Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
Uit het niets greep de man mij vol in mijn kruis. Nadat de man mij in het kruis had gegrepen, greep de man mij vol in mijn kont.” [2] [slachtoffer] legt tijdens het verhoor bij de politie later die dag eenzelfde verklaring af over het signalement van de man en zijn handelingen, namelijk: “
Ik werd op een gegeven moment opeens vol in mijn kruis gegrepen en achter in mijn kont zeg maar.” [3]
Omstreeks 02.00 uur zag ik een man die erg dicht bij [slachtoffer][rechtbank: [slachtoffer]]
stond. (…) Ik zag dat hij (…) zijn arm strekte en deze via de achterzijde tussen [slachtoffer] benen stak. Ik zag dat hij met zijn hand volledig tussen de benen van [slachtoffer] zat en zag dat hij met zijn hand de schaamstreek van [slachtoffer] betastte.” [5]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (een ) week;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
40 (veertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 september 2023.