ECLI:NL:RBOVE:2023:329

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
C/08/291281 / KG RK 23-32
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring wrakingsverzoek in strafzaak tegen rechtspersoon

Op 31 januari 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel het wrakingsverzoek van verzoekster, een B.V., ongegrond verklaard. De zaak betreft een beroep tegen een strafbeschikking wegens het niet tijdig openbaar maken van de jaarrekening, geregistreerd onder parketnummer 82-254991-20. Tijdens de zitting op 18 januari 2023 heeft mr. D. ten Boer, als economische politierechter, de strafbeschikking vernietigd en een geldboete van € 600,00 opgelegd, waarvan € 300,00 voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Verzoekster heeft op 19 januari 2023 een wrakingsverzoek ingediend, omdat de rechter haar verzoek om aanhouding had afgewezen en de zitting doorgang vond.

De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel. Dit protocol stelt dat een verzoek tot wraking ongegrond kan worden verklaard indien het is ingediend na de uitspraak in de hoofdzaak of niet betrekking heeft op de behandelende rechter. In dit geval is het wrakingsverzoek pas een dag na de uitspraak ingediend, wat als tardief wordt beschouwd. Verzoekster heeft geen redenen gegeven voor deze vertraging, waardoor de wrakingskamer besloot het verzoek zonder behandeling ter zitting ongegrond te verklaren.

De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De wrakingskamer heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, en de voorzitter heeft de uitspraak gedaan.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: C/08/291281 / KG RK 23-32
Beslissing van 31 januari 2023
in de zaak van
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
vertegenwoordigd door [naam] ,
verzoekster tot wraking.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen de strafbeschikking ter zake van overtreding van het bepaalde in artikel 2:394 lid 3 BW (niet tijdige openbaarmaking jaarrekening), opzettelijk begaan door een rechtspersoon. Dit beroep is bij deze rechtbank geregistreerd onder parketnummer 82-254991-20.
1.2.
Op 18 januari 2023 is het beroep op zitting behandeld waarbij verzoekster aanwezig was als vertegenwoordigster van de vennootschap voornoemd. Na het sluiten van de behandeling van de strafzaak ter zitting heeft mr. D. ten Boer als economische politierechter van deze rechtbank direct mondeling uitspraak gedaan, inhoudende de vernietiging van de eerder uitgevaardigde strafbeschikking en het opleggen van een geldboete van € 600,00 aan verzoekster waarvan € 300,00 voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar onder de algemene voorwaarde dat verzoekster zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
1.3.
Bij e-mail van 19 januari 2023 heeft verzoekster het verzoek tot wraking gedaan van de rechtbank omdat de rechter het gemotiveerde verzoek om aanhouding heeft afgewezen en de zitting doorgang vond.

2.De beoordeling

2.1.
Het “Wrakingsprotocol rechtbank Overijssel” (hierna: het Wrakingsprotocol) is door het bestuur van de rechtbank vastgesteld en bevat de uitgangspunten die de rechtbank Overijssel in acht neemt bij de behandeling van een verzoek om wraking van één van haar leden. Het Wrakingsprotocol wordt sinds 1 april 2021 als zodanig gehanteerd.
Artikel 5 lid 2 van het Wrakingsprotocol bepaalt, voor zover hier van belang, dat de wrakingskamer het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds ongegrond of niet-ontvankelijk kan verklaren:
d. indien het verzoek is ingediend na het tijdstip waarop in de hoofdzaak uitspraak is of wordt gedaan;
e. indien het verzoek geen betrekking heeft op de met de behandeling van de zaak belaste rechter of is gericht tegen het hele college.
2.2.
Voor zover het onderhavige verzoek is gericht tegen de rechtbank, is dit verzoek op grond van artikel 5 lid 2 sub e van het Wrakingsprotocol ongegrond.
2.3.
Mevrouw [naam] heeft de keuze gemaakt tijdens de mondelinge behandeling de zittingszaal te verlaten. Vervolgens heeft mr. Ten Boer, nadat hij de mondelinge behandeling van de strafzaak van verzoekster had afgerond en gesloten, direct mondeling uitspraak gedaan. Pas een dag later is het wrakingsverzoek binnen gekomen bij de rechtbank. In beginsel wordt een wrakingsverzoek dat is ingediend na de uitspraak in de hoofdzaak, beschouwd als tardief (te laat). Omdat verzoekster op geen enkele wijze reden geeft voor de vertraging, en de overige omstandigheden in aanmerking nemende, zal de wrakingskamer het verzoek zonder behandeling ter zitting ongegrond verklaren.

3.De beslissing

De wrakingskamer
- verklaart het verzoek ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.E. Zweers, A. van Holten en E. Venekatte in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2023.
de griffier, de voorzitter,
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.