3.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verrichte seksuele handelingen vrijwillig of onder dwang van verdachte hebben plaatsgevonden.
Bij zedenzaken doet zich vaak de situatie voor dat slechts twee personen aanwezig waren bij de seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Dat is hier ook in beide zaken het geval. Als een verdachte ontkent kan het feit worden bewezen indien de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar is en voldoende steun vindt in enig ander bewijsmiddel. Het steunbewijs hoeft niet te zien op alle onderdelen van de tenlastelegging. Het is voldoende wanneer de verklaring van het slachtoffer op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd.
[slachtoffer 1] heeft op 24 januari 2022, een dag na het ten laste gelegde, in een infonnatief gesprek2 en later in haar aangifte3 verklaard dat verdachte op enig moment haar hand vastpakte en haar meenam. Ze liepen twee of drie trappen naar beneden en gingen het herentoilet in. Hij begon haar daar te tongzoenen. Ze deed even mee, maar zei daarna een paar keer dat ze dit niet wilde en dat ze een vriend heeft. Hij heeft ook aan haar borsten gezeten toen hij haar zoende. Dit was onder haar shirt, op haar beha. Hij kneep een beetje in haar borst. Het zoenen stopte nadat [slachtoffer 1] haar gezicht van hem wegtrok. [slachtoffer 1] heeft verder verklaard dat verdachte vervolgens iets uit zijn broekzak pakte. Vennoedelijk een condoom. Ze heeft meerdere keren gezegd dat zij dit niet wilde en dat zij een vriend heeft. Verdachte zei dat ze zich moest omdraaien. Ze verzette zich, maar hij hield haar vast bij haar heupen, draaide haar om en duwde haar voorover. Hij trok haar broek en string naar beneden tot haar knieën en penetreerde haar vaginaal. Tijdens de penetratie sloeg hij haar twee keer op haar kont. [slachtoffer 1] wilde dat het zo snel mogelijk klaar was en heeft zich niet meer verzet. Toen het klaar was, hees ze haar broek omhoog en rende ze weg. Ze hoorde verdachte nog
2 Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 24 januari 2022, pagina's 1 tot en met 4.
3 Proces-verbaal aangifte van 8 februari 2022, pagina's 5 tot en met 15.
zeggen "oh, dus je hebt een vriend?". [slachtoffer 1] barstte vervolgens in huilen uit bij haar beste vriend
[naam 1].
Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze verklaringen gedetailleerd en consistent. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] dan ook betrouwbaar en merkt deze aan als bewijsmiddel.
De rechtbank stelt daarnaast vast dat de verklaringen van [slachtoffer 1] op concrete onderdelen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen, namelijk de verklaring van getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1]) en de verklaring van getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2]).
[getuige 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] met tranen in de ogen voor hem stond. Ze vertelde net te zijn verkracht door een jongen met een rode trui. [getuige 1] zag dat verdachte een rode trui droeg. Verder vertelde ze dat het in de wc was gebeurd en dat ze meerdere malen had aangegeven dat ze niet wilde.4
[getuige 2], het nichtje van [slachtoffer 1], heeft verklaard dat [slachtoffer 1] een beetje in paniek de trap op kwam rennen. Ze keek warrig. [getuige 2] groette haar nog, maar ze liep door en zei niets terug. Verdachte kwam er achteraan lopen. Even later vertelde [slachtoffer 1] aan [getuige 2] wat er was gebeurd. Ze had seks gehad tegen haar wil. Ze wilde dat helemaal niet, maar hij deed het gewoon. Hij zei tegen [slachtoffer 1] dat ze zich moest omdraaien en heeft toen seks met haar gehad.5
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer 1] verbale en non-verbale signalen van verzet en weerstand heeft gegeven en dat verdachte daaraan is voorbijgegaan. De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte de broek en slip van [slachtoffer 1] deels heeft uitgetrokken, tegen [slachtoffer 1] heeft gezegd dat zij zich moest omdraaien, [slachtoffer 1] heeft omgedraaid, en haar voorover heeft geduwd. Met die handelingen, en door voorbij te gaan aan de signalen van weerstand en verzet, heeft verdachte [slachtoffer 1] gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder I ten laste gelegde feit heeft begaan.
Op 7 januari 2021 heeft [slachtoffer 2] in een informatief gesprek verklaard dat ze op 6 januari 2021 bij een vriend, [naam 2], in Groningen bleef slapen. Ze kon op de bank liggen en heeft dat ook gedaan. Verdachte bleef ook slapen en lag bij [naam 2] in bed. Op een gegeven moment werd [slachtoffer 2] wakker en ging ze water drinken. Toen ze bij de bank terug kwam, lag verdachte daar. [slachtoffer 2] is toen bij [naam 2] in bed gaan liggen. Verdachte kwam ook in bed liggen. Op het moment dat ze bijna in slaap viel, begon verdachte aan haar te zitten. Ze probeerde hem met haar hand weg te duwen en zei dat ze moe was en wilde slapen. [naam 2] stapte uit bed.
Vervolgens bleef verdachte aan [slachtoffer 2] zitten. Hij ging met zijn vingers bij haar vagina en ging met zijn vinger ook in haar vagina. Hij deed hierbij de slip van [slachtoffer 2] wat aan de kant of naar beneden. Op een gegeven moment ging verdachte bovenop [slachtoffer 2] liggen. Hij pakte haar stevig vast en duwde zijn lul in haar vagina. Toen verdachte klaar was ging hij naast haar
4 Proces-verbaal van verhoor getuige van 14 maart 2022, pagina 55.
5Proces-verbaal van verhoor getuige van 16 maart 2022, pagina 135.
liggen en vroeg hij of ze wel aan de pil was en of er een morning afterpil geregeld moest worden.6
De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring authentiek is en geen innerlijke tegenstrijdigheden bevat. De verklaring van [slachtoffer 2] is naar het oordeel van de rechtbank dus voldoende betrouwbaar en kan als bewijsmiddel worden gebruikt.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt de verklaring van [slachtoffer 2] ondersteund door de getuigenverklaringen van [getuige 3] (hierna: [getuige 3]) en [getuige 4] (hierna: [getuige 4]).
In de ochtend van 7 januari 2021 belde [slachtoffer 2] met [getuige 3]. [getuige 3] heeft over dit telefoongesprek verklaard dat [slachtoffer 2] haar vertelde dat verdachte bij haar in bed was komen liggen en zijn piemel bij haar erin heeft gestopt. Ze was verkracht. Ze zei dat ze het niet wilde. Volgens [getuige 3] was [slachtoffer 2] verdrietig en moest ze huilen. Ze was radeloos en wist niet wat ze moest doen.7
[getuige 4] heeft verklaard dat hij in bed lag en dat [slachtoffer 2] in de badkamer was. Verdachte ging toen op de slaapbank liggen. [slachtoffer 2] kwam eraan en zag dat en ging toen bij [getuige 4] in bed liggen. [getuige 4] merkte op enig moment dat verdachte bij hem en [slachtoffer 2] in bed kwam liggen. Toen is [getuige 4] op de bank gaan slapen. Hij werd wakker, omdat hij [slachtoffer 2] en verdachte hoorde praten. Verdachte vroeg aan [slachtoffer 2] of zij aan de pi1 zat. [slachtoffer 2] zei toen "dat had je je eerder moeten bedenken". Die ochtend belde [slachtoffer 2] [getuige 4]. Hij hoorde [slachtoffer 2] heel hard huilen. Ze zei dat ze was verkracht door verdachte en dat zij het absoluut niet wilde.8
Op grond van deze verklaringen, in samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, door haar slip opzij te schuiven en voorbij te gaan aan verbale en non-verbale signalen van verzet en weerstand. Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan.