ECLI:NL:RBOVE:2023:3715

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
08.064493.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van poging tot zware mishandeling met gevangenisstraf en voorwaarden

Op 21 september 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van een poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 maart 2023 samen met een medeverdachte geweld heeft gebruikt tegen het slachtoffer, die slapend werd aangetroffen in zijn appartement. De verdachte en de medeverdachte hebben het slachtoffer zonder enige aanleiding geslagen, gestompt en getrapt, wat leidde tot ernstig letsel. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag, maar dat het geweld dat de verdachte heeft gepleegd, wel als een poging tot zware mishandeling kan worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie gericht op verslaving en middelengebruik. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, zwaar laten meewegen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.064493.23 (P)
Datum vonnis: 21 september 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1986 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats],
nu verblijvende in de P.I. Zwolle te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
7 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.H.G. Scharenborg en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. P.L.E.M. Krauth, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte (hierna ook: [verdachte]):
primair:al dan niet samen met een ander heeft geprobeerd om [slachtoffer] (hierna ook: [slachtoffer]) opzettelijk van het leven te beroven dan wel;
subsidiair:al dan niet samen met een ander heeft geprobeerd om [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te [locatie 1],
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk
van het leven te beroven,
- ( meermaals) die [slachtoffer] op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt en/of
- ( meermaals) die [slachtoffer] met een ijzeren staaf, althans een hard en/of zwaar voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- heeft geprobeerd die [slachtoffer] met een mes in de hals/nek te steken en/of (daarbij) die [slachtoffer] met dat mes in de hand heeft gestoken, toen die [slachtoffer] dat mes probeerde af te weren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te [locatie 1],
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- ( meermaals) die [slachtoffer] op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt en/of
- ( meermaals) die [slachtoffer] met een ijzeren staaf, althans een hard en/of zwaar voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- heeft geprobeerd die [slachtoffer] met een mes in de hals/nek te steken en/of (daarbij) die [slachtoffer] met dat mes in de hand heeft gestoken, toen die [slachtoffer] dat mes probeerde af te weren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van zowel het primair als van het subsidiair ten laste gelegde, omdat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bevat.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 5 maart 2023 zitten medeverdachte [medeverdachte] (hierna ook: [medeverdachte]) en [verdachte] samen in het appartement van [medeverdachte] te “chillen”. Op enig moment besluiten zij om zich te begeven naar het appartement waar [slachtoffer] op dat moment verblijft. Zij treffen [slachtoffer] daar slapend aan. [slachtoffer] wordt wakker gemaakt door [verdachte]. [slachtoffer] wil het appartement vervolgens verlaten. Hierop wordt hij door [medeverdachte] en [verdachte] geslagen, gestompt en getrapt. Het geweld gaat door tot [slachtoffer] het appartement weet te ontvluchten.
Overwegingen van de rechtbank
Aan [verdachte] is primair ten laste gelegd dat hij samen met een ander, namelijk [medeverdachte], zou hebben geprobeerd [slachtoffer] van het leven te beroven. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat [verdachte] heeft geprobeerd om [slachtoffer] te doden dan wel dat hij als medepleger kan worden aangemerkt. Niet vast is komen te staan dat [verdachte] met een ijzeren staaf of een hard voorwerp heeft geslagen op het hoofd van [slachtoffer] noch dat hij met een mes heeft gestoken. Het mes waarmee is gestoken, lag al in het appartement waar [slachtoffer] verbleef. [medeverdachte] had dit mes aan [slachtoffer] gegeven. [verdachte] was hiervan niet op de hoogte. Uit DNA-onderzoek aan sporen die zijn aangetroffen op het betreffende mes volgt dat er DNA van [slachtoffer] en van [medeverdachte] op het mes zijn aangetroffen, maar niet van [verdachte].
Vaststaat dat [verdachte] en [medeverdachte] geweld hebben gebruikt tegen [slachtoffer]. Op enig moment heeft [medeverdachte] hierbij een mes ter hand genomen en gebruikt. Naar het oordeel van de rechtbank is dit een door [medeverdachte] zelfstandig genomen beslissing waarbij er geen sprake is geweest van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking.
Gelet hierop zal de rechtbank verdachte van het primair ten laste gelegde vrijspreken.
Subsidiair is aan [verdachte] medeplegen van een poging tot zware mishandeling ten laste gelegd. [slachtoffer] lag te slapen toen [verdachte] en [medeverdachte] naar hem toe kwamen en hem vanuit het niets en zonder enige aanleiding met opzet hebben geslagen, gestompt en getrapt tegen zijn lichaam en tegen zijn hoofd. In het dossier bevinden zich foto’s van het letsel van [slachtoffer] en een letselbeschrijving waaruit de rechtbank afleidt dat [slachtoffer] flink is toegetakeld. Er was sprake van een explosie van geweld op het lichaam en het hoofd van [slachtoffer]. Het door [verdachte] en [medeverdachte] gepleegde geweld is pas gestopt toen [slachtoffer] wist weg te komen. De rechtbank is van oordeel dat deze explosie van geweld naar haar uiterlijke verschijningsvorm op niets anders zijn gericht dan op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer] en komt hiermee tot een bewezenverklaring van de poging tot zware mishandeling.
[verdachte] is degene geweest die het plan heeft geopperd om samen met [medeverdachte] naar [slachtoffer] toe te gaan. Hij heeft vervolgens samen met [medeverdachte] geweld gepleegd tegen [slachtoffer] waarbij door hen beiden is geslagen. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking waarmee ook het medeplegen naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 5 maart 2023 te [locatie 1],
tezamen en in vereniging met een ander
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meermaals die [slachtoffer] op/tegen het hoofd en het lichaam heeft geslagen en geschopt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikelen 45, 47 en 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
subsidiair:
het misdrijf: medeplegen van een poging tot zware mishandeling.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft verder gevorderd om aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarden te koppelen zoals door de reclassering is geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat bij bewezenverklaring een straf gelijk aan de duur van het voorarrest passend is. Mocht de rechtbank besluiten een voorwaardelijk strafdeel op te leggen dan is verdachte bereid zich aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te houden.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling. [medeverdachte] en [verdachte] zijn op initiatief van [verdachte] naar [slachtoffer] gegaan, hebben hem wakker gemaakt en vervolgens geslagen, gestompt en getrapt waardoor [slachtoffer] letsel aan zijn gezicht en hoofd heeft opgelopen. Door zo te handelen heeft [verdachte] zich op geen enkele wijze bekommerd om [slachtoffer] en een ernstige inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke integriteit. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 3 augustus 2023 dat 12 pagina’s telt. Hieruit volgt dat verdachte vaker is veroordeeld, met name voor vermogensdelicten. De meeste veroordelingen zijn langer dan vijf jaar geleden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het Pro Justitia rapport van 28 april 2023 opgemaakt door J. Kluin, GZ-psycholoog (hierna ook: de psycholoog). De psycholoog laat in het rapport weten dat verdachte geen medewerking heeft willen verlenen aan het onderzoek.
De reclassering heeft in het rapport van 23 mei 2023 geadviseerd om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld een aantal bijzondere voorwaarden:
 meldplicht bij de reclassering;
 gedragsinterventie gericht op verslaving en middelengebruik;
 ambulante behandeling.
De strafmodaliteit en de hoogte daarvan
De rechtbank komt, anders dan de officier van justitie, tot een bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank komt daarom tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling. Dit is een ernstig feit en de rechtbank is van oordeel dat een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf ter vergelding hiervan passend en geboden is.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij in zijn verklaringen stelt dat hij zich niets kan herinneren, maar in zijn laatste woord wel mompelt dat “het” niet eerlijk is. Kennelijk weet verdachte meer dan hij doet voorkomen en wil hij geen verantwoording afleggen voor zijn daden. Voorts is de kans op herhaling groot, omdat verdachte heeft verklaard dat dat afhangt van de kringen waarin hij zich begeeft. Dit alles rechtvaardigt een lange gevangenisstraf en maakt het opleggen van bijzondere voorwaarden noodzakelijk.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van tien maanden passend en geboden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Dit met aftrek dan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De proeftijd wordt vastgesteld op drie jaren. De rechtbank zal hierbij de voornoemde, door de reclassering geadviseerde, bijzondere voorwaarden opleggen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b en 14c Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
subsidiair het misdrijf:medeplegen van een poging tot zware mishandeling;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het subsidiair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich na het ingaan van de proeftijd meldt bij de reclassering. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering en werkt mee aan huisbezoeken;
- actief deelneemt aan een gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik, indien de reclassering dit nodig acht. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich ambulant laat behandelen bij een forensische polikliniek te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van 30 september 2023.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. C.J. Sangers-de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 september 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023099418. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 5 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 11 tot en met 14):
Omschrijving aangifte
Feit : Zware mishandeling
Plaats delict : [adres], binnen de gemeente
[gemeente]
Pleegdatum/tijd : Tussen zondag 5 maart 2023 om 13:01 uur en zondag 5 maart 2023
om 14:36 uur
Aangever
Achternaam : [slachtoffer]
Voornamen : [slachtoffer]
Geboren : [geboortedatum 2] 1979
Verklaring
“ Zaterdagavond heeft [medeverdachte] een deur ingetrapt op de eerste verdieping van het complex [locatie 2] aan de [adres], zodat ik daar in een appartement kon slapen. Vanmorgen word ik wakker van het geluid van een deur die open getrapt werd. De deur was wel dicht, maar niet echt op slot. Als je er flink tegen aan duwt of trapt, gaat deze zo open. Ik zag dat [verdachte], hij gebruikt ook de naam van zijn stiefvader [verdachte], naast mij zat op de bank. Ik hoorde hem zeggen: Word wakker, word wakker. Ook [medeverdachte] stond naast die [verdachte] in de kamer. Ik stond op één been mijn schoen aan te trekken en toen begonnen [medeverdachte] en [verdachte] met zijn tweeën op mij in te slaan. Allebei sloegen ze met kracht en met hun vuisten op mij in, op mijn hoofd, in mijn gezicht en op mijn romp. Ik werd een hoek ingeslagen. Ik kon niets terug doen, alleen mijn hoofd maar beschermen met mijn armen en handen. [verdachte] sloeg en trapte mij de hoek in.”
2. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [slachtoffer] van 6 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 25 tot en met 27):
“Hij is zelf, samen met [medeverdachte], naar mij toe gekomen om problemen te veroorzaken. Toen ik bezig was mijn schoenen aan te trekken begon [verdachte] mij direct te trappen.”
3. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 5 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 119 en 122 tot en met 124):
“[slachtoffer] wilde slapen bij ons. Ik heb tegen hem gezegd dat hij in een kamer boven ons kon wonen/slapen. Ik kwam [verdachte] tegen en heb hem uitgenodigd om bij mij te komen chillen. Hij is de hele zondagochtend
[de rechtbank begrijpt: 5 maart 2023]bij mij geweest. Toen ben ik met [verdachte] naar boven gegaan. [verdachte] heeft [slachtoffer] wakker gemaakt. Hij springt uit het bed en hij wil weglopen. [verdachte] wilde [slachtoffer] slaan, maar raakt hem niet. Ik ben naar hem toegelopen. [slachtoffer] werd bang van [verdachte]. Ik zei: "Doe rustig. We komen in vrede”. Ik zag vlucht gedrag bij hem. Ik wilde hem slaan en miste ook. Ik sloeg nog een keer met mijn linker vuist op zijn hoofd en raakte hem nu wel.”
4. Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 6 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 125, 129 tot en met 132):
“Ik gaf [slachtoffer] een stomp op zijn hoofd. Ik miste hem. Ik gaf hem nogmaals een vuistslag en miste. Ik stompte [slachtoffer] met links met mijn vuist op zijn oog. [slachtoffer] rent de verkeerde kant op. Ik zie dat [verdachte] [slachtoffer] een vuistslag probeert te geven. Ik zag dat deze mis sloeg. Ik merkte toen dat het uit de hand begon te lopen. Door de paniek van [slachtoffer]. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer] nogmaals probeerde te slaan. Ik zag dat hij raak sloeg. [slachtoffer] is met de blote vuist gelsagen op zijn hoofd en nek. Ik mikte op zijn oog maar miste. Ik heb hem geslagen met de vuist tweemaal, 1 keer mis en 1 keer raak.
Ik sta met gebalde vuist tegenover [slachtoffer]. Voor mij is het wel klaar. Ik zie dan dat hij zijn spullen pakt van de tafel. Ik zie in een flits dat [slachtoffer] langs mij loopt, ik liet hem gaan. Ik rende achter hem aan. [verdachte] kwam achter mij aan. Ik heb [slachtoffer] geslagen met mijn linkerhand. Ik had drie ringen om mijn linkerhand.”
5. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), betreffende de Forensisch geneeskundige Letselbeschrijving zonder benoeming als deskundige, opgemaakt door W. Duijst forensisch arts bij GGD IJsselland van 7 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 35 tot en met 37):
Methode van onderzoek
Dit rapport betreft een letselbeschrijving op basis van foto's gemaakt op de spoedeisende hulp door de vriendin van [naam]. De foto's zijn op 05-03-2023 gemaakt.
Letselbeschrijving:
Naar aanleiding van toegestuurde foto's
Lichaamsdeel (uitwendig):
Foto's zijn aangeleverd door politie en gemaakt met eigen camera. Maatlat ontbreekt waardoor geschatte grootte kunnen afwijken van daadwerkelijke grootte. De kwaliteit van de foto's is matig.
Hoofd
3)Onder het linker ooglid tot het jukbeen bevindt zich een matig scherp begrensde, blauw/paarse huidverkleuring met zwellinq met een qeschatte grootte van circa 3,5x2cm.
6)Voor het linker oor bevindt zich een onscherp begrensde, grillig gevormde paars/rode huidverkleuring met aan de bovenzijde een huiddoorbreking met een geschatte totale grootte van circa 4x2,5cm.
7)De binnenzijde van de
[de rechtbank begrijpt: de oorschelp]is paars-blauw verkleurd en vertoont diverse zwellingen.
9)Op het rechter jukbeen overlopend naar de wang bevindt zich roze/rode onscherp begrensde, gezwollen huidverkleuring met aan de neuszijde een onscherp begrensde ovale huiddoorbreking met een doorsnede van circa 3cm.
Soort verwonding (beoordeling):
Uitwendiq:
Letsel1 en
11zijn huiddoorklievingen/wijkende wonden. Een huiddoorklieving kan zowel snijdend als stekend ontstaan door scherp-randige of puntige voorwerpen. Bij een snijwond is de lengte groter dan de wonddiepte en zijn de wondranden scherp zonder kneuzing of schaving. Bij een steekwond is de diepte groter dan de lengte.
Letsel 3, 6 en 7zijn bloeduitstortingen waarvan letsel 3 in combinatie met zwelling en letsel 7 deels met schaafletsel. Bloeduitstortingen ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen, samendrukken of stoten.
Een zwelling is een onderhuidse ophoping van vocht of bloed. Zwelling kan optreden als gevolg van beschadiging van het weefsel onder de huid en kan ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen of stoten.
Schaafletsel ontstaat door het schuren van de huid langs een ruw oppervlak of vice versa.
Letsel 9is een zwelling met mogelijke kneuzing van het jukbeen.
Een zwelling is een onderhuidse ophoping van vocht of bloed. Zwelling kan optreden als gevolg van beschadiging van het weefsel onder de huid en kan ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen of stoten.
Een kneuzing is een beschadiging van onderhuids weefsel door stomp geweld, bijvoorbeeld door vallen of stoten. Hierdoor ontstaat er zwelling, welke weer voor pijnklachten zorgt. De huid blijft aan de oppervlakte meestal intact.