In deze zaak vorderde Vitens N.V. betaling van een bedrag van € 1.440,21 van de gedaagde, die in de periode van 1 december 2018 tot en met 2 december 2019 een overeenkomst tot levering van drinkwater had. Vitens had een gecorrigeerde eindafrekening gestuurd op basis van een door de gedaagde zelf opgegeven eindmeterstand van 3.424 m3. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij niet zoveel water had verbruikt als in de eindafrekening stond aangegeven. De kantonrechter oordeelde dat Vitens de stellingen van de gedaagde voldoende had weerlegd en dat de gecorrigeerde eindafrekening op basis van de door de gedaagde opgegeven meterstanden terecht was. De kantonrechter wees de vordering van Vitens toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 15 augustus 2023.