ECLI:NL:RBOVE:2023:3621
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak
Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een vordering ingediend op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarin werd verzocht om vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel en de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 42.675,--. Tijdens de openbare terechtzitting op 21 augustus 2023 heeft de raadsman van de verdachte, mr. Th. U. Hiddema, vrijspraak bepleit en de ontnemingsvordering afgewezen. Subsidiair heeft hij gesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel maximaal € 20.115,-- zou bedragen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat, nu de verdachte is vrijgesproken van het feit waarop de ontnemingsvordering is gegrond, het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en de beslissing op 8 september 2023 openbaar uitgesproken. Het vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. M. Melaard en de rechters mr. M.J.A.L. Beljaars en mr. P.A.M. Miltenburg, in tegenwoordigheid van griffier mr. H.J. Seuters. Mr. Beljaars was niet in de gelegenheid om het vonnis mede te ondertekenen.