ECLI:NL:RBOVE:2023:3670

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
08.309189.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in mishandelingzaak tegen echtgenoot

Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van zijn toenmalige echtgenote. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer in Zwolle, waarbij de rechtbank op basis van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2023 tot haar oordeel kwam. De officier van justitie, mr. S. Markink, had gevorderd dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. D.G. Hassink, pleitte voor integrale vrijspraak.

De tenlastelegging hield in dat de verdachte op of omstreeks 20 februari 2021 zijn echtgenote had mishandeld door haar krachtig om de polsen en/of bovenarmen vast te pakken. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verklaringen van de verdachte en de inhoud van het dossier gaven geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de echtgenote pijn of letsel had ervaren als gevolg van de handelingen van de verdachte.

Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte integraal vrij te spreken van de beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door mr. D.E. Schaap als voorzitter, samen met mr. M.B. Werkhoven en mr. G.H. Meijer, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.309189.21 (P)
Datum vonnis: 14 september 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1962 in [geboorteplaats],
wonende aan [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Markink en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. D.G. Hassink, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zijn (toenmalige) echtgenote, [slachtoffer], heeft mishandeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 20 februari 2021 te [locatie] zijn echtgenote, [slachtoffer], heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] krachtig om/bij de (boven)arm(en) en/of
pols(en) vast te pakken en/of vast te houden.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit integrale vrijspraak. Hij voert daartoe aan dat het dossier geen bewijs bevat dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verdachte heeft bij de politie en ter zitting verklaard dat hij mevrouw [slachtoffer] op 20 februari 2021 bij de polsen heeft vastgehouden. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van het dossier geen aanknopingspunten biedt dat mevrouw [slachtoffer] als gevolg van deze handeling pijn of letsel dan wel een (hevig) onlust opwekkend gevoel aan het lichaam heeft ervaren en ook niet dat verdachte het opzet hierop heeft gehad. Evenmin is voldoende bewijs voorhanden op basis waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte mevrouw [slachtoffer] bij de bovenarmen heeft vastgepakt met pijn of letsel als gevolg.
De rechtbank zal verdachte daarom integraal vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, mr. M.B. Werkhoven en
mr. G.H. Meijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 september 2023.