In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim (hierna: Windesheim) en MatchWorks B.V. (hierna: MatchWorks). Windesheim vorderde dat MatchWorks zou worden verboden de handelsnamen 'Windesheim CR' en 'Windesheim Campus Recruitment' te voeren, omdat deze inbreuk zouden maken op de handelsnaam van Windesheim. De voorzieningenrechter oordeelde dat MatchWorks de bestreden handelsnamen daadwerkelijk heeft gevoerd en dat er verwarringsgevaar bestaat tussen de handelsnamen van beide partijen, aangezien ze zich op dezelfde doelgroep richten en in dezelfde regio actief zijn. De voorzieningenrechter wees de vordering van Windesheim grotendeels toe en legde MatchWorks een dwangsom op voor het geval zij het verbod zou overtreden.
De procedure begon met een dagvaarding op 13 juli 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 augustus 2023. Tijdens de behandeling werd duidelijk dat Windesheim al geruime tijd gebruik maakte van de naam 'Windesheim' en dat MatchWorks de handelsnamen had geregistreerd in het handelsregister. De voorzieningenrechter concludeerde dat Windesheim een spoedeisend belang had bij haar vorderingen, gezien de inbreuk op haar handelsnaamrecht en de dreiging van schade.
De rechter oordeelde dat de handelsnamen van MatchWorks slechts in geringe mate afwijken van die van Windesheim, en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat MatchWorks de handelsnamen heeft gevoerd. De voorzieningenrechter verbood MatchWorks om de handelsnamen te voeren en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan Windesheim. De termijn voor het instellen van een hoofdzaak werd vastgesteld op zes maanden.