ECLI:NL:RBOVE:2023:3415

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
10652078 \ CV EXPL 23-1777
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van de woning wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Almeloose Woningstichting "Beter Wonen" en een gedaagde huurder. De eiser, Beter Wonen, vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 2.461,56, die was ontstaan door niet-betaling van de huur over de maanden mei tot en met augustus 2023. De gedaagde, die samen met haar drie kinderen in de woning woont, erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat zij door persoonlijke en financiële omstandigheden niet in staat was om de achterstallige bedragen te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 augustus 2023 werd afgesproken dat de gemachtigde van Beter Wonen een specificatie van de huurachterstand zou sturen, wat op 16 augustus 2023 gebeurde. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van vier maanden van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De persoonlijke omstandigheden van de gedaagde werden niet als overmacht beschouwd, en de kantonrechter wees de vordering tot ontbinding en ontruiming toe, met een termijn van 14 dagen voor ontruiming. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10652078 \ CV EXPL 23-1777
Vonnis van 22 augustus 2023
in de zaak van
de stichting
ALMELOSE WONINGSTICHTING "BETER WONEN",
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
eisende partij, verder te noemen: Beter Wonen,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Wigger Van het Laar,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, verder te noemen: [gedaagde],
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 augustus 2023;
- de op 15 augustus 2023 gehouden mondelinge behandeling;
- het in de conclusie van antwoord van 15 augustus 2023 op schrift gestelde mondelinge verweer van [gedaagde].
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 15 augustus 2023 is afgesproken dat de gemachtigde van Beter Wonen een e-mail zou sturen met een specificatie van de huurachterstand. De gemachtigde heeft deze e-mail op 16 augustus 2023 aan de rechtbank en de schuldenspecialist van [gedaagde] ([naam]), gestuurd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Beter Wonen de woning gelegen aan de [adres] tegen een huurprijs van op dit moment € 586,28 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2.
Er is een (huur)achterstand ontstaan, die op het moment van de dagvaarding
€ 2.461,56 bedroeg, bestaande uit de huur tot en met augustus 2023.

3.Het geschil

De vordering

3.1.
Beter Wonen vordert kort gezegd ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen en ontruiming van het gehuurde, alsmede betaling van de (huur)achterstand met nevenvorderingen.
3.2.
Aan deze vordering legt Beter Wonen ten grondslag dat [gedaagde] haar betalingsverplichting voortvloeiend uit de tussen partijen bestaande huurovereenkomst niet is nagekomen. Volgens Beter Wonen heeft [gedaagde] een (huur)achterstand laten ontstaan van € 2.461,56, bestaande uit de huur van mei 2023 tot en met augustus 2023.
3.3.
Beter Wonen blijft ondanks de financiële en persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] bij haar vordering de overeenkomst te ontbinden en het gehuurde te ontruimen. Het is niet haar intentie om [gedaagde] uit huis te zetten en zij is bereid om - ter voorkoming van ontruiming - na het te wijzen vonnis in overleg met [gedaagde] afspraken te maken en eventueel een (betalings)regeling te treffen. Het te wijzen vonnis dient dan als stok achter de deur, voor het geval zo’n regeling niet mogelijk blijkt of niet wordt nagekomen, aldus Beter Wonen.
Het verweer
3.4.
[gedaagde] erkent dat sprake is van een (huur)betalingsachterstand, maar zij is het niet eens met de gevorderde ontbinding en ontruiming. [gedaagde] voert aan dat zij vanwege persoonlijke en financiële omstandigheden niet in staat is geweest om de achterstallige bedragen te betalen.
3.5.
[gedaagde] woont samen met haar drie kinderen in de woning. Haar enige inkomen is op dit moment een IVA-uitkering. Zij ontving in het verleden ook kinderbijslag voor haar drie kinderen en alimentatie van haar ex-partner. De ex-partner van [gedaagde] zou het rekeningnummer veranderd hebben van de rekening waar de kinderbijslag op werd gestort, waardoor hij in plaats van [gedaagde] dit nu ontvangt. Ook zou hij sinds een half jaar gestopt zijn met het betalen van de alimentatie aan [gedaagde]. Hierdoor kon [gedaagde] de huur niet meer betalen. [gedaagde] heeft hulp gezocht en krijgt sinds kort begeleiding van een schuldenspecialist van de gemeente Almelo, die haar gaat helpen bij het wegwerken van haar betalingsachterstanden.

4.De beoordeling

De (huur)achterstand

4.1.
[gedaagde] heeft erkend dat zij een (huur)achterstand heeft. Beter Wonen heeft aangevoerd dat de huurachterstand € 2.461,56 (bestaande uit de huur van mei 2023 tot en met augustus 2023) bedraagt. Dit is een huurachterstand van vier maanden. Volgens [gedaagde] zou zij een huurachterstand hebben van drie maanden. De gemachtigde van Beter Wonen heeft op 16 augustus 2023 een e-mail gestuurd met een nadere specificatie van de huurachterstand. Hieruit blijkt dat [gedaagde] een huurachterstand van vier maanden heeft. Dit is na ontvangst van de e-mail niet door [gedaagde] of haar schuldenspecialist betwist. De vordering tot betaling van de huurachterstand van € 2.461,56 zal daarom worden toegewezen.
De gevorderde ontbinding en ontruiming
4.2.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Dit houdt in dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst (HR ECLI:NL:HR:2018:1810). Bij de beantwoording van de vraag of ontbinding van deze huurovereenkomst gerechtvaardigd is, kunnen alle omstandigheden van het geval van belang zijn.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de betalingsachterstand, waarvan in deze zaak sprake is (vier maanden huurachterstand), van zodanige omvang is dat deze de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De door [gedaagde] genoemde persoonlijke en financiële omstandigheden leveren geen overmacht op en ontslaan haar niet van de verplichting om de huur op tijd te betalen. Hoewel het te prijzen is dat [gedaagde] hulp heeft van een schuldenspecialist van de gemeente, is die enkele omstandigheid, gelet ook op de hoogte van de huurachterstand en de inkomenssituatie van [gedaagde], in dit stadium van onvoldoende gewicht ten gunste van [gedaagde].
4.4.
De gevorderde ontbinding en ontruiming zal worden toegewezen. De termijn voor ontruiming zal op 14 dagen worden gesteld.
4.5.
De kantonrechter gaat ervan uit dat Beter Wonen, zoals haar gemachtigde ter zitting heeft aangegeven, na dit vonnis met [gedaagde] (en de betrokken schuldenspecialist) in gesprek gaat om te bekijken of partijen alsnog een (betalings)regeling kunnen treffen om een daadwerkelijke ontruiming van de woning te voorkomen.
4.6.
Beter Wonen vordert betaling van de achterstallige huurtermijnen tot de datum van de ontbinding en daarnaast betaling van een vergoeding gelijk aan de huurprijs over de periode gelegen tussen de datum van de ontbinding en de ontruiming. Nu op dit punt geen verweer is gevoerd, zal de vordering als zodanig worden toegewezen.
De bijkomende kosten
4.7.
De gevorderde wettelijke rente zal, als onweersproken en op de wet gegrond, worden toegewezen.
4.8.
Beter Wonen heeft een bedrag van € 233,95 inclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Beter Wonen heeft op 3 juli 2023 aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen daarom worden toegewezen.
De proceskosten
4.9.
[gedaagde] zal, als de verliezende partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Beter Wonen worden begroot op:
- dagvaarding € 130,48
- griffierecht € 487,00
- salaris gemachtigde €
464,00(2 punten x tarief € 232,00)
Totaal € 1.081,48
4.10.
De nakosten, waarvan Beter Wonen betaling vordert, zullen op de hierna in de beslissing weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres];
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen en te verlaten met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en het gehuurde onder overgave van de sleutels ter beschikking van Beter Wonen te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Beter Wonen te betalen:
een bedrag van € 2.461,56 aan nog openstaande huurtermijnen, berekend tot en met de maand augustus 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 augustus 2023 tot de dag van (volledige) betaling;
een bedrag van € 16,38 aan wettelijke rente, berekend tot 4 augustus 2023;
een bedrag van € 233,95 inclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten;
een bedrag gelijk aan de maandelijkse huurprijs, zoals deze zonder ontbinding van de huurovereenkomst zou hebben gegolden voor elke maand of gedeelte van een maand, gelegen tussen 1 september 2023 en de daadwerkelijke ontruiming;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten begroot op € 1.081,48 en in de nakosten begroot op € 116,00;
5.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2023. (NR)