In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 21 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een omgevingsvergunning. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 27 juni 2023 door het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe is verleend aan [naam 1] voor het bouwen van een bouwwerk met twee wooneenheden op een perceel in Olst. Verzoekster, die bezwaar heeft gemaakt tegen dit besluit, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat met de bouw wordt gestart voordat haar bezwaar is behandeld.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoekster en verweerder gehoord. Verzoekster stelt dat het bouwplan niet voldoet aan de beeldkwaliteitscriteria en dat het leidt tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het bouwwerk qua grootte en plaats binnen de planregels valt en dat de omgevingsvergunning op goede gronden is verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de bouwactiviteiten niet onmiddellijk zullen starten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geconcludeerd dat de omgevingsvergunning naar verwachting in stand zal blijven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.