Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 mei 2022
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 17 september 2022
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 17 januari 2023
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 11 april 2023
- de conclusie na getuigenverhoor van 24 mei 2023 met de producties A en B
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van 26 juni 2023.
2.De beslissing samengevat
3.De verdere beoordeling
een behoorlijke verbetering te weeg heeft gebrachtin de problematiek van het oren bijten en de matige groei, omdat overige zaken als huisvesting en klimaat gelijk waren.
eigenlijkhet enige verschil was omdat de stallen
vrijwelidentiek waren en er ook geen verschil was tussen de populaties biggen. Bovendien treedt [getuige 1] met zijn stelling dat huisvesting en klimaat gelijk waren buiten het veld van zijn expertise. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan deze stelling, te meer nu er door op dat vakgebied wel deskundigen een klimaatonderzoek is gedaan, waarbij er in de stallen van [Partij B] aanzienlijke klimatologische afwijkingen zijn vastgesteld. [getuige 1] heeft verklaard dat er naar aanleiding van dit onderzoek door [Partij B] kleine aanpassingen zijn doorgevoerd, maar welke dit zijn geweest, of alle adviezen zijn opgevolgd en wat de gevolgen daarvan zijn geweest is niet (onafhankelijk) vastgesteld. Desondanks heeft [getuige 1] klimatologische omstandigheden in de stal als oorzaak van de problemen weggestreept. Zoals door [Partij A] terecht is opgemerkt heeft [Partij B] in eigen beheer en zonder enige waarborgen voor onafhankelijkheid het vergelijkend stallenonderzoek uitgevoerd. Er was geen duidelijke en/of onafhankelijke onderzoeksopzet voorhanden, op de uitvoering daarvan is niet door een onafhankelijke partij toegezien en [Partij A] is ook niet uitgenodigd om op een dergelijk onderzoek toe te zien.
8.872,50(7,5 punt × tarief € 1.183,00)