Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
- (daarbij) niet (voortdurend) de controle over het door hem bestuurde voertuig heeft gehouden”. Daarvan dient verdachte te worden vrijgesproken. Verdachte heeft aanmerkelijk onoplettend gereden. Daarom is sprake van een aanmerkelijke mate van schuld aan de aanrijding in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW). Het achter het stuur in slaap vallen kan niet worden gezien als een uitzonderlijke omstandigheid in de zin van strafuitsluitingsgronden.
“-(daarbij) niet (voortdurend) de controle over het door hem bestuurde voertuig heeft gehouden”.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
overtreding van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een geldboete van € 1.000,00 (zegge: duizend euro);
20 (twintig) dagen.
mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023.