ECLI:NL:RBOVE:2023:3221

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
10316346 \ CV EXPL 23-272
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor wifi- en internetdiensten met afwijzing van tegenvordering

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft [partij A] Outdoors B.V. aangeklaagd voor het betalen van onbetaalde facturen die verband houden met de aanleg en het onderhoud van een wifi- en internetnetwerk op het vakantiepark van Outdoors. De vordering betreft vier facturen, waarvan de eerste drie betrekking hebben op abonnementskosten en de vierde op kosten die voortvloeien uit de vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst door Outdoors. Outdoors heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld op basis van wanprestatie door [partij A]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Outdoors zich niet tijdig heeft beroepen op wanprestatie, waardoor de vordering van [partij A] voor de eerste drie facturen is toegewezen. De vierde factuur is afgewezen omdat [partij A] niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor het gevorderde bedrag. De tegenvordering van Outdoors is eveneens afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat [partij A] wanprestatie heeft gepleegd. Outdoors is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [partij A].

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10316346 \ CV EXPL 23-272
Vonnis van 8 augustus 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
[partij A], handelend onder de naam
[partij A],
wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij A] ,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
mr. P.H. Huth,
tegen
de besloten vennootschap OUTDOORS B.V.,
gevestigd te Holten,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Outdoors,
procederend zonder gemachtigde.

1.De procedure in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 januari 2023
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens houdende conclusie van repliek in reconventie
- conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over

2.1.
[partij A] vordert betaling van drie facturen voor het abonnement op een netwerk voor wifi en internet dat is aangelegd op het terrein van Outdoors en daarnaast, een vierde factuur, vergoeding van kosten door het vroegtijdig opzeggen door Outdoors van de overeenkomst. Outdoors doet een beroep op wanprestatie van [partij A] en vordert vergoeding van kosten die als gevolg daarvan zijn ontstaan.
2.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Outdoors zich niet tijdig beroepen op wanprestatie. De vraag of er sprake is van wanprestatie en of Outdoors de betaling van het abonnement achterwege mag laten kan daarom in het midden blijven. Outdoors moet de drie facturen voor het abonnement betalen.
De vierde factuur hoeft Outdoors niet te betalen omdat [partij A] niet voldoende heeft onderbouwd hoe het bedrag tot stand is gekomen en op grond waarvan Outdoors dat bedrag moet betalen.
De tegenvordering van Outdoors wordt afgewezen omdat niet komt vast te staan dat bij [partij A] sprake is van wanprestatie of onrechtmatige daad.
Outdoors moet de proceskosten van [partij A] betalen.

3.De feiten in conventie en in reconventie

3.1.
[partij A] legt netwerken aan voor wifi en internet. Outdoors heeft een vakantiepark in Holten.
3.2.
Op 2 april 2021 hebben partijen een overeenkomst gesloten inhoudende dat [partij A] een netwerk voor wifi en internet aanlegt en in stand houdt op het vakantiepark van Outdoors ten behoeve van de gasten van Outdoors. De kosten bedragen eenmalig € 1.323,00 exclusief btw voor het installeren van 4 hotspots. Daarnaast betaalt Outdoors maandelijks een abonnement om gebruik te (blijven) maken van het netwerk.
3.3.
De algemene voorwaarden zijn opgenomen in de overeenkomst.
Artikel 1 van de voorwaarden (Doelstellingen) bepaalt:
(…)
‘Lid 3: De duur van de overeenkomst is voor onbepaalde tijd, met een wederzijds opzegtermijn van 2 maanden.
Lid 4: De leverancier garandeert niet in elk gebouw goed signaal voor de eindgebruiker, omdat dit door diverse oorzaken gehinderd kan worden. Bij nader overleg zal en kan het netwerk uitgebreid worden met extra [partij A] -routers.
Lid 5: De leverancier is tegenover de afnemer niet aansprakelijk voor schade door uitblijven van internet-, signaallevering of vertraagde levering die toe te schrijven is aan overmacht zoals omschreven in artikel 3 en in artikel 6 lid 1.’
(…)
Artikel 4 van de voorwaarden (Garantie) bepaalt:
‘De leverancier garandeert de afnemer de constante, afgesproken kwaliteit van de door ons geleverde producten en diensten. Bij eventuele gebreken, voor zover deze aan het licht komen binnen deze overeenkomst van de aflevering aan de afnemer, zal de leverancier de kosten voor herstel dan wel vervanging zorg dragen.’
(…)
Artikel 7 lid 5 van de voorwaarden (Levering van producten/betaling) bepaalt:
‘Indien de samenwerkingsovereenkomst om welke reden dan ook, door afnemer eerder wordt gestopt dan wanneer de initiële investering is behaald, zal leverancier genoodzaakt zijn om het investeringsbedrag, plus 15% behorende bij betreffend park, in rekening te brengen. Dit omdat leverancier tenminste 50% mee investeert in de aanleg.’
3.4.
Outdoors laat op 28 mei 2021, 23 juni 2021 en op 16 augustus 2021 per e-mail aan [partij A] weten niet tevreden te zijn over het wifinetwerk dan wel de internetverbinding.
3.5.
In het najaar van 2021 plaatst [partij A] daarom twee extra masten.
3.6.
Nadat [partij A] deze twee extra masten heeft geplaatst mailt Outdoors op
10 januari 2022 naar [partij A] :
‘de dekking blijft abominabel (…) wifidekking blijft slecht en lang niet iedereen kan goed connecten.’
3.7.
Op 14 juni 2022 zegt Outdoors de samenwerking met [partij A] op per 1 augustus 2022.
3.8.
In de periode van mei 2021 tot en met mei 2022 heeft Outdoors in totaal € 1.807,43 abonnementskosten betaald.
3.9.
Vier facturen van [partij A] betaalt Outdoors niet:
  • Factuur [factuurnummer 1] van 8 april 2022 groot € 120,95
  • Factuur [factuurnummer 2] van 8 juli 2022 groot € 139,95
  • Factuur [factuurnummer 3] van 17 augustus 2022 groot € 120,95 en
  • Factuur [factuurnummer 4] van 29 augustus 2022 groot € 3.663,54
Totaal: € 4.045,40.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[partij A] vordert - samengevat en uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Outdoors tot betaling van € 4.686,14, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom van € 4.045,40 vanaf de datum van de dagvaarding tot de datum van algehele voldoening en met veroordeling van Outdoors in de proceskosten en de nakosten.
4.2.
Outdoors voert verweer.
in reconventie
4.3.
Outdoors vordert betaling van € 13.139,45 met veroordeling van [partij A] in de proceskosten dan wel, indien beide partijen worden veroordeeld, te bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.4.
[partij A] voert verweer.
in conventie en in reconventie
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
5.1.
De eerste drie facturen van [partij A] hebben betrekking op het abonnementsbedrag gedurende de looptijd van de overeenkomst. [partij A] stelt dat hij een verbinding van voldoende kwaliteit heeft geleverd dan wel zich daarvoor voldoende heeft ingespannen. Outdoors heeft niet gekozen voor dekking op de hele camping en niet geïnvesteerd in een door [partij A] geadviseerde investering per blokhut.
5.2.
Outdoors erkent dat zij de facturen voor juni en juli 2022 onbetaald heeft gelaten uit onvrede. Outdoors voert als verweer tegen de facturen van juni en juli 2022 aan dat er sprake was van een slechte wifidekking en dat de gasten er over klaagden dat ze geen goede verbinding met het internet konden maken. Hoewel Outdoors daar meermalen over heeft geklaagd, heeft [partij A] de klachten niet verholpen.
5.3.
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Bij de vraag naar de inhoud van de overeenkomst moet niet slechts gekeken worden naar de letterlijke of taalkundige betekenis van de tekst, maar ook naar de betekenis die partijen -in de gegeven omstandigheden en op basis van hetgeen zij over en weer van elkaar mochten verwachten- aan die tekst mochten toekennen. De bedoeling van de contractspartijen bij het sluiten van de overeenkomst, is daarvoor van belang.
5.4.
Outdoors stelt dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. Deze zijn evenwel opgenomen in de overeenkomst die door Outdoors op maart 2021 akkoord is bevonden en op 2 april 2021 is ondertekend. Zonder nadere toelichting, die door Outdoors niet is gegeven, is niet te begrijpen waarom de algemene voorwaarden niet zouden gelden.
5.5.
Allereerst stelt de kantonrechter vast dat partijen niet een bepaalde mate van bereik of snelheid van de wifiverbinding of van het internet in de overeenkomst hebben opgenomen. Hetzelfde geldt voor de reikwijdte van het netwerk op de verschillende locaties op het terrein zoals bijvoorbeeld in de blokhutten. Dat partijen dit anderszins, buiten de schriftelijke overeenkomst om, nader schriftelijk of mondeling zijn overeengekomen heeft Outdoors niet gemotiveerd gesteld. Voor de vraag wat partijen over de kwaliteit van de wifiverbinding en het internet hebben afgesproken gaat de kantonrechter hierna uit van de schriftelijke overeenkomst en de uitleg daarvan.
5.6.
De kantonrechter verwijst naar artikel 1 lid 4 en artikel 4 van de algemene voorwaarden waarin kortgezegd staat:
-in artikel 1 lid 4: dat [partij A] niet in elk gebouw een goed signaal garandeert en dat het netwerk met extra routers kan worden uitgebreid;
- in artikel 4: dat [partij A] de afgesproken kwaliteit garandeert en dat gebreken
die binnen de overeenkomst(onderstreping door de kantonrechter) aan het licht komen worden hersteld of vervangen.
De kantonrechter leidt hier uit af dat binnen de looptijd van de overeenkomst moet worden geklaagd zodat de vermeende gebreken kunnen worden hersteld of vervangen. De vraag die moet worden gesteld is of Outdoors tijdig heeft geklaagd over het door haar gestelde gebrek.
5.7.
Nadat Outdoors heeft geklaagd over de verbinding, heeft [partij A] in het najaar van 2021 twee extra routers geplaatst. Daarna heeft Outdoors bij e-mail van
10 januari 2022 laten weten dat daarmee de klachten nog niet zijn verholpen en vraagt ze aan [partij A] wanneer de samenwerking kan worden opgezegd. Outdoors heeft in die e-mail onvoldoende gesteld waar het (nog steeds) aan schort en wat er van [partij A] wordt verwacht om het euvel te verhelpen. Zo er sprake zou zijn geweest van het niet goed naleven door [partij A] van de overeenkomst, heeft Outdoors dat niet voldoende duidelijk gemaakt en heeft ze [partij A] niet meer in de gelegenheid gesteld om de vermeende klachten te verhelpen. Gelet hierop komt de kantonrechter niet toe aan de vraag of [partij A] de overeenkomst heeft geschonden.
Uit de vraag aan [partij A] wanneer de samenwerking kan worden opgezegd kan worden afgeleid dat Outdoors de overeenkomst op dat moment al wilde opzeggen tegen het eerst mogelijke moment. Wellicht heeft dat meegespeeld bij de afweging om [partij A] niet meer in de gelegenheid te stellen om de klachten te verhelpen.
Overigens heeft Outdoors ook niet duidelijk gemaakt waarom Outdoors de maanden januari 2022, februari 2022, maart 2022 en mei 2022 (ondanks de klachten) wel heeft betaald terwijl ook toen de klachten kennelijk nog steeds bestonden.
Het verweer van Outdoors houdt dus geen stand. De factuur van april 2022 heeft Outdoors niet genoemd. Nu deze factuur niet gemotiveerd is betwist moet Outdoors ook deze betalen. Dat betekent dat Outdoors de eerste drie genoemde facturen voor het abonnement moet betalen en € 381,86 terzake abonnement aan [partij A] verschuldigd is.
5.8.
De factuur van 29 augustus 2022 van € 3.663,54 heeft betrekking op de kosten die [partij A] in rekening brengt na vroegtijdige opzegging door Outdoors. Verwezen wordt naar artikel 7 lid 5 van de algemene voorwaarden.
De factuur is als volgt opgebouwd:
- € 2.760 voor 6 hotspots ( 4.110,00 minus reeds betaald € 1.350,00)
- € 595,00 voor 7 keer helpdesk op locatie nazorg
- € 12,50 Administratie nacalculatie beëindigen overeenkomst.
Na aftrek van € 734,70 (zijnde 50% van de in rekeningen gebrachte aflossingen) resteert € 3.663,54.
5.9.
Outdoors betwist dit bedrag verschuldigd te zijn. Pas nadat de overeenkomst was beëindigd deed [partij A] een beroep op een kostenvergoeding zonder enige onderbouwing. Partijen hebben geen minimale contractsduur afgesproken. [partij A] heeft vooraf nooit laten weten wanneer de door haar gestelde ‘initiële investering’ zou zijn behaald. Outdoors doet een beroep op dwaling. [partij A] laat nog steeds na de kosten van de gestelde investering te specificeren. De opgevoerde kosten voor de palen zijn tot slot veel te hoog.
5.10.
De kantonrechter zal dit onderdeel van de vordering van [partij A] afwijzen.
[partij A] verwijst naar artikel 7 lid 5 van de algemene voorwaarden maar laat na de initiële investering te onderbouwen. [partij A] heeft niet toegelicht op basis waarvan hij tot de conclusie komt dat de overeenkomst zodanig vroeg is opgezegd dat de initiële investering niet is behaald. De verwijzing naar de factuur van 29 augustus 2022 is daartoe niet voldoende. Zo onderbouwt [partij A] daarin maar ook in deze procedure niet hoe hij aan het bedrag van € 685,00 per hotspot komt. Dit geldt te meer nu in de overeenkomst onder het kopje ‘Situatie’ is vermeld dat [partij A] voor de masten € 95,00 per stuk rekent. Ook licht [partij A] niet toe hoe met de verschillende data van plaatsing van de betreffende hotspots wordt omgegaan in relatie tot de terugverdientijd. Opgemerkt zij ook dat partijen geen minimum looptijd van de overeenkomst zijn overeengekomen. Als aan de zijde van [partij A] sprake was van een moment in de loopduur van de overeenkomst waarop [partij A] met de initiële investering ‘break even’ zou zijn, had van [partij A] verwacht mogen worden dat hij dit communiceerde toen Outdoors [partij A] op 10 januari 2022 vroeg wanneer de samenwerking kon worden opgezegd. Dat is niet gebeurd.
5.11.
Als onderdeel van de factuur van 29 augustus 2022 is ook een bedrag voor de helpdesk en voor de administratie opgenomen. Zonder nadere toelichting, die [partij A] niet heeft gegeven, is niet duidelijk op grond waarvan [partij A] gerechtigd is om deze kosten in rekening te brengen. Dit geldt des te meer nu in de overeenkomst onder het kopje ‘Service’ staat vermeld dat de 24/7 helpdesk zonder extra kosten wordt aangeboden.
5.12.
Concluderend moet Outdoors € 381,86 aan [partij A] betalen, vermeerderd met de gevorderde buitengerechtelijk incassokosten, beperkt tot een bedrag van € 57,28 (zijnde 15% van het toegewezen bedrag) en de rente zoals hierna in de beslissing wordt opgenomen. Het totale bedrag komt daarmee op € 439,14.
in reconventie
5.13.
Outdoors stelt schade te hebben geleden die het gevolg is van de gestelde wanprestatie van [partij A] en voert daarnaast de kosten op van deze procedure. De totale kosten worden begroot op een bedrag van totaal € 13.139,45, onder te verdelen in:
- € 2.130,05:Outdoors vindt het redelijk dat [partij A] 50% betaalt voor de kosten van het realiseren van accesspoints die niet langer in gebruik zijn omdat [partij A] de toegang tot deze accesspoints na augustus 2022 blokkeert;
- € 5.009,00:Outdoors moet opnieuw investeren in 6 nieuwe accesspoints. Drie daarvan zijn al geleverd. Zonder de blokkade door [partij A] was dat niet nodig geweest en
- € 6.000,00:Outdoors heeft zijn verdediging zelf ter hand genomen en rekent daarvoor 48 uren keer € 125,00 als vergoeding, dan wel een realistische vergoeding.
5.14.
[partij A] betwist de vordering. Omdat [partij A] in de naleving van de overeenkomst niet tekort is geschoten is hij niet gehouden aan Outdoors enige kosten te vergoeden. Dat [partij A] nieuwe accesspoints heeft moeten aanschaffen is een gevolg van het opzeggen van de overeenkomst door Outdoors en komt niet voor rekening van [partij A] . De kosten voor verweer tegen de vordering van [partij A] vallen onder het ondernemersrisico en komen niet voor vergoeding in aanmerking. Bovendien zijn de uren buitenproportioneel en onvoldoende onderbouwd.
5.15.
De kantonrechter zal de tegenvordering van Outdoors afwijzen.
Het eerste bedrag van € 2.130,05 heeft betrekking op investeringen van Outdoors ten behoeve van de overeenkomst met [partij A] . Allereerst wordt verwezen naar de beoordeling van de vorderingen in conventie, waar is overwogen dat het beroep van Outdoors op wanprestatie wordt afgewezen. Dat partijen hebben afgesproken dat de accesspoints ook bruikbaar zijn in verbinding met een ander netwerk dan dat van [partij A] heeft Outdoors niet onderbouwd. In de overeenkomst tussen partijen is daar niets over opgenomen. Evenmin is onderbouwd op grond waarvan [partij A] na afloop van de overeenkomst zou moeten meebetalen aan de investering van Outdoors. Op grond waarvan [partij A] anderszins gehouden is om deze kosten te betalen heeft Outdoors niet gesteld. Outdoors heeft de overeenkomst tussen partijen opgezegd. Dat Outdoors de 6 accespoints die reeds waren geplaatst niet bij het opvolgende netwerk kunnen worden benut kan niet aan [partij A] worden doorberekend.
5.16.
Het tweede bedrag van € 5.009,40 heeft betrekking op 6 nieuwe accespoints. Deels heeft Outdoors deze investering onderbouwd met een factuur. Bij de beoordeling in conventie is al overwogen dat [partij A] geen wanprestatie heeft gepleegd. Outdoors heeft niet duidelijk gemaakt op grond waarvan moet worden vastgesteld dat [partij A] onrechtmatig heeft gehandeld en op grond waarvan [partij A] deze investering moet betalen.
Dat de 6 reeds geplaatste accespoints voor de opvolgende netwerkleverancier niet bruikbaar zijn kan niet als onrechtmatig worden aangemerkt. Ook dit deel van de vordering wordt afgewezen.
5.17.
Het derde deel van de vordering van Outdoors betreft de kosten van de verdediging. Nu Outdoors voor het merendeel ongelijk krijgt, zullen deze kosten niet worden meegenomen, nog los van het gegeven dat in geval van een proceskostenveroordeling in beginsel een vast tarief wordt gehanteerd. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
in conventie en in reconventie
5.18.
Outdoors is de partij die voor het merendeel ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Bij het bepalen van de hoogte van het salaris gemachtigde wordt alleen rekening gehouden met het toegewezen deel van de vordering van [partij A] . De conclusie van dupliek in reconventie bevat geen inhoudelijke overwegingen, anders dan de verwijzing naar het eerder ingenomen standpunt, en zal daarom niet worden meegerekend.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [partij A] als volgt vastgesteld:
  • Kosten uitbrengen dagvaarding € 109,33
  • Griffierecht € 244,00
  • Salaris gemachtigde € 160,00 (2 punten x € 80,00)
Totaal: € 513,33
5.19.
Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente omvat een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan de in voorkomend geval noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. De nakosten zullen worden begroot op een halve salarispunt van het in de hoofdzaak toegewezen salaris in rolzaken, € 40,00.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt Outdoors tot betaling aan [partij A] van € 439,14 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 381,86 met ingang van de dagvaarding tot de datum van volledige betaling;
6.2.
wijst af wat meer of anders is gevorderd;
in reconventie
6.3.
wijst de vorderingen van Outdoors af;
in conventie en in reconventie
6.4.
veroordeelt Outdoors in de proceskosten van [partij A] , begroot op € 513,33, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW;
6.5.
veroordeelt Outdoors in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 40,00, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.6.
verklaart de veroordelingen in de overwegingen 6.1., 6.4. en 6.5. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken door
mr. U. van Houten op 8 augustus 2023.