ECLI:NL:RBOVE:2023:3746

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
08.040996.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in inbraakzaken bij juweliers

De rechtbank Overijssel heeft op 26 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van twee inbraken bij juwelierszaken. De verdachte, geboren in 1994 en momenteel verblijvende in P.I. Zwolle, werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tijdens de zitting op 12 september 2023 werd de vordering van de officier van justitie, mr. B.P.R. van Andel, besproken, evenals de verdediging door raadsman mr. M.J. van den Hoonaard. De tenlastelegging omvatte inbraken in juwelierszaken in Zwolle en Ermelo, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het stelen van sieraden ter waarde van meer dan 200.000 euro.

De rechtbank concludeerde dat het DNA-materiaal van de verdachte op het inbrekersgereedschap was aangetroffen, maar dat dit onvoldoende bewijs bood voor zijn betrokkenheid bij de inbraken. De verdachte had verklaard dat hij veel aan scooters sleutelt en mogelijk in contact was gekomen met het gereedschap zonder daadwerkelijk betrokken te zijn geweest bij de inbraken. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte aanwezig was bij de inbraken of dat hij op enige wijze had samengewerkt met de daders.

De rechtbank verklaarde de verdachte niet alleen vrij van de hoofdverdenking, maar ook van de subsidiaire beschuldigingen van medeplichtigheid. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van het feit was vrijgesproken. De rechtbank besloot tevens het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor een veroordeling in strafzaken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.040996.23 (P)
Datum vonnis: 26 september 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in P.I. Zwolle te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.P.R. van Andel en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.J. van den Hoonaard, advocaat in Apeldoorn, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging van 12 september 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1 primair: een inbraak bij [bedrijf 1] in [vestigingsplaats 1] ;
feit 1 subsidiair: medeplichtigheid hieraan;
feit 2 primair: een inbraak bij [bedrijf 2] in [vestigingsplaats 2] ;
feit 2 subsidiair: medeplichtigheid hieraan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 1 september 2022 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (vitrine van een) (juweliers)winkel, gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden (met een totale waarde van ongeveer 113.301,63 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair
een of meerdere onbekend gebleven dader(s) op of omstreeks 1 september 2022 te Zwolle, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (grote) hoeveelheid sieraden (met een totale waarde van ongeveer 113.301,63 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven dader(s) en/of verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 1 september 2022 of omstreeks op een of meer tijdstippen in de periode van 8 januari 2022 tot en met 1 september 2022 te Zwolle en/of Almere en/of Zwijndrecht, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door gereedschap(pen) aan te schaffen en/of te verstrekken en/of bigbags aan te schaffen en/of te verstrekken en/of hoofdlampje(s) aan te schaffen en/of te verstrekken en/of (motor)voertuigen aan te schaffen en/of te regelen althans een of meer andere attributen ten behoeve van de juwelierskraak aan te schaffen en/of te regelen en/of te verstrekken en/of op de uitkijk te staan en/of aanwijzingen te geven;
2.
hij op of omstreeks 26 oktober 2022 te Ermelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (vitrine van een) (juweliers)winkel, gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen
een (grote) hoeveelheid sieraden (in elk geval ringen en/of armbanden en/of oorsieraden en/of manchette knopen en/of kettingen en/of horloges, met een totale waarde van ongeveer 91.012,65 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair
een of meer onbekend gebleven dader(s) op of omstreeks 26 oktober 2022 te Ermelo , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (grote) hoeveelheid sieraden (met een totale waarde van ongeveer 91.012,65 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven dader(s) en/of verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 26 oktober 2022 of omstreeks op een of meer tijdstippen in de periode van 8 januari 2022 tot en met 26 oktober 2022 te Ermelo en/of Almere en/of Zwijndrecht, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door gereedschap(pen) aan te schaffen en/of te verstrekken en/of bigbags aan te schaffen en/of te verstrekken en/of hoofdlampje(s) aan te schaffen en/of te verstrekken en/of (motor)voertuigen aan te schaffen en/of te regelen althans een of meer andere attributen ten behoeve van de juwelierskraak aan te schaffen en/of te regelen en/of te verstrekken en/of voorverkenningen te doen en/of op de uitkijk te staan en/of aanwijzingen te geven.

3. De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte hiervoor wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde integraal moet worden vrijgesproken omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de dossierstukken het volgende vast.
Op 1 september 2022 tussen 04:58 uur en 05:00 uur heeft er een inbraak in juwelierszaak [bedrijf 1] aan de [adres 1] in Zwolle plaatsgevonden. Bij sporenonderzoek in de juwelierszaak zijn twee stootijzers en een domme kracht (krik) aangetroffen en veiliggesteld. Van deze voorwerpen zijn bemonsteringen genomen. Uit het NFI-rapport van 22 december 2022 blijkt dat uit de bemonstering van één van de stootijzers (AAPY7631NL#01) een enkelvoudig DNA-profiel is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel. Het DNA-profiel uit de bemonstering is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer - kort gezegd - verdachte de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van het celmateriaal op dit stootijzer dat bij de inbraak in Zwolle is gebruikt.
Op 26 oktober 2022 tussen 04:17 uur en 04:21 uur heeft er een inbraak plaatsgevonden in juwelierszaak [bedrijf 2] aan de [adres 2] in Ermelo. Bij sporenonderzoek in de juwelierszaak zijn twee stootijzers, een domme kracht (krik) en een hamer aangetroffen en veiliggesteld. Uit het NFI-rapport van 6 februari 2023 blijkt dat uit de bemonstering van de domme kracht (krik) (AAOH0799NL#01) een enkelvoudig DNA-profiel is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel. Het DNA-profiel uit de bemonstering is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer - kort gezegd - verdachte de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van het celmateriaal op de domme kracht (krik) die bij de inbraak in Ermelo is gebruikt.
Uit het NFI-rapport van 6 februari 2023 blijkt verder dat uit de bemonstering van het handvat van de hamer (AAOH0802NL#01) een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA mengprofiel. Het DNA-profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer kort gezegd - kort gezegd - verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van een deel van het celmateriaal op de hamer die bij de inbraak in Ermelo is gebruikt.
Feiten 1 primair en 2 primair:
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of bovenstaande voldoende is voor een bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde inbraken.
Het feit dat DNA-materiaal van verdachte op het bij de inbraken gebruikte inbrekersgereedschap is aangetroffen, kan een aanwijzing zijn voor betrokkenheid van verdachte bij deze inbraken, maar is in dit geval naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Er is sprake van ‘verplaatsbaar’ DNA. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld wanneer en hoe dit DNA van verdachte op het gereedschap terecht is gekomen. Verdachte heeft hierover ter terechtzitting verklaard dat hij veel aan scooters sleutelt, dat hij bij het repareren van scooters ook in schuren van bepaalde mensen die ook slechte dingen doen komt en dat hij op de locaties wellicht ook de hamer heeft gebruikt en de krik en het stootijzer heeft aangeraakt.
Hoewel de rechtbank deze verklaring summier en weinig concreet acht, en er in het dossier ook diverse onderdelen zijn die vragen oproepen, is de rechtbank van oordeel dat het door verdachte geopperde alternatief onvoldoende kan worden uitgesloten. Hierbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat de personen die de inbraken hebben gepleegd blijkens de camerabeelden handschoenen droegen.
Nu op grond van de dossierstukken niet is gebleken dat verdachte één van de personen is die tijdens de inbraken in de panden aanwezig is geweest en daarbij uitvoeringshandelingen heeft verricht, en evenmin is gebleken dat verdachte op een andere wijze bij de ten laste gelegde inbraken betrokken is geweest en met de daders nauw en bewust heeft samengewerkt, is het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en zal verdachte daarvan worden vrijgesproken.
Feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair: medeplichtigheid:
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte met zijn handelingen medeplichtig is geweest aan de inbraken.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º van het Wetboek van Strafrecht, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict).
Zoals hiervoor is overwogen is het DNA van verdachte op het inbrekersgereedschap aangetroffen, maar is niet gebleken dat hij bij de inbraken aanwezig is geweest.
De rechtbank stelt verder vast dat uit het dossier blijkt dat verdachte op het internetplatform Marktplaats.nl heeft gezocht naar advertenties van domme krachten, big bags, een stootijzer, een hoofdlamp en voertuigen van het merk Volkswagen en Audi, en dat niet is gebleken dat verdachte deze goederen heeft aangeschaft, met uitzondering van een hoofdlamp.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat vrienden hem hebben gevraagd of hij een domme kracht voor hen wilde kopen, dat hij dit heeft onderzocht en uiteindelijk niet heeft gedaan en dat hij zijn vrienden erop heeft gewezen dat zij de domme kracht zelf maar moesten kopen.
Verder valt uit in de Penitentiaire Inrichting afgeluisterde telefoongesprekken af te leiden dat verdachte dingen voor anderen heeft geregeld en dat hij mensen heeft geholpen.
Voor zover op grond hiervan al zou moeten worden aangenomen dat het opzet van verdachte was gericht op het behulpzaam zijn bij en/of het verschaffen van middelen tot het plegen van
de hier ten laste gelegde gronddelicten, te weten diefstallen met braak, in vereniging, is niet bewezen dat verdachte ook (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het plegen van deze delicten.
Dit betekent dat het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde evenmin is bewezen en dat de verdachte daarvan ook zal worden vrijgesproken.

4.Beslag

Gelet op het ontbreken van een lijst van in beslag genomen en niet teruggegeven goederen zal de rechtbank zich ten aanzien van het beslag van een oordeel onthouden.

5.De schade van benadeelde

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ( [bedrijf 2] ) heeft betrekking op het onder 2 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en
2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] ( [bedrijf 2] ) (feit 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter, A. van Holten en J.L. Souman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 september 2023.