ECLI:NL:RBOVE:2023:3291

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
08.269667.22 + 08.048513.23 (gev. ttz.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor belaging en eenvoudige belediging met bijkomende straffen en schadevergoeding

Op 14 augustus 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 56-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 weken voor het belagen van meerdere slachtoffers en eenvoudige belediging. De verdachte moet zich gedurende een proeftijd van 3 jaren melden bij Reclassering Nederland en zich laten behandelen door een forensische polikliniek. Tevens is er een contactverbod opgelegd met de benadeelde partij en moet de verdachte een schadevergoeding van 275 euro betalen aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verschillende slachtoffers door beledigende en bedreigende berichten te sturen en hen te bellen. Ondanks eerdere waarschuwingen en een opgelegd contactverbod, heeft de verdachte zijn gedrag niet veranderd, wat heeft geleid tot deze veroordeling. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en heeft besloten tot een hogere straf dan door de officier van justitie was gevorderd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.269667.22 + 08.048513.23 (gev. ttz.) (P)
Datum vonnis: 14 augustus 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1967 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 juli 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. van Zeijts en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.J.H. Mühlstaff,
advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 5] door [naam 1] van Slachtofferhulp Nederland is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder parketnummer 08.269667.22
feit 1:van 28 oktober 2021 tot en met 31 juli 2022 in [plaats 1] [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft belaagd;
feit 2:van 28 oktober 2021 tot en met 31 juli 2022 in [plaats 1] [slachtoffer 3] heeft belaagd;
feit 3:van 20 november 2021 tot en met 4 juli 2022 in [plaats 1] [slachtoffer 4] heeft belaagd;
feit 4: van 26 september 2022 tot en met 29 september 2022 in [plaats 1] [slachtoffer 5] heeft beledigd;
onder parketnummer 08.048513.23
op 16 februari 2023 in [plaats 1] in strijd heeft gehandeld met een aan hem opgelegd contactverbod.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
onder parketnummer 08.269667.22
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2021 tot en met 31 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente], althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , door- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (veelvuldig) via de mail beledigende, intimiderende en/of bedreigende berichten te sturen en/of- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (veelvuldig) te bellen en vervolgens voicemails achter te laten met een beledigende, intimiderende en/of bedreigende strekking;met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2021 tot en met 3 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente], althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door- die [slachtoffer 3] (veelvuldig) via de mail beledigende, intimiderende en/of bedreigende berichten te sturen,met het oogmerk die [slachtoffer 3] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2021 tot en met 4 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente], althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 4] , door- die [slachtoffer 4] (veelvuldig) via de mail beledigende, intimiderende en/of bedreigende berichten te sturen,- die [slachtoffer 4] (veelvuldig) te bellen en vervolgens voicemails achter te laten met een beledigende, intimiderende en/of bedreigende strekking;

met het oogmerk die [slachtoffer 4] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

4hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 september 2022 tot en met 29 september 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 5] , door een toegezonden of aangeboden geschrift en/of afbeelding en/of in haartegenwoordigheid mondeling heeft beledigd, door- die [slachtoffer 5] één of meer WhatsAppberichten te sturen met de inhoud: "Kankerwijf" en/of "Tyfus hoer" en/of "Kankergrefo" en/of "Kankerhoer"en/of door- die [slachtoffer 5] de woorden toe te voegen: "Paardekop" en/of "Kankerwijf", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
onder parketnummer 08.048513.23
hij op of omstreeks 16 februari 2023 te [plaats 1], gemeente [gemeente], opzettelijk,heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 15 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich gedurende 90 dagen, gerekend vanaf 17 januari 2023, diende te onthouden van contact met de volgende perso(o)n(en): [slachtoffer 5] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [naam 3] , contact heeft opgenomen/gezocht met [slachtoffer 6] door de zaak van voornoemde C. [slachtoffer 6] binnen te lopen en zich (scheldend) te richten tot die [slachtoffer 6] .

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vijf ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder parketnummers 08.269667.22 en 08.048513.23 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Onder parketnummer 08.269667.22 [1]
Feit 1
-de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , ook namens [slachtoffer 2] , van 20 juli 2022 (p. 76-78);
- het proces-verbaal van bevindingen uitschrijven voicemailberichten van
2 oktober 2022 (p. 107-108);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , inclusief bijlagen, van 18 juli 2022 (p. 33-42 en p. 47-51 en p. 54-74).
Feit 2
-de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , inclusief bijlagen, van 15 juli 2022 (p. 80-95).
Feit 3
-de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , inclusief bijlagen, van 18 juli 2022 (p. 33-42 en p. 47-51 en p. 54-74);
- het aanvullend proces-verbaal van bevindingen uitschrijven voicemailbericht van
20 februari 2023 (PL0600-2021276293-11).
Feit 4
-de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , inclusief bijlagen, van
7 oktober 2022 (p. 99-104).
Onder parketnummer 08.048513.23 [2]
Feit 1
-de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023 voor zover deze ziet op het uitschelden van [slachtoffer 6] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van 17 februari 2023 (p. 2-3).
Overweging
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend het contactverbod te hebben overtreden. Hoewel verdachte niet met zoveel woorden heeft bekend dat hij de zaak van [slachtoffer 6] daadwerkelijk binnen is gegaan maar langs is gelopen en dat hij [slachtoffer 6] daar zag staan, is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de verklaring van [slachtoffer 6] en voornoemd proces-verbaal van bevindingen, verdachte, die onder invloed van alcohol was, de zaak van [slachtoffer 6] is binnengelopen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
onder parketnummer 08.269667.22
1
hij op meer tijdstippen in de periode van 28 oktober 2021 tot en met 31 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente] wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , door- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] veelvuldig via de mail beledigende, intimiderende en bedreigende berichten te sturen en- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] veelvuldig te bellen en vervolgens voicemails achter te laten met een beledigende, intimiderende en/of bedreigende strekking;met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen ietste dulden en/of vrees aan te jagen;2
hij op meer tijdstippen in de periode van 28 oktober 2021 tot en met 3 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente] wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door- die [slachtoffer 3] veelvuldig via de mail beledigende, intimiderende en bedreigende berichten te sturen,met het oogmerk die [slachtoffer 3] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 20 november 2021 tot en met 4 juli 2022 te [plaats 1], gemeente [gemeente] stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 4] , door- die [slachtoffer 4] veelvuldig via de mail beledigende, intimiderende en/of bedreigende berichten te sturen,- die [slachtoffer 4] veelvuldig te bellen en vervolgens voicemails achter te laten met een beledigende, intimiderende en bedreigende strekking;
met het oogmerk die [slachtoffer 4] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 26 september 2022 tot en met 29 september 2022 te [plaats 1] en [plaats 2] opzettelijk [slachtoffer 5] , door een toegezonden geschrift en in haartegenwoordigheid mondeling heeft beledigd, door- die [slachtoffer 5] één of meer WhatsAppberichten te sturen met de inhoud: "Kankerwijf" en "Tyfus hoer" en "Kankergrefo" en "Kankerhoer"en door- die [slachtoffer 5] de woorden toe te voegen: "Paardekop" en "Kankerwijf";
onder parketnummer 08.048513.23
hij op 16 februari 2023 te [plaats 1], gemeente [gemeente], opzettelijk,heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 15 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich gedurende 90 dagen, gerekend vanaf 17 januari 2023, diende te onthouden van contact met de volgende persoonen: [slachtoffer 5] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [naam 3] , contact heeft opgenomen met [slachtoffer 6] door de zaak van voornoemde [slachtoffer 6] binnen te lopen en zich scheldend te richten tot die [slachtoffer 6] .
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 184a, 266 en 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
onder parketnummer 08.269667.22
feit 1 tot en met feit 3
telkens het misdrijf:
belaging;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudige belediging;
onder parketnummer 08.048513.23
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, te vervangen door 50 dagen hechtenis indien de taakstraf niet (naar behoren) wordt uitgevoerd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, zoals die zijn opgenomen in het voorlichtingsrapport van Forensisch Maatwerk.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een voorwaardelijke taakstraf op te leggen, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door het voorlichtingsrapport van Forensisch Maatwerk.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft zich over een langere periode stelselmatig schuldig gemaakt aan het op grote schaal belagen van verschillende bewoners van [plaats 1]. Ook heeft hij zijn toenmalige leidinggevende beledigd. Hij heeft hen een grote hoeveelheid e-mails, voicemail- en WhatsAppberichten berichten gestuurd met bedreigende, beledigende en haatdragende teksten. Door die berichten werd de geadresseerden geen keuze gelaten in het al dan niet aanvaarden van contact met verdachte. Door dit handelen dwong verdachte de geadresseerden te dulden dat stelselmatig contact met hen werd gezocht en daardoor heeft hij inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. Aan verdachte is diverse keren duidelijk gemaakt dat hij moest stoppen met het belagen, onder andere via een STOP-gesprek met de politie. Ondanks deze pogingen ging verdachte toch door. Nadat verdachte vervolgens zelfs een gedragsaanwijzing opgelegd kreeg, heeft hij deze overtreden door contact op te nemen met [slachtoffer 6] . Dit alles heeft veel onrust in de kleine gemeenschap van [plaats 1] veroorzaakt. Verdachte heeft met zijn handelen een serieuze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van anderen. Belaging is een delict dat rechtstreeks raakt aan de privacy en het welbevinden van de belaagden. Verdachte heeft gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt, zo is gebleken uit de aangiftes van de slachtoffers. Dit alles neemt de rechtbank verdachte kwalijk.
Daar komt bij dat de rechtbank tijdens het onderzoek ter terechtzitting de indruk heeft gekregen dat, hoewel verdachte zegt dat zijn manier van handelen niet juist is geweest, verdachte zijn handelen bagatelliseert en het kwalijke ervan slechts in beperkte mate inziet. Verdachte zoekt de oorzaak van zijn gedrag ook nu nog in emoties, boosheid en bepaalde omstandigheden die zich hebben voorgedaan binnen de gemeenschap van [plaats 1]. Hij lijkt daarin ook een rechtvaardiging voor zijn handelen te zien. Ook lijkt hij de impact van zijn handelen op de slachtoffers te minimaliseren. Dit baart de rechtbank zorgen voor de toekomst.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 14 juni 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet recentelijk is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg van 10 juli 2023. Tactus geeft aan dat sprake is van een instabiele situatie op het gebied van dagbesteding en dat het verdachte ontbreekt aan een gezond, steunend sociaal netwerk. Ook ontbreken adequate copingvaardigheden en inzicht in eigen gedrag. Tactus vindt daarnaast dat sprake is van problematisch alcoholgebruik en acht dit een risicofactor voor delictgedrag en recidive.
Ondanks deze constatering van Tactus adviseert zij een straf zonder bijzondere voorwaarden. Tactus ziet bij verdachte geen intrinsieke motivatie tot gedragsverandering en het ontbreekt hem aan inzicht in zijn eigen gedrag. Zij zien geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen.
De raadsman heeft opdracht gegeven tot het opstellen van een aanvullend voorlichtingsrapportage door Forensisch Maatwerk. In dit rapport van 27 juli 2023 wordt aangegeven dat verdachte - in tegenstelling tot wat hij tijdens de gesprekken met Tactus heeft gemeld - openstaat voor begeleiding en behandeling, om zo meer inzicht in zijn eigen gedrag en handelen te krijgen. Ook blijkt uit de rapportage van Forensisch Maatwerk dat verdachte graag handvatten aangereikt krijgt om alcoholgebruik, emoties en frustraties onder controle te houden. Forensisch Maatwerk adviseert daarom om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met daaraan gekoppeld een drietal bijzondere voorwaarden, bestaande uit een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling en een contactverbod met aangevers.
De straf of maatregel
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmodaliteit en de strafmaat rekening gehouden met straffen die rechters in soortgelijke strafzaken opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en de ernst van de gepleegde feiten, niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het voorwaardelijke deel van de straf acht de rechtbank noodzakelijk om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen en hem de kans te geven aan zijn persoonlijkheidsproblematiek te werken. Om die reden zullen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld aan het voorwaardelijke strafdeel.
De rechtbank zal een hogere straf opleggen dat door de officier van justitie gevorderd gezien de ernst van de feiten (met name de grote hoeveelheid berichten, de hoeveelheid personen die zijn lastig gevallen, de lange duur van de belaging en het feit dat verdachte niet is gestopt ondanks bemoeienis van de politie) en de straffen die voor deze feiten in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
De rechtbank zal, alles afwegende, aan verdachte opleggen een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van tien weken met een proeftijd van drie jaren en daaraan gekoppeld de oplegging van drie bijzondere voorwaarden. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 120 uren met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis, te vervangen door 60 dagen hechtenis indien hij deze niet (naar behoren) uitvoert.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 5] vordert verdachte te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ter hoogte van € 275,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De vordering bestaat volledig uit immateriële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gehele gevorderde bedrag kan worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 6:106, aanhef en sub b, van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit onder 4 van parketnummer 08.269667.22 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan [slachtoffer 5] , nu zij door het handelen van verdachte in haar goede naam is geschaad. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 275,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 5] heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met vijf dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummers 08.269667.22 en 08.048513.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
onder parketnummer 08.269667.22
feit 1 tot en met feit 3
het misdrijf:
belaging;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudige belediging;
onder parketnummer 08.048513.23
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08.269667.22 en 08.048513.23 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) weken;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen door een forensische polikliniek zoals De Waag of JusTact of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de polikliniek zullen worden gegeven. Hij werkt indien nodig mee aan aanvullende (verdiepings)diagnostiek en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak, zoals bijvoorbeeld begeleiding en behandeling. Het uitvoeren van middelencontrole kan onderdeel uitmaken van de behandeling, dit indien en zolang de reclassering dat nodig acht gedurende de proeftijd;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1969, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1971, [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1978, [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 5] 1948, [slachtoffer 5] , geboren op
[geboortedatum 6] 1987 en [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 7] 1981, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van
€ 275,-;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5]
(feit 4 onder parketnummer 08.269667.22) van een bedrag van € 275,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2022);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 275,-, (zegge: tweehonderd vijfenzeventig), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. M.W. Eshuis en
mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2023.
Buiten staat
Mr. Eshuis en mr. Soppe zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022464042. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023073635. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.