Vervolgens is de vraag of er andere passende woonruimte voor [X] beschikbaar is. SallandWonen heeft naar het oordeel van de kantonrechter voldoende onderbouwd dat dat het geval is. Daartoe wordt het volgende overwogen.
SallandWonen heeft (zoals blijkt uit haar productie 20) in de periode maart 2020 tot en met maart 2022 zelf acht van haar eigen seniorenwoningen aan [X] te huur aangeboden. Volgens SallandWonen zijn deze woningen qua omvang en qua huurprijs passende woningen. [X] heeft dat dan wel betwist, maar, mede in het licht van de door de woonconsulente van Salland Wonen op de zitting gegeven toelichting, onvoldoende. SallandWonen heeft verder (onder verwijzing naar haar productie 21) gesteld dat er in 2022 bij SallandWonen bijna 30 woningen, in de kern van [woonplaats] , waar [X] woont, te huur aangeboden hebben gestaan in haar aanbiedingssysteem. Ongeveer de helft is volgens SallandWonen zonder meer geschikt voor senioren en passend voor [X] . Op die woningen kon [X] reageren en dan zou die woning door haar urgentiestatus voor haar worden vrijgehouden, maar daar heeft [X] nooit op gereageerd, naar SallandWonen onbetwist heeft gesteld. De passendheid van die woningen is dan wel betwist door [X] , maar naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende. En ook al zouden al die woningen niet passend zijn geweest, dan nog zou van [X] een reactie verwacht hebben mogen worden. SallandWonen heeft namelijk onbetwist gesteld dat zij aan [X] te kennen heeft gegeven dat SallandWonen bereid was andere woningen, voor zover nog niet passend, alsnog passend te willen maken voor [X] . Uit de correspondentie tussen SallandWonen en [X] blijkt verder dat [X] ook tijdelijk een andere woning mocht huren als wisselwoning, totdat (en zodat) zij in de nieuw te bouwen woningen aan [het adres] kon terugkeren. SallandWonen heeft ook onweersproken gesteld dat [X] huurgewenning (aflopende huurkorting) kan krijgen, zodat de aangeboden woningen nog beter passend zouden zijn.
Verder staat vast dat de woning aan [het adres] in [woonplaats] voldeed aan de wensen van [X] , dat zij akkoord was met die woning, dat Salland Wonen die woning een jaar lang leeg heeft laten staan voor [X] en dat [X] in september 2021 plotseling te kennen gaf die woning niet meer te willen huren. Tenslotte staat vast dat SallandWonen uiteindelijk in maart 2022 de woning aan [het adres] in [woonplaats] aan [X] heeft aangeboden, een woning, die naar SallandWonen genoegzaam heeft onderbouwd, passend was voor [X] , maar dat ook die woning door [X] is geweigerd.
Gelet op de voormelde concrete woningaanbiedingen die SallandWonen aan [X] heeft gedaan, en gelet op de omvang en de aard van het te huur gestaan hebbende woningbestand van SallandWonen in [woonplaats] in 2022, is de kantonrechter dan ook van oordeel dat SallandWonen voldoende heeft aangetoond dat [X] een passende woning kan verkrijgen. Daargelaten wordt dan nog dat SallandWonen onbetwist heeft gesteld dat zij ook in Raalte en Wijhe nog passende woningen voor [X] heeft.
In dit verband wordt nog overwogen dat [X] heeft gesteld dat zij een kleine gelijkvloerse woning wil met een – liefst onderhoudsarme – tuin. De kantonrechter overweegt dat passende woonruimte niet gelijk hoeft te zijn aan de woning die [X] nu huurt of moet voldoen aan de specifieke wensen die [X] heeft. Passende woonruimte kan nu eenmaal wezenlijk ander en (vaak) ook minder woongenot bieden.