allebei haar knieën. Dit was op haar slaapkamer. Het aanraken was op haar boven benen, niet haar vagina. Hier heeft hij wel vaker aan gezeten. Ook raakte hij haar met beide handen aan op haar beide borsten. Dit was onder haar kleding en op haar bh. Het gebeurde altijd op haar eigen kamer.

2. Het proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2021, pagina’s 23 tot en met 25, inhoudende de relazen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] zei dat zij door haar vader geslagen en seksueel misbruikt wordt. [slachtoffer] vertelde dat zij gedurende een periode van ongeveer een jaar vrijwel dagelijks door haar vader wordt misbruikt, waarbij haar vader met zijn piemel bij [slachtoffer] naar binnen gaat. Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat zij dit niet wilde en dat zij wil dat het stopt. (…) Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat ze na de gesprekken van ongeveer een jaar geleden voor een periode van vijf weken bij haar opa's en oma's had gewoond maar daarna weer thuis moest gaan wonen. Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat het daarna enige tijd (...) goed was gegaan maar dat het misbruik daarna weer was begonnen.
Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat zij in de avond van 16 juli 2021 voor het laatst door haar vader was misbruikt. Wij hoorden dat [slachtoffer] zei dat haar vader hierbij een condoom had gebruikt. [slachtoffer] vertelde dat het seksuele misbruik en de mishandelingen alleen gebeurden wanneer [slachtoffer] alleen was met haar vader. (…) Ik las in de notities van [slachtoffer] in de telefoon het volgende (…): "Papa komt mijn kamer op en kleed zichzelf uit. Daarna kleed hij mij uit. Hij komt bij mij in de bed liggen en dan verstijf ik. Ik haat mezelf omdat ik verstijf. Ik wil zeggen dat ik het niet wil maar ik durf niet."
3. Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 18 juli 2021, pagina’s 26 tot en met 29, inhoudende de relazen van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , zakelijk weergegeven:
Op de vraag waarom ze een afspraak met de politie wilde zegt ze: "Mijn vader heeft me misbruikt en slaat mij". [slachtoffer] vertelde dat de laatste keer misbruik afgelopen vrijdag op zaterdagnacht heeft plaatsgevonden: (...) Ik lag in bed. Mijn vader kwam de kamer binnen. Hij deed eerst zijn eigen kleren uit. Zijn kleren kwamen dan op de vloer terecht. Daarna trok haar vader haar kleren uit, haar onderbroek, hemdje en BH. "Ik verstijf dan altijd. Toen hadden we seks". Op de vraag wat er dan precies gebeurde zei ze: "Hij ging met zijn piemel in mijn vagina.".
(…) Hij stopte er mee als hij klaar was. Op de vraag wat ze hiermee bedoelt zegt ze: "Als hij het goed genoeg vindt". Dit zou zijn gebeurd met een condoom. (…) [slachtoffer] zegt dat het heel vaak is gebeurd. Eén keer per dag, "maar niet als mama of haar zusjes er waren". Het gebeurde meestal als ze in bed lag.(…) Ze had nog niet gedoucht en had dezelfde onderbroek nog aan.
4. Het proces-verbaal van aangifte van 3 augustus 2021, pagina’s 30 tot en met 33, inhoudende de door [naam 1] , directeur van Veilig Thuis, namens [slachtoffer] ingediende aangifte.
5. Het proces-verbaal verslag studioverhoor bevindingen van 28 juli 2021, pagina’s 38 tot en met 46, inhoudende het relaas van [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven:
Mijn vader misbruikt me (…) Soms als ik in bed lig, komt mijn vader de kamer binnen. Dan doet hij zijn kleren uit en dan die van mij. Dan raakt hij me aan op plekken die ik niet fijn vind. (…) Hij doet de piemel in de vagina en hij raakt me onder de kleren aan, aan mijn borsten. Dit is vaker gebeurd.
De laatste keer was vorige week vrijdag (...) Ik ging om 23.00 a 23.30 uur naar bed.(...) Ik slaap alleen op zolder. (…) Ik was in bed aan het lezen en toen kwam mijn vader binnen. Toen hij binnenkwam verstijfde ik. Hij trok zijn kleren uit en toen die van mij. Toen ging hij met zijn piemel in mijn vagina. (…) Hij zegt als hij mijn kamer binnenkomst dreigend dat ik stil moet zijn en niks mag zeggen (…) Ik zeg dan niks, want dan ben ik bang en weet ik niet goed wat ik moet zeggen. Als ik nee zeg, ben ik bang dat hij boos wordt.(…)
Hij doet dan eerst zijn t-shirt uit, dan zijn broek, dan zijn hemd en dan zijn onderbroek (…) .
Dan doet hij eerst de deken er af. Dan doet hij eerst mijn hemd uit, dan mijn topje en dan mijn onderbroek. (…) Meestal (…) help ik wel.(…) de laatste keer (…) toen ging ik ook zitten. Hij pakt de onderkant van mijn hemd (doet ze voor) en ik doe mijn handen omhoog en dan trekt hij die uit. (...) En dan trekt hij mijn topje, mijn behaatje uit. En dan mijn onderbroek. (…) (A: Jij zit dan op je billen. Hoe kan hij dan de onderbroek uit doen?)
Dan vraagt hij of ik wil gaan liggen. Ik luister dan meestal wel naar wat hij zegt. (…) Dat klinkt een beetje raar, maar dan gaat hij op mij liggen. (…) Ik lig dan nog op mijn rug. (…) Hij gaat dan met zijn handen, aan beide kanten naast mij. Zijn benen zitten tussen mijn benen. (…) Ik zie dan zijn piemel, zijn benen, zijn buik en zijn hoofd. (….) zijn piemel is dan een beetje recht.(…) de piemel wijst dan recht vooruit (…) Dan gaat hij met zijn piemel naar binnen (…) Dat doet hij zelf. Niet met zijn handen. Hij probeert het gewoon (…) of zijn handen naast mij blijven hangt er van af of het lukt of niet. (…) Hij gaat met zijn piemel gewoon in de vagina. Ik weet niet goed hoe ik dat moet uitleggen. (…) als de piemel in de vagina zit voel ik dat het pijn doet. In mijn vagina.(…) Daar onderin. (…) als hij klaar is en goed genoeg vindt, zegt hij dat ik het niet tegen iemand mag zeggen. Als hij het goed genoeg vindt dan doet hij zijn piemel er uit en dan gaat hij zich aankleden. Hij beweegt niet, maar zijn piemel wel. (…) Als hij erin gaat (…) Dan beweegt hij er in.(…)
Het was alleen op mijn slaapkamer (…) hij gebruikte een condoom. (…) Als hij dat zakje open maakt, dat zie ik dan. (…) Vorige week vrijdag ook. (…) Dat doet hij nadat hij zich heeft uitgekleed. (…) Ik zie het condoom weer als de lul er uit gaat. Dan doet hij hem af met zijn handen.
(V: En het aanraken van je borsten?)
Ook op mijn slaapkamer en als we alleen thuis zijn ook op andere plekken in huis.
Als hij mijn borsten aanraakt zegt hij niet veel. Als hij wat zegt, zegt hij dat ik het niet mag zeggen. (…) Dat aan de borsten zitten doet hij soms als we alleen zijn. Ook op andere momenten, maar ook als hij met zijn piemel in mijn vagina gaat. Dat doet hij dan eerst, voordat hij met zijn piemel in mijn vagina gaat, dan gaat hij mij aanraken. Vorige week vrijdag deed hij dat niet.
Wanneer de eerste keer was weet ik niet precies. Ik was 15 jaar. Dat weet ik omdat ik vorig jaar heb gebeld met Veilig Thuis. (…) Toen was het een paar keer, vier keer of zo, gebeurd. (…) Toen heb ik dat gezegd.
Het is best wel vaak gebeurd. Een paar maanden al.(…) Meestal als niemand op mijn kamer was of als er niemand thuis was. (…) Het gebeurt het vaakst in de nacht. Ook wel als overdag iedereen weg was. Maar dat was niet vaak. Hoe vaak dat dan was? Ik weet het niet zo goed. Paar keer in de week.
6. Het door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van 25 juli 2023, inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Wat ik heel vaak voor mij zie is dat mijn vader binnenkomt en zich uitkleedt en dan op mij gaat zitten (…)
-Je hebt zojuist verklaard dat je seks hebt gehad. Met wie was dit?
Met mijn vader.
-Wat bedoel je met intiem contact?
Ja gewoon, de piemel ging dan in de vagina, vooral dat.
7
.De bij het door verbalisant [verbalisant 2] opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2021, pagina’s 174 tot en met 179, gevoegde WhatsApp-berichten tussen [naam 6] , werkneemster van Veilig Thuis en [slachtoffer] :
13-04-20 20:42 - [naam 6] : Je vertelde ook dat hij je aanraakt op plekken waar hij je niét hoort aan te raken. Waar is dat dan?
13-04-20 20:42 - [slachtoffer] : Ik durf dat niet zo goed te zeggen (…)
14-04-20 14:23 - [slachtoffer] : Nou thuis gaat het niet zo goed me vader slaat me en raakt me aan(…)
23-04-20 13:29 - [naam 6] : Oke. Ben je seksueel misbruikt door je vader?
23-04-20 13:30 - [slachtoffer] : Ja
23-04-20 13:30 - [naam 6] : Wanneer was de laatste keer?
23-04-20 13:31 - [slachtoffer] : Eergisteren (…)
8. Een schriftelijk stuk, te weten een deskundigenrapportage, Forensisch DNA-onderzoek, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd DNA-deskundige, op 21 september 2021, pagina’s 90 t/m 93, voor zover inhoudende:

Van de onderbroek zijn twee mogelijk sperma bevattende vlekken in het kruis van de onderbroek AAMV6149NL aan de binnenzijde kruis (#01; binnenste laag) en buitenzijde voorkant kruis (#02; buitenste laag) uitgeknipt. (…) Na toepassing van de SpermTrap methode, waarbij scheiding plaatsvindt in een spermafractie en een fractie overige cellen, zijn de bemonsteringen van de onderbroek microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van spermakoppen. Hierbij is in de bemonstering vlek buitenzijde kruis onderbroek AAMV6149NL#02 een spermakop waargenomen (…)

bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Vlek buitenzijde kruis AAMV6149NL#02
Onvolledig DNA-profiel van een man
Onbekende man A kan donor zijn. * en **
**: op basis van overeenkomsten tussen het DNA-profielen van het slachtoffer en dit DNA-profile betreft het mogelijk de biologische vader van het slachtoffer.
9. Een schriftelijk stuk, te weten een deskundigenrapportage, Forensisch DNA-onderzoek, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd DNA-deskundige, op 22 oktober 2021, pagina’s 94 t/m 97, voor zover inhoudende:
Van de onderbroek zijn rondom de eerder genomen bemonsteringen AAMV6149NL#01 en #02 aan de binnenzijde en de buitenzijde vier extra bemonsteringen genomen.
Na toepassing van de SpermTrap methode, waarbij scheiding plaatsvindt in een spermafractie en een fractie overige cellen zijn de bemonsteringen van de onderbroek AAMV6149NL#03 t/m #10 microscopisch onderzocht op de aanwezigheid van spermakoppen. Hierbij zijn in de bemonsteringen #03 en #07 t/m #10 spermakoppen waargenomen. (…)
10. Een schriftelijk stuk, te weten een deskundigenrapportage, Forensisch DNA-onderzoek, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd DNA-deskundige, op 2 december 2021, pagina’s 125 t/m 128, voor zover inhoudende:
Tabel 2 Resultaat van het DNA-onderzoek
bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Vlek buitenzijde kruis AAMV6149NL#02
Onvolledig DNA-profiel van een man.
Verdachte [verdachte]
Zie '5. Berekening van de
bewijskracht'
Binnenzijde kruis AAMV6149NL#03
Onvolledig DNA-profiel van een man.*
Verdachte [verdachte]
Zie '5. Berekening van de
bewijskracht'
Buitenzijde kruis AAMV6149NL#07
Onvolledig DNA-profiel van een man.*
Verdachte [verdachte]
Zie '5. Berekening van de
bewijskracht'
Buitenzijde kruis AAMV6149NL#08
Onvolledig DNA-profiel van een man.*
Verdachte [verdachte]
Zie '5. Berekening van de
bewijskracht'
Buitenzijde kruis
AAMV6149NL#09
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Er is een gering aantal, zwak aanwezige, additionele
DNA-kenmerken aangetoond. Deze zijn niet geschikt
voor vergelijkend DNA-onderzoek.
Verdachte [verdachte]
Buitenzijde kruis AAMV6149NL#10
Onvolledig DNA-profiel van een man.*
Verdachte [verdachte]
Zie '5. Berekening van de
bewijskracht'

5. Berekening van de bewijskracht

Om een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van verdachte
[verdachte] in de bemonsteringen AAMV6149NL#02, #03, #07, #08 en #10 van de onderbroek is voor elk van deze bemonsteringen de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] .
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van één onbekende persoon.
Voor elk van de bemonsteringen geldt dat de resultaten van het onderzoek extreem veel
waarschijnlijker zijn wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
(…) Extreem veel waarschijnlijker >1.000.000 (…)

6. Conclusie van het onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek

Indien wordt aangenomen dat de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek in tabel 2 en de berekeningen in '5 Berekening van de bewijskracht' betekenen dat de bemonsteringen
AAMV6149NL#02, #03, #07, #08, #09 en #10 van de onderbroek daadwerkelijk DNA van verdachte [verdachte] bevatten dan kan, op basis van de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek in combinatie met de resultaten van het onderzoek naar biologische sporen zoals vermeld in de rapporten van 21 september 2021 en 22 oktober 2021, worden gesteld dat de bemonsteringen AAMV6149NL#02, #03, #07, #08, #09 en #10 sperma bevatten dat afkomstig is van verdachte [verdachte] .
11. Een schriftelijk stuk, te weten een psychodiagnostisch onderzoek van Karakter, dossierpagina 352, voor zover inhoudende:

Uit intelligentieonderzoek komt naar voren dat [slachtoffer] presteert op een moeilijk lerend intelligentieniveau (TIQ 75, 90% betrouwbaarheidsinterval 71-81).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer team Zeden met nummer ONRBC21053/LOGO. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal forensisch onderzoek persoon van 19 juli 2021, dossierpagina’s 77 tot en met 80.
3.De deskundigenrapportage van The Maastricht Forensic Institute (hierna: rapport TMFI) van 21 september 2021, dossierpagina 91.
4.Rapport TMFI van 22 oktober 2021, dossierpagina 95.
5.Rapport TMFI van 21 september 2021, dossierpagina 92.
6.Rapport TMFI van 22 oktober 2021, dossierpagina 95.
7.Rapport TMFI van 22 oktober 2021, dossierpagina 96.
8.Rapport TMFI van 2 december 2021, dossierpagina 127.
9.Rapport TMFI van 2 december 2021, dossierpagina 127.
10.Rapport TMFI van 2 december 2021, dossierpagina 128.
11.Rapport TMFI van 2 december 2021, dossierpagina 128.