3.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de dossierstukken het volgende vast.
Op 1 september 2022 tussen 04:58 uur en 05:00 uur heeft er een inbraak in juwelierszaak [bedrijf 1] aan de [adres 1] in Zwolle plaatsgevonden. Bij sporenonderzoek in de juwelierszaak zijn twee stootijzers en een domme kracht (krik) aangetroffen en veiliggesteld. Van deze voorwerpen zijn bemonsteringen genomen. Uit het NFI-rapport van 22 december 2022 blijkt dat uit de bemonstering van één van de stootijzers (AAPY7631NL#01) een enkelvoudig DNA-profiel is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel. Het DNA-profiel uit de bemonstering is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer - kort gezegd - verdachte de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van het celmateriaal op dit stootijzer dat bij de inbraak in Zwolle is gebruikt.
Op 26 oktober 2022 tussen 04:17 uur en 04:21 uur heeft er een inbraak plaatsgevonden in juwelierszaak [bedrijf 2] aan de [adres 2] in Ermelo. Bij sporenonderzoek in de juwelierszaak zijn twee stootijzers, een domme kracht (krik) en een hamer aangetroffen en veiliggesteld. Uit het NFI-rapport van 6 februari 2023 blijkt dat uit de bemonstering van de domme kracht (krik) (AAOH0799NL#01) een enkelvoudig DNA-profiel is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel. Het DNA-profiel uit de bemonstering is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer - kort gezegd - verdachte de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van het celmateriaal op de domme kracht (krik) die bij de inbraak in Ermelo is gebruikt.
Uit het NFI-rapport van 6 februari 2023 blijkt verder dat uit de bemonstering van het handvat van de hamer (AAOH0802NL#01) een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren is verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA mengprofiel. Het DNA-profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer kort gezegd - kort gezegd - verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank concludeert hieruit dat verdachte de donor is van een deel van het celmateriaal op de hamer die bij de inbraak in Ermelo is gebruikt.
Feiten 1 primair en 2 primair:
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of bovenstaande voldoende is voor een bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde inbraken.
Het feit dat DNA-materiaal van verdachte op het bij de inbraken gebruikte inbrekersgereedschap is aangetroffen, kan een aanwijzing zijn voor betrokkenheid van verdachte bij deze inbraken, maar is in dit geval naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Er is sprake van ‘verplaatsbaar’ DNA. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld wanneer en hoe dit DNA van verdachte op het gereedschap terecht is gekomen. Verdachte heeft hierover ter terechtzitting verklaard dat hij veel aan scooters sleutelt, dat hij bij het repareren van scooters ook in schuren van bepaalde mensen die ook slechte dingen doen komt en dat hij op de locaties wellicht ook de hamer heeft gebruikt en de krik en het stootijzer heeft aangeraakt.
Hoewel de rechtbank deze verklaring summier en weinig concreet acht, en er in het dossier ook diverse onderdelen zijn die vragen oproepen, is de rechtbank van oordeel dat het door verdachte geopperde alternatief onvoldoende kan worden uitgesloten. Hierbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat de personen die de inbraken hebben gepleegd blijkens de camerabeelden handschoenen droegen.
Nu op grond van de dossierstukken niet is gebleken dat verdachte één van de personen is die tijdens de inbraken in de panden aanwezig is geweest en daarbij uitvoeringshandelingen heeft verricht, en evenmin is gebleken dat verdachte op een andere wijze bij de ten laste gelegde inbraken betrokken is geweest en met de daders nauw en bewust heeft samengewerkt, is het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en zal verdachte daarvan worden vrijgesproken.
Feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair: medeplichtigheid:
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte met zijn handelingen medeplichtig is geweest aan de inbraken.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º van het Wetboek van Strafrecht, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict).
Zoals hiervoor is overwogen is het DNA van verdachte op het inbrekersgereedschap aangetroffen, maar is niet gebleken dat hij bij de inbraken aanwezig is geweest.
De rechtbank stelt verder vast dat uit het dossier blijkt dat verdachte op het internetplatform Marktplaats.nl heeft gezocht naar advertenties van domme krachten, big bags, een stootijzer, een hoofdlamp en voertuigen van het merk Volkswagen en Audi, en dat niet is gebleken dat verdachte deze goederen heeft aangeschaft, met uitzondering van een hoofdlamp.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat vrienden hem hebben gevraagd of hij een domme kracht voor hen wilde kopen, dat hij dit heeft onderzocht en uiteindelijk niet heeft gedaan en dat hij zijn vrienden erop heeft gewezen dat zij de domme kracht zelf maar moesten kopen.
Verder valt uit in de Penitentiaire Inrichting afgeluisterde telefoongesprekken af te leiden dat verdachte dingen voor anderen heeft geregeld en dat hij mensen heeft geholpen.
Voor zover op grond hiervan al zou moeten worden aangenomen dat het opzet van verdachte was gericht op het behulpzaam zijn bij en/of het verschaffen van middelen tot het plegen van
de hier ten laste gelegde gronddelicten, te weten diefstallen met braak, in vereniging, is niet bewezen dat verdachte ook (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het plegen van deze delicten.
Dit betekent dat het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde evenmin is bewezen en dat de verdachte daarvan ook zal worden vrijgesproken.